Les 59 3H schooljaar 2024/25 (kw 24)

Willkommen!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 135 min

Onderdelen in deze les

Willkommen!

Slide 1 - Tekstslide

Lernziele für diese Woche
  1. Je kunt informatie vinden en begrijpen in alledaags materiaal.
  2. Je kunt belangrijke feitelijke informatie in artikelen begrijpen.

  3. Je kent de Zou-vorm in het Duits.

Slide 2 - Tekstslide

Leesvaardigheid Duits

Slide 3 - Tekstslide

Lesen
K6 L5
S. 148/ 149
Aufgabe 6, 7

Slide 4 - Tekstslide

Lesen
K6 L6
S. 134/ 135
Aufgabe 6, 7

Slide 5 - Tekstslide

Wenn ich ... wäre, dann hätte ich ...


Je gebruikt deze vorm als zou-vorm.


Als ik rijk zou zijn, dan zou ik een villa hebben


Ich würde laufen = ik zou lopen

Slide 6 - Tekstslide

Konjunktiv II - wanneer gebruik je de zou-vorm?
 1. Wordt gebruikt om je beleefd en vriendelijk uit te drukken.
     Zou je niet liever iets later willen komen?

2. Wordt gebruikt om een wens uit te drukken. 
      Ik zou graag een cola willen hebben.

3. Wordt gebruikt om een irreële situatie te beschrijven
      Als ik rijk zou zijn/was, zou ik een villa kopen. 


Slide 7 - Tekstslide

Hoe vorm je de Konjunktiv II ?
Hoofdregel: een vorm van würden + ein regelmäßiges Verb (heel werkwoord)

voorbeeldzinnen:
Ich würde das nicht machen.
Wie würdet ihr diese Aufgabe lösen ?
Wir würden gerne ein Eis kaufen.
ich           würde
du            würdest
er/sie/es  würde
wir           würden
ihr             würdet
sie            würden
Sie            würden

Slide 8 - Tekstslide

Ausnahmen - uitzonderingen
1. Die Verben: werden, haben, sein  hebben een eigen
    conjunctiefvorm.

2. Modalverben(dürfen, können, mögen, müssen, wissen, sollen
    en wollen) hebben een eigen conjunctiefvorm.

Slide 9 - Tekstslide

Konjunktiv II: haben, sein
De uitgangen zijn hetzelfde als bij de onvoltooid verleden tijd van werkwoorden + Umlaut
ik-vorm/hij/zij-vorm
= hetzelfde

jij-vorm = ik-vorm + st

wij-vorm en zij/U-vorm 
= hetzelfde

jullie-vorm = ik-vorm + t
wärst

Slide 10 - Tekstslide

Konjunktiv II: Die Modalverben
-> De uitgangen zijn hetzelfde als bij de onvoltooid verleden tijd van werkwoorden 
(-te, -test, -te, -ten, -tet, -ten)
möchten

Slide 11 - Tekstslide

ik zou zijn/ik was
In het Nederlands kun je een wens/irreële situatie met de verleden tijd uitdrukken of met een constructie met zou. 

Kijk eens: 
Als ik rijk was, kocht ik een auto.
Als ik rijk zou zijn, zou ik een auto kopen.

In het Duits kan dat niet. Hier moet je de conjunctiefvorm met "würden" of de eigen werkwoordsvorm gebruiken.
Wenn ich reich wäre, würde ich ein Auto kaufen.

Slide 12 - Tekstslide

Vertaal: Ich wäre lieber in Italien.
Let op hoofdletters en interpunctie

Slide 13 - Open vraag

Vertaal: Wenn ich mehr Geld hätte, würde ich nach China reisen.

Slide 14 - Open vraag

Vertaal: Ich möchte gerne einen Apfelkuchen.

Slide 15 - Open vraag

Vertaal: Ihr würdet kein Deutsch lernen, wenn ihr das Fach nicht in der Schule hättet.

Slide 16 - Open vraag

zou willen doen/gaan/leren....
In het Nederlands heb je veel constructies zoals bijvoorbeeld
Ik zou graag naar het strand willen gaan, als ik tijd had.

In het eerste gedeelte vertaal je dan het woordje "willen" niet maar zeg je alleen 
"Ich würde gerne zum Strand gehen, wenn ich Zeit hätte."

Zie ook:
Jullie zouden liever thuis willen zijn dan hier op school.
Ihr wärt lieber zu Hause, als hier in der Schule.

Wij zouden het liefst alles zonder moeite willen leren. Dat zou fijn zijn.
Wir würden am liebsten alles ohne Mühe lernen. Das wäre toll.

Slide 17 - Tekstslide

Und jetzt....
    üben, üben, üben !!!
K6 L1
S. 122 Aufg. 11

Slide 18 - Tekstslide

Selbstständiges Arbeiten



https://lingua.com/nl/duits/lezen/

timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

ENDE
 Noch Fragen?

Slide 20 - Tekstslide

Schönes Wochenende!

Slide 21 - Tekstslide