7.7 - Dihybride kruisingen

7.7 - Dihybride kruisingen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

7.7 - Dihybride kruisingen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Je kunt een dihybride kruising met niet-gekoppelde genen met behulp van een kruisingsschema uitwerken.

Slide 2 - Tekstslide

Dihybride kruisingen
- Kruising waarbij wordt gelet op de overerving van twee eigenschappen

- Onafhankelijk overerving (chromosomen liggen op verschillende chromosomenparen)

-Gekoppelde overerving (Beide genen liggen op HETZELFDE
chromosoom

Slide 3 - Tekstslide

Gekoppelde overerving

Beide genen liggen op HETZELFDE
chromosoom
Onafhankelijke overerving

Beide genen liggen op VERSCHILLENDE
chromosomen

Slide 4 - Tekstslide

Vachtkleur:
Zwart (A)
Rood (a) 

Vachttekening:
Effen (B)
Bont (b) 
Dihybride kruising
Stier:
Roodbont

Koe:
Homozygoot zwart
Homozygoot effen 

Genotype?

Slide 5 - Tekstslide

Vachtkleur:
Zwart (A)
Rood (a) 

Vachttekening:
Effen (B)
Bont (b) 
Dihybride kruising
Stier:
Roodbont

Koe:
Homozygoot zwart
Homozygoot effen 

AABB x aabb

Slide 6 - Tekstslide

Vachtkleur:
Zwart (A)
Rood (a) 

Vachttekening:
Effen (B)
Bont (b) 
Dihybride kruising
Stier:
Roodbont

Koe:
Homozygoot zwart
Homozygoot effen 

AABB x aabb
Gameten?


Slide 7 - Tekstslide

Vachtkleur:
Zwart (A)
Rood (a) 

Vachttekening:
Effen (B)
Bont (b) 
Dihybride kruising
Stier:
Roodbont

Koe:
Homozygoot zwart
Homozygoot effen 

AABB x aabb
AB (eicel), ab (zaadcel)


Slide 8 - Tekstslide

Vachtkleur:
Zwart (A)
Rood (a) 

Vachttekening:
Effen (B)
Bont (b) 
Dihybride kruising
Stier:
Roodbont

Koe:
Homozygoot zwart
Homozygoot effen 

AABB x aabb
AaBb (F1)


Slide 9 - Tekstslide

Samenvatting:

Vachtkleur en vachttekening bij runderen erven onafhankelijk over. 

- Geslachtscelmoedercellen ondergaan meiose, hierbij ontstaan HAPLOIDE cellen 
- Gen A en gen B erven onafhankelijk over 
- Er is dus 1 allel van beide genen aanwezig in elke geslachtcel.
- Alle mogelijke chromosoomcombinaties moeten gemaakt worden.

Slide 10 - Tekstslide

Laten we een rund met genotype AaBb nader bestuderen. 

Welke genencombinaties bevinden zich in de zaadcellen na de meiose?

Slide 11 - Tekstslide

fenotypeverhouding: 9 : 3 : 3 : 1

Slide 12 - Tekstslide

fenotypeverhouding: 9 : 3 : 3 : 1
Wanneer is een dihybride kruisingstabel handig?
 
- creeren van overzicht
- inventariseren van alle mogelijkheden.
- bepalen van een fenotype verhouding

Wanneer is het niet handig?
- kansberekening voor 1 bepaald genotype/fenotype?

Slide 13 - Tekstslide

Kan het dan ook anders? Jazeker!
Als je de kans wil berekenen voor één genotype, kan het ook als volgt:

Bij tomatenplanten komen genen voor voor bladlengte en bladrand. Beide genen liggen op verschillende chromosomen(paren), dus ze erven onafhankelijk over. We voeren de volgende kruisingen uit.

P.     lange, gave bladeren   x   korte, ingesneden bladeren

F1.   100% lang, ingesneden bladeren
        F1 wordt onderling doorgerkruist

Welk deel van de F2 heeft lange, gave bladeren?

Slide 14 - Tekstslide

Uitwerkingsstrategie

1. Bepaal genotypen van P. generatie
2. Bepaal genotypen van F1. generatie
3. Bepaal kans in F2. voor de twee eigenschappen LOS van elkaar.
4. Vermenigvuldig deze losse kansen met elkaar.

