3. Stunde: haben, sein werden in de tegenwoordige tijd

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hausaufgabe
Seite 108 Nr 23

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

haben, sein en werden
in de tegenwoordige tijd - Präsens

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weißt du es noch?
haben, sein, werden

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Präsens: haben sein werden
hebben=haben      zijn =sein       worden= werden
ich  habe               ich bin            ich werde
du hast                  du bist            du wirst
er hat                     er ist               er wird
wir haben               wir sind          wir werden
ihr habt                  ihr seid           ihr   werdet
sie/Sie haben        sie/Sie sind     sie/Sie werden

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Präsens: haben, sein, werden
hebben = haben     zijn = sein     worden = werden
ich  ...                     ich ...             ich ...
du ...                      du ...              du ...
er ...                       er ...               er ...
wir ...                      wir ...             wir ...
ihr ...                       ihr ...             ihr ...
sie/Sie ...               sie/Sie ...       sie /Sie ...
timer
2:00

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

............... du Zeit für mich?
timer
0:30

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ich weiß nicht, was ich falsch gemacht ................ .
timer
0:30

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

.................. du müde?
timer
0:30

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wir ............... unseren Eltern eine Karte geschrieben.
timer
0:30

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

.............. Sie schon wieder krank?
timer
0:30

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ich ........ jetzt vierzehn Jahre alt.
timer
0:30

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

S. 96

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aber

Was ist mit werden?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:30
Welke 2 betekenissen heeft
werden? .... en ....

Slide 17 - Woordweb

worden: werden
zullen: sollen
Ich ............ dir die Matheaufgabe erklären.
A
habe
B
bin
C
werde

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ihr ....... das jetzt sagen!
A
wird
B
werdet
C
habt
D
seid

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ariane ............... noch in der Schule.
A
ist
B
wird
C
hat
D
hast

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


.............. du morgen 10 oder 14 ?
A
wirdst
B
wirst
C
bist
D
hast

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hausaufgabe
Seite 97 Nummer 9

Write down 8 sentences. In each sentence you use haben, sein oder werden im Präsens und ein Wort aus der Wörterliste von Kapitel 2.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

S. 97

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tschüss und danke für eure Mitarbeit!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies