Nieuw-Nederlands - Cursus 7 - Paragraaf 10 + 11

Aardrijkskunde
Toets maken
In Stilte
Vraag? Vinger opsteken

Klaar? toets inleveren
Iets voor jezelf: lezen, tekenen, in overleg
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, tLeerjaar 2,3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Aardrijkskunde
Toets maken
In Stilte
Vraag? Vinger opsteken

Klaar? toets inleveren
Iets voor jezelf: lezen, tekenen, in overleg

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van de les kun je moeilijke woorden spellen en weet je het verschil in PV en Voltooid Deelwoord

Slide 2 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord is een vorm van het werkwoord.

Voltooid betekent dat iets klaar of afgelopen is.

Bijvoorbeeld:
Frits heeft zijn fietsband geplakt

Slide 3 - Tekstslide

Persoonsvorm (PV)
                                                 Altijd een werkwoord!
Vraagzin? Staat PV vooraan     Ik loop   -   Loop ik?
enkelvoud  <->  meervoud        Ik loop    -  Wij lopen
tt  <->  vt                                             Ik loop    -  Ik liep

1 werkwoord = altijd PV

Slide 4 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord eindigt op -en of op -d of -t.
Bijvoorbeeld:
gebroken, geschreven
gehoord, gemaakt

Staat vaak aan het eind van de zin
Er staan twee of meer werkwoorden in de zin

Slide 5 - Tekstslide

't ex-fokschaap / 't ex-kofschip
Stap 1 : wij-vorm                                                               wij sparen
Stap 2: -en                                                                          wij sparen
Stap 3: staat laatste letter in 't ex-fokschaap?            r
JA -> T
Nee -> D

Dus gespaarD

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag!
Boek blz: 232 en 233
Opdracht: 1 t/m 4

Vraag? Vinger opsteken
Iedereen is stil en doet mee

Slide 7 - Tekstslide

Bas heeft een lekkere appel _____. (eten)

Slide 8 - Open vraag

De bloemen hebben mooi _____. (bloeien)

Slide 9 - Open vraag

Heeft Saar jou voor de gek _____? (houden)

Slide 10 - Open vraag

Pim is over zijn voet _____? (struikelen)

Slide 11 - Open vraag

De volleybalwedstrijd is te laat _____. (starten)

Slide 12 - Open vraag

Aan de slag!
Maken

Bladzijde 230 en 231
Paragraaf 10: Opdracht 1 t/m 4

Slide 13 - Tekstslide

In de tent naast ons werd de hele nacht _____. (snurken)

Slide 14 - Open vraag

Lesdoel
Aan het eind van de les weet je hoe je een voltooid deelwoord moet spellen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video