Slide 15 - Tekstslide

Kan het dan ook anders? Jazeker!
Als je de kans wil berekenen voor één genotype, kan het ook als volgt:

Bij tomatenplanten komen genen voor voor bladlengte en bladrand. Beide genen liggen op verschillende chromosomen(paren), dus ze erven onafhankelijk over. We voeren de volgende kruisingen uit.

P.     lange, gave bladeren   x   korte, ingesneden bladeren

F1.   100% lang, ingesneden bladeren
        F1 wordt onderling doorgerkruist

Welk deel van de F2 heeft lange, gave bladeren?
Lang
Kort

Ingesneden
Gave

Slide 16 - Tekstslide

Kan het dan ook anders? Jazeker!
Als je de kans wil berekenen voor één genotype, kan het ook als volgt:

Bij tomatenplanten komen genen voor voor bladlengte en bladrand. Beide genen liggen op verschillende chromosomen(paren), dus ze erven onafhankelijk over. We voeren de volgende kruisingen uit.

P.     lange, gave bladeren   x   korte, ingesneden bladeren

F1.   100% lang, ingesneden bladeren
        F1 wordt onderling doorgerkruist

Welk deel van de F2 heeft lange, gave bladeren?
Lang (A)
Kort (a)

Ingesneden (B)
Gave (b)

Slide 17 - Tekstslide

Kan het dan ook anders? Jazeker!
Als je de kans wil berekenen voor één genotype, kan het ook als volgt:

Bij tomatenplanten komen genen voor voor bladlengte en bladrand. Beide genen liggen op verschillende chromosomen(paren), dus ze erven onafhankelijk over. We voeren de volgende kruisingen uit.

P.     lange, gave bladeren (AAbb)  x   korte, ingesneden bladeren (aaBB)

F1.   100% lang, ingesneden bladeren
        F1 wordt onderling doorgerkruist (AaBb)

Welk deel van de F2 heeft lange, gave bladeren?
Lang (A)
Kort (a)

Ingesneden (B)
Gave (b)

Slide 18 - Tekstslide

Kan het dan ook anders? Jazeker!
Als je de kans wil berekenen voor één genotype, kan het ook als volgt:

Bij tomatenplanten komen genen voor voor bladlengte en bladrand. Beide genen liggen op verschillende chromosomen(paren), dus ze erven onafhankelijk over. We voeren de volgende kruisingen uit.

P.     lange, gave bladeren (AAbb)  x   korte, ingesneden bladeren (aaBB)

F1.   100% lang, ingesneden bladeren
        F1 wordt onderling doorgerkruist (AaBb x AaBb)

Welk deel van de F2 heeft lange, gave bladeren?
Kans op lang? Aa x Aa --> 3/4
Kans op gave bladeren? Bb x Bb --> 1/4
Lang (A)
Kort (a)

Ingesneden (B)
Gave (b)

Slide 19 - Tekstslide

Kan het dan ook anders? Jazeker!
Als je de kans wil berekenen voor één genotype, kan het ook als volgt:

Bij tomatenplanten komen genen voor voor bladlengte en bladrand. Beide genen liggen op verschillende chromosomen(paren), dus ze erven onafhankelijk over. We voeren de volgende kruisingen uit.

P.     lange, gave bladeren (AAbb)  x   korte, ingesneden bladeren (aaBB)

F1.   100% lang, ingesneden bladeren
        F1 wordt onderling doorgerkruist (AaBb x AaBb)

Welk deel van de F2 heeft lange, gave bladeren?
Kans op lang? Aa x Aa --> 3/4
Kans op gave bladeren? Bb x Bb --> 1/4
3/4 x 1/4 = 3/16
Lang (A)
Kort (a)

Ingesneden (B)
Gave (b)

Slide 20 - Tekstslide

Gekoppelde overerving

Beide genen liggen op HETZELFDE
chromosoom
Onafhankelijke overerving

Beide genen liggen op VERSCHILLENDE
chromosomen

Slide 21 - Tekstslide




Welke Fenotypen verwacht je in de F1,
 en in welke verhouding?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoel
Je kunt een dihybride kruising met niet-gekoppelde genen met behulp van een kruisingsschema uitwerken.

Slide 24 - Tekstslide

En nu?
Aan de gang met de opdrachten van 7.7
Let op:
Opdrachten 7.6 is huiswerk!
7.7 (nog) niet

Slide 25 - Tekstslide