KDINT - Blok 2 - Les 6

 Wat is cultuur?
Keuzedeel Internationaal 1:
overbruggen (interculturele) diversiteit
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Keuzedeel INTMBOStudiejaar 1-3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 Wat is cultuur?
Keuzedeel Internationaal 1:
overbruggen (interculturele) diversiteit

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige week
- Wat verstaan we onder cultuur?
- Wat hebben normen en waarden met cultuur te maken?
- Wat heeft religie met cultuur te maken?



Slide 2 - Tekstslide

- 24,7 %
- Cultuur is een vorm van mentale programmering. Het zijn patronen van gedachtes, gevoelens en gedrag.
- Elke cultuur heeft eigen normen en waarden
- Veel culturen hebben religie als basis. Zijn wel 2 verschillende dingen, lopen vaak door elkaar heen
Gedaan?
- Boek / licentie aangeschaft? 
- Licentie geactiveerd?
- Toegevoegd aan groep in BOOM met groepscode?
- Huiswerk gemaakt?




Slide 3 - Tekstslide

Licentiecode in Teams (juiste kanaal checken!!!)
Vandaag
- Nederlandse taal en cultuur
- Inburgeren
- Stereotypen en vooroordelen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Nederland heeft een Westerse cultuur.
Welke religie is de basis voor de westerse cultuur?
A
Jodendom
B
Islam
C
Christendom
D
Boedhisme

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Verschillen tussen de Westers en de Oosterse cultuur
De basis van de Nederlandse cultuur is het calvinisme.

Welke eigenschappen zijn typisch calvinistisch?
A
Men geniet van het leven en men neemt de tijd en geniet van goed eten en drinken.
B
Bescheidenheid, zuinigheid en de wil om (hard) te werken.

Slide 7 - Quizvraag

A = bourgondisch; het tegenovergestelde van calvinistisch
Wat is typisch Nederlands?
Wat hoor je vaak over Nederlanders?

Slide 8 - Open vraag

Open en eerlijk
Nederlanders draaien er niet omheen. Ze zeggen wat ze te zeggen hebben. Ook als dat gevoelig ligt bij een ander.
Bescheidenheid
Nederlanders scheppen niet op over het geld dat ze verdienen en de bezittingen die ze hebben.
Zuinigheid
Nederlanders zijn zuinig met geld, tijd en emoties.
Ze sparen graag en zijn gek op koopjes. Komen op tijd voor een afspraak en willen dan direct aan de slag. En ze zullen hun emoties niet snel in het openbaar laten zien.
Gelijkheid
Iedereen is gelijk. Of je nu jong of oud bent, werknemer of werkgever. Mensen worden al snel aangesproken met je.
Eigen verantwoordelijkheid
Iedereen is zelf verantwoordelijk voor zijn eigen gedrag of resultaten.
Tolerantie
Nederlanders accepteren veel dingen: homoseksualiteit, anticonceptie, abortus, soft drugs, prostitutie enzovoort.
Typisch Nederlandse gezegden

'Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.'
'Stel je niet aan.'
'Bescheidenheid siert de mens.'
'Tijd is geld.'

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inburgeren: waarom en voor wie?

Voor wie?

Waarom?

Slide 10 - Tekstslide

Iedereen van buiten de Europese Unie die voor langere tijd in Nederland wil blijven, moet inburgeren. 
Inburgeren zorgt ervoor dat je mee kunt doen in de Nederlandse samenleving. Daarvoor moet je de taal en de Nederlandse cultuur leren kennen.

Om te bewijzen dat je voldoende kennis hebt van Nederland doe je een inburgeringsexamen. 
Je kunt je hier op voorbereiden met een inburgeringscursus.
Stefanie
♫  favoriete muziek?
⍱  favoriete drankje?
☻ karakter/eigenschappen?
♥   op welk type valt zij?
✉  beroep?


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten vooroordelen en stereotypen

Je leert door deze opdrachten te reflecteren op je eigen zienswijze ten aanzien van een aantal aspecten in de samenleving waarover verschillend gedacht kan worden. 

Je begrijpt het verschil tussen stereotypering en discriminatie. 

Er volgt geen oordeel aan deze zienswijze.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooroordelen 
Vooroordeel = 
- mening die je hebt zonder dat je iemand kent
- gebaseerd op uiterlijk, naam of gedrag
- over iemand of groep mensen
Voorbeelden?





Slide 14 - Tekstslide

Een vooroordeel is de mening die je over iemand hebt zonder dat je hem daadwerkelijk kent. Vaak is je mening gebaseerd op kenmerken als het uiterlijk, de naam of het gedrag dat je van iemand ziet.

Om je mening te vormen maak je gebruik van stereotypen. Een overdreven simpel en meestal negatief beeld van een groep mensen: Zie je iemand lopen op klompen dan zal dat wel een boer zijn. Die jongen die zich zo vrouwelijk gedraagt zal wel homo zijn.
Stereotypen
- Om je mening te vormen maak je gebruik van stereotypen. 
- Een overdreven simpel en meestal negatief beeld van een groep mensen 
Voorbeelden?

Slide 15 - Tekstslide

Met stereotypen worden mensen in hokjes geplaatst. Daarmee is de wereld overzichtelijk en voorspelbaar. 
Je kunt mensen en situaties sneller inschatten en daardoor snel reageren.

Voorbeelden:
- Zie je iemand lopen op klompen dan zal dat wel een boer zijn. 
 - Die jongen die zich zo vrouwelijk gedraagt zal wel homo zijn.
Nut van stereotypen?
Met stereotypen worden mensen in hokjes geplaatst. Daarmee is de wereld overzichtelijk en voorspelbaar. Je kunt mensen en situaties sneller inschatten en daardoor snel reageren.


Slide 16 - Tekstslide

Met stereotypen worden mensen in hokjes geplaatst. Daarmee is de wereld overzichtelijk en voorspelbaar. 
Je kunt mensen en situaties sneller inschatten en daardoor snel reageren.

Voorbeelden:
- Zie je iemand lopen op klompen dan zal dat wel een boer zijn. 
 - Die jongen die zich zo vrouwelijk gedraagt zal wel homo zijn.
Discriminatie
Vooroordelen en stereotypen kunnen leiden tot discriminatie. Discriminatie is het anders behandelen van mensen op basis van een of enkele kenmerken.

Voorbeelden soorten discriminatie?

Slide 17 - Tekstslide

Op basis van je vooroordelen denk je te weten hoe iemand is en hoe je diegene moet behandelen. 
Bijvoorbeeld wanneer iemand niet aangenomen wordt voor een bepaalde baan omdat hij te oud is, dan valt dit onder leeftijdsdiscriminatie. Maar ook op basis van andere kenmerken kunnen mensen gediscrimineerd worden. Bijvoorbeeld vanwege iemands seksuele geaardheid, iemands geloof of omdat iemand een handicap heeft. Wanneer het gaat om discriminatie op basis van iemands afkomst, noem je dit racisme.
Aan de slag!
Doornemen:
Theoriebronnen:
- De Nederlandse cultuur
- Vooroordelen en stereotypen
Maken:
Opdrachten:
- 5 t/m 10


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies