Samenleving H2 2.1 en 2.2

De Samenleving
Hoofdstuk 2
De overheid om ons heen


1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

De Samenleving
Hoofdstuk 2
De overheid om ons heen


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • de belangrijkste overheidsorganen noemen
  • het verschil aangeven tussen individuele, collectieve en quasi-collectieve goederen en van elk soort goed een voorbeeld kunnen noemen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
PW hoofdstuk 1 bespreken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is en doet de overheid?
De overheid is een verzamelnaam voor alle organisaties die volgens de wet werkzaamheden voor ons allemaal moeten uitvoeren. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De belangrijkste overheidsorganen zijn:
  • Landelijke overheid (het Rijk)
  • Provinciën
  • Waterschappen
  • Gemeenten

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Landelijke overheid

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Provincie
Verantwoordelijk voor de grond van een deel van het land
-Mogen steden uitbreiden?
-Mag extra ruimte komen voor 
bedrijfsterreinen?
-Zijn er goede wegen of moeten die 
bijgebouwd worden?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waterschappen
Het beheren van water en 
het bewaken van de kwaliteit 
van ons water. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De gemeente
De gemeente staat het dichtst bij jou.
Veel zaken in jouw woonplaats 
worden geregeld door de gemeente.

Moeten er bomen geplant worden?
Identiteitsbewijs of paspoort regelen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Collectieve goederen
Voorzieningen waar alle burgers gebruik van kunnen maken en die worden geleverd en betaald door de overheid.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Collectieve goederen
De overheid zorgt voor collectieve goederen:
  • Voor sommige ervan kun je niet iedereen apart laten betalen (bijvoorbeeld dijken)
  • Kwaliteit ervan zelf regelen
  • Betaalbaar blijven voor iedereen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quasi-collectieve goederen
Dit zijn goederen die individueel leverbaar, maar die we toch als een soort collectief goed door de overheid laten leveren.


 


Slide 13 - Tekstslide

Onderwijs kun je per persoon leveren. Wanneer je niet betaalt, is het mogelijk om je uit te sluiten van lessen. Maar we kiezen ervoor om het collectief, betaalt met belastinggeld, te leveren.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleid oefenen
Drie juist/ onjuist vragen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een dijk is een collectief goed.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een speeltuin in de wijk is een collectief goed.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een kaartje voor een voetbalwedstrijd een collectief goed.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Maken 2.3 t/m 2.9

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
  • de belangrijkste overheidsorganen noemen
  • het verschil aangeven tussen individuele, collectieve en quasi-collectieve goederen en van elk soort goed een voorbeeld kunnen noemen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Samenleving
Hoofdstuk 2
De overheid om ons heen


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  •  het verschil uitleggen tussen de collectieve sector en de particuliere sector
  • het verschil uitleggen tussen het omslagstelsel en het kapitaaldekkingsstelsel
  • het verschil aangeven tussen de AOW en het pensioen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Huiswerk was: Maken 2.3 t/m 2.9

Nakijken met nakijkblad

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Welke vier overheidsorganen kent Nederland?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Particuliere sector
De particuliere sector bestaat uit bedrijven en burgers.
Bedrijven in de particuliere sector streven naar winst.
Daarbij leveren ze vooral individuele goederen


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Particuliere sector
Deze sector heeft te maken met marktwerking: de aanbieders van producten concurreren met elkaar.
Ze moeten daarom:
  • goede kwaliteit leveren.
  • hun prijzen laag houden. Dat kan alleen als ze hun bedrijfskosten laag houden.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Collectieve goederen
De overheid zorgt voor collectieve goederen, omdat/want:
  • Apart laten betalen niet mogelijk (bijvoorbeeld dijken).
  • De kwaliteit ervan zelf wil regelen.
  • Betaalbaar blijven voor iedereen.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Collectieve sector

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Collectieve sector
Ambtenaren

Semi ambtenaren (docenten, verpleegkundigen)


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Solidariteit
In Nederland kan niet iedereen volledig voor zichzelf zorgen
Hiervoor zijn bepaalde inkomensoverdrachten.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overdrachtsinkomen
Voorbeelden van overdrachtsinkomen:
- Kinderbijslag
- Huurtoeslag
- Zorgtoeslag
- Alimentatie
- Aow
- Ww

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omslagstelsel
Actieven mensen die werken.
Inactieven mensen die een uitkering ontvangen.



Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omslagstelsel 
  • bijvoorbeeld AOW

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk probleem kan er ontstaan bij het omslagstelsel?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergrijzing

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omslagstelsel

* Nu premie afdragen voor de ouderen van nu.
*AOW
Kapitaaldekkingsstelsel

*Nu premie afdragen voor jezelf.
*Pensioenfonds

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Maken 2.10 t/m 2.16

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
 * het verschil uitleggen tussen de collectieve sector en de particuliere sector
* het verschil uitleggen tussen het omslagstelsel en het kapitaaldekkingsstelsel
* het verschil aangeven tussen de AOW en het pensioen

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies