Interpunctie

Interpunctie???
Wat is dat?

1 / 12
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Interpunctie???
Wat is dat?

Slide 1 - Open vraag

Slide 2 - Tekstslide

Kies de zin met juist gebruikte interpunctie.
A
Mees riep: Kijk uit voor die fietser!"
B
Mees riep: "Kijk uit voor die fietser!"
C
Mees riep: "kijk uit voor die fietser!
D
Mees riep, kijk uit voor die fietser!

Slide 3 - Quizvraag

"Marijke zei: Ga weg, ik ben verdrietig."
A
Hoofdletters goed Interpunctie goed
B
Hoofdletters goed Interpunctie fout
C
Hoofdletters fout Interpunctie goed
D
Hoofdletters fout Interpunctie goed

Slide 4 - Quizvraag

Welke zin bevat de juiste interpunctie?
A
'Ik zal op tijd zijn', zei Jan, 'mijn vrienden mogen ook niet lang wegblijven.'
B
'Ik zal op tijd zijn', zei Jan. 'Mijn vrienden mogen ook niet lang wegblijven.
C
'Ik zal op tijd zijn'. Zei Jan. 'Mijn vrienden mogen ook niet lang wegblijven.'
D
'Ik zal op tijd zijn', zei Jan: 'Mijn vrienden mogen ook niet lang wegblijven.'

Slide 5 - Quizvraag

Welke zin gebruikt de juiste interpunctie?
A
'Hallo, klas B3M,' zei de juf, 'fijn dat jullie er zijn.'
B
'Hallo klas B3M,' zei de juf: 'Fijn dat jullie er zijn.'
C
'Hallo, klas B3M.' Zei de juf: 'Fijn dat jullie er zijn.'
D
'Hallo, klas B3M zei de juf: 'fijn dat jullie er zijn.'

Slide 6 - Quizvraag

In welke zin staat GEEN interpunctiefout?
A
Wie die tafel opknapt kan er nog een hoop plezier van hebben.
B
De meeste voorbeelden die hij gaf waren niet echt verhelderend.
C
Koos zei tegen Leonard wij hebben geen fouten kunnen ontdekken.
D
Automobilisten die zich niet aan de juiste snelheid houden, worden bekeurd.

Slide 7 - Quizvraag

In de mauritsstraat hebben we tegenwoordig een Mac een febo en een KFC.
A
Hoofdletters goed Interpunctie goed
B
Hoofdletters goed Interpunctie fout
C
Hoofdletters fout Interpunctie goed
D
Hoofdletters fout Interpunctie fout

Slide 8 - Quizvraag

"Marijke zei: Ga weg, ik ben verdrietig."
A
Hoofdletters goed Interpunctie goed
B
Hoofdletters goed Interpunctie fout
C
Hoofdletters fout Interpunctie goed
D
Hoofdletters fout Interpunctie goed

Slide 9 - Quizvraag

Welke zin bevat de juiste interpunctie?
A
'Ik zal op tijd zijn', zei Jan, 'mijn vrienden mogen ook niet lang wegblijven.'
B
'Ik zal op tijd zijn', zei Jan. 'Mijn vrienden mogen ook niet lang wegblijven.
C
'Ik zal op tijd zijn'. Zei Jan. 'Mijn vrienden mogen ook niet lang wegblijven.'
D
'Ik zal op tijd zijn', zei Jan: 'Mijn vrienden mogen ook niet lang wegblijven.'

Slide 10 - Quizvraag

Welke zin bevat de juiste interpunctie?
A
Jan kom eens hier!
B
Jan: kom eens hier!
C
Jan, kom eens hier!
D
Jan, kom eens hier.

Slide 11 - Quizvraag

Kies de zin met juist gebruikte interpunctie
A
Mees riep: Kijk uit voor die fietser!"
B
Mees riep: "Kijk uit voor die fietser!"
C
Mees riep: "kijk uit voor die fietser!
D
Mees riep, kijk uit voor die fietser!

Slide 12 - Quizvraag