4 Juni

4 Juni

klassenregels 

We werken rustig samen in de klas.

We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.

Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.

We doen actief mee met de les

We overleggen zachtjes binnen de MC als we een vraag hebben.

We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.

We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.

We laten elkaar uitpraten.

We eten en drinken niet in het klaslokaal.

We letten op in de les.

Tijdens het zelfstandig werken mag je oortjes in of een koptelefoon op

Huiswerk check: Le village de langues/Taaldorp

• À la boulangerie 
• Au restaurant 
• Au supermarché

Planning : 

1. Huiswerk check 

2. Nieuwe thema's 

3. Antwoorden bespreken 

4. Film afkijken ? 

Leerdoelen: 

1. Ik kan een aangifte doen bij het politiebureau

2. Ik kan een gesprekje voeren met iemand die ik op de camping ontmoet

Le village de langues/Taaldorp 

• À la boulangerie 
  
• Au restaurant 
  
• Au supermarché
  

Wat betekent "le commissariat de police"

Wat betekent " échapper"

Wat betekent " au prison"

Sinds wanneer bestaat de camping ?

Waar kan je overnachten op de camping?

Opdracht maken 

•  Vertaal jouw gedeelte van het gesprek op het politiebureau/de camping . 
• Let op : laptop gebruiken is niet toegestaan. Gebruik je woordenboek als hulpmiddel 

Salut!

2 Çava bien et toi?

3 Je m’appelle .... et toi?

4 J’habite à Nice et toi ?

Je suis ici pendant deux semaines avec mes parents et ma petite sœur. Comment s’appellent tes ....

Mes parents s’appellent Christophe et Marie et ma petite sœur s’appelle Cléo.

8 Oui, pourquoi pas 😊

Opdracht bespreken ! 

Au camping

Salut, ça va ? / Salut, comment ça va ?

Moi, ça va bien. Tu t’appelles comment ?

Je m’appelle Marcha. Tu habites où ?

J’habite à Utrecht. C’est une ville aux Pays- Bas.

Je suis ici avec mes parents et mon petit frère. On dort dans une caravane. Et toi ?

Mon père s’appelle Henk et ma mère s’appelle Dienke. Mon petit frère s’appelle Jasper. Et comment s’appellent tes parents et ton frère/ta sœur/tes frères/tes sœurs ?

Au commissariat

Bonjour monsieur, je voudrais faire une déclaration de vol.

Quelqu’un a volé mon sac au restaurant.

Ça s’est passé aujourd’hui à quinze heures.

Il y avait mon portable et mon portefeuille.

C’est un grand sac rouge.

Voilà monsieur.

Merci quand même. J’espère que vous allez retrouver mon sac.

Film afkijken !