Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord

Nog 5 weken tot TW4
Toetsweek4 – Nederlands – 1HV- 
Werkwoordspelling H1-H5 +  Lezen H1-H6 (H1 t/m H3 herhaling)
Werkwoordspelling
H1; Persoonsvorm tegenwoordige tijd
H2; Verleden tijd zwakke werkwoorden
H3; Verleden tijd sterke werkwoorden
H4; Voltooid en onvoltooid deelwoord
H5; Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nog 5 weken tot TW4
Toetsweek4 – Nederlands – 1HV- 
Werkwoordspelling H1-H5 +  Lezen H1-H6 (H1 t/m H3 herhaling)
Werkwoordspelling
H1; Persoonsvorm tegenwoordige tijd
H2; Verleden tijd zwakke werkwoorden
H3; Verleden tijd sterke werkwoorden
H4; Voltooid en onvoltooid deelwoord
H5; Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
- Laatste onderdeel van werkwoordspelling; deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord.

Daarna zullen we werkwoordspelling alleen nog herhalen.

Slide 2 - Tekstslide

Lees de zinnen a en b. In iedere zin staan twee vormen van hetzelfde werkwoord. Leg uit waarom ze verschillend gespeld zijn.
a Abel vergrootte nogmaals de al eerder vergrote foto op zijn beeldscherm.
b Theresa beantwoordde de mailtjes over de beantwoorde brieven.

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Link

Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord
Van voltooide en onvoltooide deelwoorden kun je een bijvoeglijk naamwoord maken.

Soms moet je een -e achter het woord zetten. 
Spel het bijvoeglijk naamwoord zo kort en eenvoudig mogelijk:
– passen – gepast (vd) – een gepast (bn) truitje
– passend (od) – het passende (bn) kozijn
– verwoesten – verwoest (vd) – het verwoeste (bn) huis (niet: verwoestte) – verwoestend (od) – een verwoestend (bn) vuur
– branden – verbrand (vd) – de verbrande (bn) hand (niet: verbrandde) – brandend (od) – een brandend (bn) haardvuur
– vergroten – vergroot (vd) – de vergrote (bn) kamer (niet: vergrootte) – vergrotend (od) – een vergrotend (bn) effect

Slide 5 - Tekstslide

Soms moet je voor de uitspraak -tt- of -dd- schrijven:
 bezetten – bezet (vd) – een bezette (bn) stoel (niet: bezete)
 bekladden – beklad (vd) – het bekladde (bn) behang (niet: beklade)

Let op: voltooide deelwoorden die op -en eindigen, veranderen niet als je ze als bijvoeglijk naamwoord gebruikt. De -n blijft dus staan:
verliezen – verloren (vd) – de verloren (bn) zoon
bakken – gebakken (vd) – het gebakken (bn) ei

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Gebiedende wijs
De gebiedende wijs schrijf je als de ik-vorm tegenwoordige tijd:

– Wijs op de kaart aan waar India ligt.
– Raak je vrienden niet kwijt in die drukte.
- Let eens wat beter op!


Slide 8 - Tekstslide

Gebiedende wijs
Bij zinnen met een bevel erin kun je de gebiedende wijs (gw) gebruiken.
Bij de gebiedende wijs staat geen onderwerp:
– Stuur je oude oma nu en dan een kaartje.
– ‘Geef elkaar een hand!’ gebood de scheidsrechter.

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
H5. Spelling/deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord

Online route.

Huiswerk voor volgende week woensdag.
Leer de theorie en bekijk evt. nogmaals het uitlegfilmpje!

Slide 10 - Tekstslide