Veni vidi vici
1 / 21
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke rivier scheidt de Germanen van de Galliërs?
A
Matrona
B
Rhenum
C
Garunna
D
Sequana
Slide 2 - Quizvraag
Wat is GEEN reden dat de Belgen de dappersten zijn?
A
ze wonen dichtbij de Germanen
B
ze wonen verst van de Romeinen
C
de Romeinse handelaars komen er niet
D
ze wonen dichtbij de Romeinen
Slide 3 - Quizvraag
Welk volk woont NIET in Gallia?
A
Belgae
B
Celtae
C
Aquitani
D
Matronae
Slide 4 - Quizvraag
Waar of niet waar: Er waren 4 Punische oorlogen.
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Waar of niet waar: Hannibal speelde een rol in de 2e Punische oorlog.
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
In welk jaar was de secessio plebis?
A
447 nC
B
494 vC
C
474 vC
D
449 nC
Slide 7 - Quizvraag
Wie behoorde NIET tot de populares
A
Cicero
B
Caesar
C
Marius
D
Crassus
Slide 8 - Quizvraag
Hoe stierf Mithridates VI?
A
Hij werd vergiftigd
B
Hij pleegde zelfmoord
C
Hij liet zich door zijn slaaf doden
Slide 9 - Quizvraag
Wie won de slag bij Actium in 31 vC?
A
Pompeius
B
Caesar
C
Marcus Antonius
D
Octavianus
Slide 10 - Quizvraag
Welke functie behoort NIET tot de cursus honorum?
A
senator
B
aediel
C
consul
D
quaestor
Slide 11 - Quizvraag
Waar of niet waar: het eerste triumviraat bestond uit Pompeius, Caesar en Crassus.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Met wie was Caesar NIET getrouwd?
A
Calpurnia Pisonis
B
Cornelia Cinna
C
Cleopatra VII
D
Pompeia Sulla
Slide 13 - Quizvraag
Wie schreef het achtste boek van DBG?
A
officier Labienus
B
officier Cotta
C
officier Sabinus
D
officier Hirtius
Slide 14 - Quizvraag
Welke vertaling hebben we nooit gebruikt voor het woord ‘finis’
A
grens
B
gebied
C
einde
Slide 15 - Quizvraag
Wat is collocarat van collocaverat?
A
De gesynthetiseerde vorm
B
De gesyncopeerde vorm
C
De symptotische vorm
D
De asymptotische vorm
Slide 16 - Quizvraag
Wat doet Caesar NIET in zijn DBG?
A
relativeren
B
objectiveren
C
overdrijven
D
verdoezelen
Slide 17 - Quizvraag
Welke stijlfiguur vind je in
‘inermes armatis occurrerent’?
‘inermes armatis occurrerent’?
A
asyndeton
B
polysyndeton
C
oxymoron
D
tweeledigheid
Slide 18 - Quizvraag
Waar of niet waar? Het belangrijkste ritueel van de druïden was maretak afsnijden met een gouden sikkel.
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Welke stijlfiguur herken je NIET in ‘pulsis ac proturbatis’?
A
chiasme
B
tautologie
C
pleonasme
D
alliteratie
Slide 20 - Quizvraag
Waar of niet waar? Caesar won uiteindelijk de Gallische oorlogen met een donutstructuur.
A
waar
B
niet waar
