In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Vak: Biologie
Hoofdstuk: 6.3 Samenleven
1.
Lesopening
2.
Lesdoelen
3.
Mini-check
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
Slide 1 - Tekstslide
1. Lesopening
Pak je werkboek van biologie op tafel en laat deze nog even dicht op tafel liggen.
Slide 2 - Tekstslide
2. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- kun je uitleggen wat een biologisch evenwicht is;
- kun je uitleggen hoe soorten afhankelijk zijn van elkaar voor voedsel, een schuilplaats en voortplanting.
Slide 3 - Tekstslide
3. Wat nu?
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig 6.3 opdracht 1 t/m 8 op blz. 206 t/m 212
- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag.
Slide 4 - Tekstslide
Mini-check
Slide 5 - Tekstslide
Welke factoren hebben invloed op een populatie grootte?
A
Alleen abiotische factoren
B
Alleen biotische factoren
C
Zowel abiotische- als biotische factoren
Slide 6 - Quizvraag
Wat is geen reden voor concurrentie tussen individuen van verschillende soorten?
A
Ruimte
B
Licht
C
Partner
D
Voedsel
Slide 7 - Quizvraag
Wanneer is sprake van een biologisch evenwicht?
A
als de grootte van een populatie niet meer verandert
B
als er evenveel rupsen als koolmezen zijn
C
als de populatiegrootte lange tijd rond een bepaalde waarde schommelt
D
wanneer alle biotische en abiotische factoren optimaal zijn
Slide 8 - Quizvraag
Wie maakt wat:
3 vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:
les 6.3 opdracht 1 t/m 8 op blz. 206 t/m 212
De rest doet mee met de instructie.
Slide 9 - Tekstslide
4. Instructie
Lees en kijk mee naar de volgende dia.
Slide 10 - Tekstslide
Populatiegrootte
De populatiegrootte is het aantal organismen in een populatie. De populatiegrootte hangt af van de invloeden uit de omgeving.
-> Dus van biotische- en abiotische factoren.
Gunstige factoren: zorgen ervoor dat de populatie groeit. Er is bijvoorbeeld genoeg eten en maar weinig vijanden.
Ongunstige factoren: zorgen ervoor dat de populatie kleiner wordt. Er is bijvoorbeeld te weinig eten, of er gaan meer konijnen dood dan er geboren worden.
Slide 11 - Tekstslide
Evenwicht
Bij de meeste populaties schommelt de populatiegrootte rond een evenwichtswaarde.
Dit noem je: biologisch evenwicht.
Slide 12 - Tekstslide
Samenleven
Binnen een populatie heeft elk individu relaties met soortgenoten.
Een relatie kan gericht zijn op concurrentie (competitie) of op samenwerking.
Concurrentie: strijden om voedsel, partner, veilige plek.
Samenwerking: een groep leeuwen die samen jagen op een prooi.
Slide 13 - Tekstslide
Relaties binnen een populatie
Er is sprake van rangorde bij dieren die in groepen leven. Eén dier is de baas, de rest van de dieren weten hun plek.
Territorium: Gebied dat wordt verdedigd tegen soortgenoten (kan dienen als jachtgebied of grootbrengen van jongen).
Paarvorming: Een mannetje en een vrouwtje werken samen om zich voor te planten.
Slide 14 - Tekstslide
Relaties tussen soorten
Individuen van verschillende soorten kunnen een langdurige relatie met elkaar hebben -> symbiose.
Slide 15 - Tekstslide
Parasitisme
Parasitisme: symbiose waarbij een individu een voordeel heeft en het ander individu een nadeel heeft.
Parasiet: individu dat een voordeel heeft bij parasitisme.
Gastheer: individu dat een nadeel heeft bij parasitisme
Slide 16 - Tekstslide
5. Begeleid inoefenen
Jullie kunnen nu zelfstandig aan de slag !
BS6.3 opdracht 1 t/m 8 op blz. 206 t/m 213. Lees goed de stukjes tekst.
Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig ?
Wij maken samen opdracht 1 en 2.
Slide 17 - Tekstslide
6. Zelfstandig werken
Je leest de theorie van paragraaf 6.3. Hierna maak je zelfstandig
opdracht 1 t/m 8 op blz. 206 t/m 213.
Ben je klaar?
1. Nakijken en verbeteren
2. Samenhang maken (opdracht 9)
3. BS4 lezen en opdrachten maken.
3. Leren voor biologie/samenvatting maken
timer
30:00
Slide 18 - Tekstslide
- kun je uitleggen wat een biologisch evenwicht is?
- kun je uitleggen hoe soorten afhankelijk zijn van elkaar voor voedsel, een schuilplaats en voortplanting?