1 vmbo-kgt thema 6.5 Voortplanting bij planten en dieren: vruchten en zaden

thema 6 Voortplanting bij planten en dieren
6.5 Vruchten en zaden
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

thema 6 Voortplanting bij planten en dieren
6.5 Vruchten en zaden

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
herhaling vorige lessen: bestuiving/bevruchting
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 6.5 vruchten en zaden
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Sleep naar de goede plaats
stempel
Bloem bodem
stijl
Vrucht beginsel
Eicel
Zaad beginsel

Slide 3 - Sleepvraag

grote
kroonbladeren
plakkerig 
stuifmeel
geen geur
vertakte
stampers
nectar
kleurige 
kroonbladeren
meeldraden buiten de bloem
geur
licht stuifmeel
onopvallende kroonbladeren
wind 
bestuiving
insecten 
bestuiving

Slide 4 - Sleepvraag

Bij welk onderdeel vind de bestuiving plaats?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 5 - Quizvraag

Bij welk onderdeel vind de bevruchting plaats?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quizvraag

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kun je beschrijven hoe een vrucht ontstaat uit een vruchtbeginsel.

Slide 7 - Tekstslide

Inleiding
Na de bevruchting ontstaan in het vruchtbeginsel 1 of meerdere zaden. Het vruchtbeginsel is het begin van een vrucht.

Vruchten zijn er in alle soorten en maten.

Slide 8 - Tekstslide

6.5 Vruchten en zaden
Na de bevruchting verandert er veel in een bloem.
In het vruchtbeginsel beginnen 1 of meer zaadbeginsels te groeien.

Alleen de zaadbeginsels waarin de eicellen zijn bevrucht, groeien uit tot zaden.

De andere zaadbeginsels in het vruchtbeginsel verschrompelen.

Slide 9 - Tekstslide

6.5 Vruchten en zaden
Het vruchtbeginsel wordt groter.
Het groeit uit tot een vrucht.

De zaden bevinden zich in de vrucht.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

6.5 Vruchten en zaden
De vrucht van een bonenplant heet een peulvrucht.
Dit zijn langwerpige vruchten.

In de afbeelding op de vorige bladzijde zie je de veranderingen bij een bloem van een bonenplant.
We gaan deze veranderingen stap voor stap bekijken.

Slide 12 - Tekstslide

1: de bloem voor de bevruchting.

2: Na de bevruchting beginnen het vruchtbeginsel en de zaadbeginsels te groeien.


Slide 13 - Tekstslide

3. De kroonbladeren en de meeldraden vallen af, het vruchtbeginsel wordt steeds langer.

4. De bloemkelk verschrompelt, er blijft alleen een restant over. Ook van de stijl blijft alleen een restant over, ze zaadbeginsels worden groter.

Slide 14 - Tekstslide

5. Als de boon rijp is, wordt de zaadhuid donkerder.

Uiteindelijk breekt de vrucht open en komen de zaden vrij.

Slide 15 - Tekstslide

In de afbeelding links zie je een doorsnede van een appel en een peer. In het klokhuis zitten pitten. De pitten zijn de zaden van een appel en een peer.

Slide 16 - Tekstslide

In de afbeelding links zie je een paprika, met in het midden de pitten.

Peulen, kersen, tomaten, appels, peren en paprika's zijn vruchten.

Bonen, erwten en pitten zijn zaden.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

VRAGEN??

Slide 19 - Tekstslide

zelf aan de slag
6.5 Vruchten en zaden: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 3 t/m 6 maken
(vanaf blz. 154)

Slide 20 - Tekstslide

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kun je beschrijven hoe een vrucht ontstaat uit een vruchtbeginsel.

Slide 21 - Tekstslide