Herhaling ademhaling

Ademhaling
Herhaling ademhaling & COPD
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Ademhaling
Herhaling ademhaling & COPD

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  1. Je kunt uitleggen wat verstaan wordt onder het ademhalingsstelsel.
  2. Je kunt samenvatten wat de functie van het ademhalingsstelsel is en hoe de ademhaling bij een zorgvrager verloopt.
  3. Je kunt uitleggen hoe je de ademhaling van een zorgvrager observeert.
  4. Je kunt uitleggen waaraan je afwijkingen in de ademhaling van een zorgvrager herkent.
  5. Je kunt uitleggen wat COPD is en wat dit voor invloed heeft op de ademhaling\.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Lesindeling
Opfrissen ademhaling
Ademhalingsstelsel
Observatie van de ademhaling
COPD
Opdrachten

Slide 4 - Tekstslide

Ademhaling
Inademen                                                                          Uitademen van afvalproduct
  1. Neus of mond
  2. Keelholte
  3. Strottenhoofd
  4. Luchtpijp
  5. Luchtpijptakken
  6. Longblaasjes
  7. Bloed neemt zuurstof op

Slide 5 - Tekstslide

Ademhaling
  1. Ademhalingscentrum (hersenstam)
  2. Inademing: lucht wordt in de longen gezogen
  3. Uitademing: lucht wordt uitgestoten
  4. Borstademhaling: de borstkas wordt voornamelijk ruimer doordat de tussenribspieren zich aanspannen
  5. Buikademhaling: de borstkas wordt voornamelijk ruimer door het gebruik van het middenrif en de buikspieren

Slide 6 - Tekstslide

Werking van de longen
  1. Haarvaatjes verspreid over honderden miljoenen longblaasjes.
  2. Functie van de longblaasjes
           Afgifte van zuurstof aan het bloed
           Opname van afvalproducten (kooldioxide) uit het bloed
  3. Deze uitwisseling handhaaft ook de juiste zuurgraad van het bloed
           Langzaam ademen = meer CO2 = zuurder bloed
           Dieper en sneller ademen = minder CO2 = zuurgraad normaal

Slide 7 - Tekstslide

Wat weet jij over COPD?

Slide 8 - Woordweb

Wat is COPD?
*COPD staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease
*Is een verzamelnaam voor chronische bronchitis en longemfyseem
*Chronische bronchitis: Ontsteking van de grotere luchtwegen
*Longemfyseem: Sterkere uitrekking van de long ten opzichte van een normale long


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Oorzaken COPD

Slide 11 - Tekstslide

Symptomen COPD

Slide 12 - Tekstslide

COPD GOLD fases
GOLD fase 1: Lichte COPD
GOLD fase 2: Matig COPD
GOLD 3: Ernstig COPD
GOLD 4: Zeer ernstig COPD

Werkt aan de hand van FEV1 (hoeveelheid lucht die maximaal uitgeademd kan worden)



Slide 13 - Tekstslide

Piepende ademhaling passend bij COPD

Slide 14 - Tekstslide

Stelling

COPD is te genezen

Slide 15 - Tekstslide

Diagnose COPD vaststellen

*Anamnese afnemen!
*Saturatie meten
*Ausculteren (beluisteren) van de longen
*Röntgenfoto (thorax)
*Spirometrie 
*Ecg

Slide 16 - Tekstslide

Prognose

Progressief longfalen
Terminaal longfalen

Afhankelijk stop roken!

Slide 17 - Tekstslide

Behandeling COPD
COPD (Chronical Obstructive Pulmonary Disease) is een chronische, progressieve longaandoening. Deze is helaas nog niet te genezen.

Stoppen met roken
Medicijnen
Zuurstoftherapie
Longrevalidatie

Slide 18 - Tekstslide

Medicatie
  • Luchtwegverwijders
  • Corticosteroïden
  • Antibiotica
  • Zuurstof

Slide 19 - Tekstslide

Zoek een voorbeeld op van een:
luchtweg verwijderaar,
corticosteroïden, antibiotica.

Slide 20 - Open vraag

Verpleegkundige aandachtspunten
*Advies geven rondom leefregels bij COPD
*Helpen bij het inzicht krijgen in het herkennen van dyspneu klachten
*Uitleg geven wat het belang is van goede voeding, gewicht, conditie verbetering
*Indien nodig begeleiding aanbieden bij het stoppen met roken
*Psychosociale begeleiding
*Instructie geven bij inhalatiemedicatie en/of vernevelen
*Instructie gebruik van zuurstof

Slide 21 - Tekstslide

VOEDING en COPD
 De patiënten hebben het ontzettend druk met het ademhalen. Dit kost veel energie! Vandaar dat energie rijk dieet gewenst is bij deze patiënten.

Zoek op wat een COPD patiënt het best niet kan eten


Slide 22 - Tekstslide

Antwoord
Melk producten veroorzaken slijmproductie in de longen​
Gebruik liever karnemelk, yoghurt en zure room dan melk. ​

Slide 23 - Tekstslide

Eten en mensen met COPD
  • Rust voor het eten.​
  • Eet vaker op een dag kleinere porties.​
  • Gebruik een goede houding- en ademhalingstechniek tijdens het eten.​
  • Eet langzaam en kauw goed. Slik een hap in één keer door. ​
  • Haal diep adem voordat je een volgende hap neemt. ​
  • Eet voedsel dat makkelijk te kauwen is, bijvoorbeeld zacht voedsel. ​
  • Maak eenvoudig te bereiden maaltijden. ​
  • Gebruik de hoofdmaaltijd op een tijdstip waarop de zorgvrager zich het beste voelt.






Slide 24 - Tekstslide

Vervolg
  • Kauw voedsel goed; dit produceert meer speeksel in de mond. ​
  • Drink bij iedere hap voedsel een klein beetje en houd altijd iets te drinken bij de hand. ​
  • Gebruik jus of saus bij de warme maaltijd. ​
  • Beleg boterhammen met een smeerbaar, zacht beleg.



Slide 25 - Tekstslide

Opdracht inhalatiemedicatie
*Onderzoek wat de werking en aandachtspunten zijn bij Beclometason en Atrovent. 
*Geef de zorgvrager en zijn partner informatie over deze medicatie 
*Onderzoek of er nieuwe ontwikkelingen zijn m.b.t. inhalatiemedicatie
*Maak een informatiefolder voor de zorgvrager en zijn partner over het gebruik van inhalatiemedicatie, met daarbij de juiste techniek voor het inhaleren bij gebruik van een standaard inhalator.

Slide 26 - Tekstslide