Woordvolgorde in de Nederlandse zin

Woordvolgorde in de zin
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Woordvolgorde in de zin

Slide 1 - Tekstslide

Gewone volgorde in een hoofdzin:
Onderwerp persoonsvorm iets anders  (OPA)

Jan  loopt naar school
Ik werk elke dag

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Zin met inversie (apo)
Als de zin met iets anders dan het onderwerp begint, bijvoorbeeld de tijd of de plaats:
Anders persoonsvorm onderwerp

Morgen ga ik voetballen
Om vijf uur kom ik 

Slide 4 - Tekstslide

In welke zin is de volgorde goed?
A
Ik morgen ga naar huis
B
Ik ga morgen naar huis
C
Morgen ik ga naar huis
D
Naar huis ik ga morgen

Slide 5 - Quizvraag

In welke zin is de volgorde NIET goed
A
Gisteren fietste ik met mijn broer
B
Gisteren ik fietste met mijn broer
C
Ik fietste gisteren met mijn broer
D
Met mijn broer fietste ik gisteren

Slide 6 - Quizvraag

Zin met gewone volgorde
Zin met inversie
Gisteren ben ik gevallen
Ik hou van pannenkoeken
Patat vind ik niet lekker.
Jan en Piet voetballen samen
Over een week begint de vakantie

Slide 7 - Sleepvraag

Maak een zin met inversie en een zin onder inversie met de volgende woorden:

liep ik gisteren naar de stad

Slide 8 - Open vraag

Heeft deze zin wel of geen inversie?

Volgende week hebben we vakantie
A
wel inversie
B
geen inversie

Slide 9 - Quizvraag

Heeft deze zin wel of geen inversie?

Maria en Maarten maken samen huiswerk
A
wel inversie
B
geen inversie

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Welke zin is NIET goed
A
Ik voetbal en ik tennis.
B
Ik voetbal, maar tennis ik niet.
C
Ik voetbal, maar ik tennis niet.
D
Ik voetbal of ik tennis

Slide 12 - Quizvraag

Maak zelf een goede zin met de volgende woorden: wij naar school elke dag gaan

Slide 13 - Open vraag

Maak twee zinnen, één met en één zonder inversie met de volgende woorden:

we vakantie hebben volgende week gelukkig

Slide 14 - Open vraag

zonder inversie

We hebben volgende week gelukkig vakantie.
Met inversie

Volgende week hebben we gelukkig vakantie.

Gelukkig hebben we volgende week vakantie.

Slide 15 - Tekstslide

Vond je deze les over woordvolgorde leerzaam?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll


Slide 17 - Open vraag