Verkeersborden

• Verkeer
• Basisschool
• Groep 7

Dit is een 'Kijk, hier is......bord'

Kijk, hier is een ... tunnel!

Dit is een verbodsbord

Je mag hier niet fietsen!

Dit is een waarschuwingsbord

Pas op bij harde wind.

Verplicht. Jij moet hier naar links.

Dit is een voorrangsbord.

Jij mag eerst.

Verplicht. Jij moet hier stoppen. 

Het verkeer op de andere weg mag eerst!

1. Jij moet hier stoppen
2. Jij mag eerst. Jij hebt voorrang
3. Je bent hier in het oranje Nederland
4. Hier vallen eieren

1. Jij moet hier de fiets laten staan.
2. Alleen zwarte fietsen mogen hier rijden.
3. Verboden te fietsen. Je mag niet fietsen.
4. Alleen jongens mogen hier fietsen.

1. Pas op! Je bent bijna bij de verkeerslichten.
2. Pas op. Het verkeerslicht is kapot.
3. Hier moet je langzaam rijden.
4. Hier mag je bij rood doorrijden.

1. Harder rijden dan 50 km per uur.!
2. Je mag hier alleen rijden als je 50 jaar bent
3. Je moet 50 euro betalen.
4. Je mag niet harder dan 50 km per uur rijden.

1. Hier is het voetpad.
2. Hier is het vliegveld.
3. Hier is de snelweg.
4. Hier is water

1. Parkeren mag niet voor fietsen en brommers.
2. Fietsen moet links. Brommer moet rechts.
3. Fietsen moet rechts. Brommer moet links.
4. Je mag hier parkeren met de fiets.

1. Hier moet je spelen.
2. Je moet elkaar vast houden.
3. Pas op voor overstekende en spelende kinderen.
4. Kleine kinderen eerst. Dan pas de grote.

1. Alleen als je naam met de P begint.
2. Hier is een overdekte parkeergarage.
3. Hier woont familie Paas.
4. Hier is een zwembad.

1. De andere auto's en fietsen mogen eerst..
2. Jij mag eerst.
3. Pas op! Melk op de weg.
4. Kijk uit. Verkeerslichten.

1. Hier is de bank met geld.
2. Hier is een winkel.
3. Hier kun je betaald parkeren..
4. Parkeren is altijd gratis.

1. Huppelen is niet toegestaan
2. Je mag hier niet alleen over straat
3. Kijk uit voor gevaarlijke mannen
4. Je mag hier niet lopen

1. Je mag hier niet parkeren
2. Je mag hier niet stil staan.
3. Je mag hier niet autorijden

1. Je moet hier lopen (voetpad)
2. Je moet hier met een volwassene lopen
3. Je moet hier hand in hand lopen

1. Let op douane
2. Je mag de straat niet van deze kant inrijden
3. Verboden in te rijden

1. Je moet hier fietsen
2. Hier mag je niet brommen/ fietsen
3. Je mag hier je fiets of brommer plaatsen
4. Geen idee

1. Deze voertuigen mogen hier niet rijden
2. Kijk uit voor.......
3. Je mag hier niet Fietsen (ook brommers en tractoren niet)

1. Let op! verkeer van rechts.
2. Je moet naar rechts rijden.

1. Je mag hier niet...
2. Je moet hier...
3. Pas op...
4. Kijk hier is...

1. Je mag hier niet...
2. Je moet hier...
3. Pas op...
4. Kijk hier is...

1. Je mag hier niet...
2. Je moet hier...
3. Pas op...
4. Kijk hier is...

1. Je mag hier niet...
2. Je moet hier...
3. Pas op...
4. Kijk hier is...

1. Fiets rustig door en als er niets aankomt mag je door
2. Je MOET hier stoppen
3. Dit bord geldt niet voor fietsers

1. Hier is de bebouwde kom
2. Hier stopt Helmond met bouwen
3. Schrijffout
4. Hier is het einde van de bebouwde kom.

1. Vanaf hier de straat in rijden
2. Kijk, hier is een eenrichtingsstraat
3. Je moet hier in rijden
4. Kijk, hier omhoog

1. Pas op, de weg gaat naar links
2. Pas op, de weg gaat naar rechts
3. Pas op, je moet hier naar rechts