4.1 Hitler aan de macht

4.1 Hitler aan de macht
4.1 Hitler aan de macht 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.1 Hitler aan de macht
4.1 Hitler aan de macht 

Slide 1 - Tekstslide

Planning 

- Huiswerk controle 
- Huiswerk bespreken in tweetallen
- Klassikale uitleg opdrachten
- Uitleg

Slide 2 - Tekstslide


Economische crisis


  • Economische crises (hyperinflatie 1923 & Wereldcrisis 1929) 


Slide 3 - Tekstslide

Duitsland in het interbellum
  •  1923: Duitsland kan kosten Verdrag niet meer betalen. Rurhgebied wordt bezet. Hyperinflatie.
  • 1924: Duitsland gaat geld lenen van de VS, de jaren hierop gaat het beter met Duitsland.
  • 1929 economische wereldcrisis, leningen terugbetalen.
  • Jaren '30: Veel armoede in Duitsland

Slide 4 - Tekstslide

Opkomst Hitler
In 1932 wordt Hitler leider van de NSDAP.
Veel Duitsers stemden op de NSDAP.
In 1933 wordt de NSDAP de grootste partij.
--> Hitler wordt Rijkskanselier (president) van Duitsland.
--> Hitler is alleen de baas. Duitsland wordt een dictatuur.

Slide 5 - Tekstslide

  • Een machtig Duits rijk stichten
  • Rassenleer
  •  Antisemitisme (jodenhaat) was geen Duitse uitvinding maar kwam al veel voor in Europa. (
  • Militarisme
  • Nationalisme 

Ideeën Hitler komen overeen met fascisme, alleen rassenleer + antisemitisme is een toevoeging.
Ideeën van de Nationaalsocialisten

Slide 6 - Tekstslide

Kenmerken totalitaire staat
  • De leider is allesoverheersend.
  • Eenpartijstelsel, geen parlementaire democratie.
  • Massamedia: propaganda.
  • Jeugd geïndoctrineerd. 
  • Geen vrijheid van meningsuiting. 

Duitsland totalitaire staat 1933: de bestuurders van een land beheersen en controleren het leven van de inwoners volledig. 

Slide 7 - Tekstslide

Hitler stuurt aan op oorlog (1)
  • Hitler voert de dienstplicht in en laat vliegtuigen, tanks en andere wapens maken.
  • Hij stopt met het betalen van de oorlogsschade (Versailles).
  • Hij sluit een bondgenootschap met het fascistische Italië.

Slide 8 - Tekstslide

Hitler stuurt aan op oorlog (2)
  • Hitler neemt Oostenrijk (1938) in en eist Sudetenland op. 
  • Engeland, Frankrijk, (Duitsland en Italië) staan dat toe in ruil voor de belofte dat hij niet nog meer binnenvalt.

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen: Paragraaf 4.2 
Bedenk 2 toetsvragen  bij de leerteksten
Maken: Paragraaf 4.2 opdracht: 4, 5, 7, 8, 9, 11 en 13

Donderdag 25 april proefwerk WO2 

Slide 10 - Tekstslide