Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord
Van voltooide en onvoltooide deelwoorden kun je een bijvoeglijk naamwoord maken.
Soms moet je een -e achter het woord zetten.
Spel het bijvoeglijk naamwoord zo kort en eenvoudig mogelijk:
– passen – gepast (vd) – een gepast (bn) truitje
– passend (od) – het passende (bn) kozijn
– verwoesten – verwoest (vd) – het verwoeste (bn) huis (niet: verwoestte) – verwoestend (od) – een verwoestend (bn) vuur
– branden – verbrand (vd) – de verbrande (bn) hand (niet: verbrandde) – brandend (od) – een brandend (bn) haardvuur
– vergroten – vergroot (vd) – de vergrote (bn) kamer (niet: vergrootte) – vergrotend (od) – een vergrotend (bn) effect