T2 Werken met Microscoop KT

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Werken met een microscoop

• Zitten volgens de plattegrond
• Spullen op tafel

       Boek, werkboek, schrift

• Tas van tafel
• Lees blz. 127 t/m 128

Kennen/Kunnen

• Je kunt alle onderdelen van een microscoop benoemen
• Je kunt uitleggen wat de functie is van de onderdelen van een microscoop
• Je kunt bepalen met welke vergroting je iets ziet als je de vergroting van oculair en objectief weet

Wat gaan we doen?

• Herhalen
• Gebruiken van een microscoop
  
• Tijd voor hw
  
• Afsluiten

Welk deel van de microscoop gebruik je om doorheen te kijken?

1. Voet
2. Oculair
3. Revolver
4. Objectief

Aan welk deel pak je de microscoop op (om te verplaatsen)?

1. Voet
2. Tubus
3. Revolver
4. Statief

Met welk deel kun je van vergroting wisselen?

1. Diafragma
2. Oculair
3. Revolver
4. Objectief

Je gebruikt een microscoop.
Het oculair heeft een sterkte van 10x
Het objectief een sterkte van 25x.
Wat is de totale vergroting die je ziet? (typ alleen een getal)

Wat bekijk je?

Voorwerpglas

De microscoop klaarzetten

1. Vastpakken aan het statief, hand onder de voet
2. Rode objectief onder de tubus
3. Tafel helemaal omlaag draaien
4. Diafragma helemaal open
5. Lampje aan

De microscoop gebruiken

1. Leg het preparaat onder de klemmen op de tafel
2. Draai aan de grote schroef tot scherp beeld
3. Het is nu 40x vergroot
4. Draai naar het gele objectief
5. Draai aan de kleine schroef tot scherp beeld
6. Het is nu 100x vergroot
7. Draai naar het blauwe objectief
8. Draai aan de kleine schroef tot scherp beeld
9. Het is nu 400x vergroot

De microscoop opruimen

1. Rode objectief onder de tubus
2. Tafel helemaal omlaag draaien
3. Preparaat wegpakken
4. Lampje uit
5. Vastpakken aan statief, hander onder voet

Tekenregels

• Gebruik altijd: potlood en geodriehoek
• Geodriehoek alleen voor rechte lijnen
• Maak eerst de twee vakken
• Schrijf alle informatie erbij
• Teken wat je ziet, niet wat je moet zien
• Teken niet alles
• Teken GROOT
• Niet schetsen

Ga aan de slag met:

• Lezen blz. 127, 128
  
• Maken Opdr. 3 blz. 128-129

Klaar met het bovenstaande?

• Verder werken/lezen
• Samenvatten
• Ander huiswerk
• Boek lezen

Zs = Werken in stilte

• Geen vinger opsteken
• Aan het werk
• Stil en stoor niemand
• Blijf op je plek

Ga aan de slag met:

• Lezen blz. 127, 128
• Maken Opdr. 3 blz. 128-129

Klaar met het bovenstaande?

• Verder werken/lezen
• Samenvatten
• Ander huiswerk
• Boek lezen

Zf = Werken met fluisteren

• Geen vinger opsteken
• De docent komt langs
• Aan het werk
• Fluister alleen met de persoon naast je
• Blijf op je plek

Afsluiting

• Je kunt alle onderdelen van een microscoop benoemen
  
• Je kunt uitleggen wat de functie is van de onderdelen van een microscoop
  
• Je kunt bepalen met welke vergroting je iets ziet als je de vergroting van oculair en objectief weet
• Je weet hoe je een microscoop moet gebruiken