Quiz Werk

ER ZIJN NIEUWE PLEKKEN KIJK GOED WAAR JE ZIT!!!
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

ER ZIJN NIEUWE PLEKKEN KIJK GOED WAAR JE ZIT!!!

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
laptop dicht, boek, pen op tafel
telefoon in je tas of broekzak
jas uit, tas op de grond
oortjes uit 
In deze les praten we niet door elkaar
In deze les bemoeien we ons niet met andere
in deze les luisteren we naar elkaar
In deze les hebben we respect voor elkaar
Welkom in de les

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?

Wat gaan we doen vandaag?
Wat moet je kennen voor het tentamen

Quizzzzzz over hoofdstuk werk en media



Zelfstandig aan het werk-huiswerk

Leren tentamen voor volgende week






Wat gaan we leren vandaag?


kennen we de hoofdstukken goed genoeg om een tentamen te maken?




Slide 3 - Tekstslide

Wat is werk?
A
Werk is iets doen waar je betaald voor krijgt
B
Werk is iets doen wat je leuk vind
C
Werk is iets doen voor een ander
D
Werk is iets doen voor een ander zonder dat je daarvoor betaald krijgt

Slide 4 - Quizvraag

Kwaliteitskranten zijn kranten die ...
A
zich richten op sensationeel nieuws
B
geven uitgebreide achtergrond info
C
verschijnen een paar keer per maand
D
hebben dezelfde kenmerken

Slide 5 - Quizvraag

Verzorgingsstaat is een land waar..
A
een zorgverzekering is
B
meeste geld wordt besteed aan de thuiszorg
C
de overheid de burgers helpt als het nodig is.
D
politie allen zorgt voor veiligheid

Slide 6 - Quizvraag

Welke zin is juist?
Zin 1: Als je zwart werkt, ben je strafbaar
Zin 2: Als je zwart werkt, kun je makkelijk ontslagen worden.
A
Alleen zin 1 is juist
B
Alleen zin 2 is juist
C
Beide zinnen zijn juist
D
Beide zinnen zijn onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Om welke redenen worden mensen bij het solliciteren vaak gediscrimineerd?
A
afkomst, opleiding en geslacht
B
afkomst, geslacht en woonadres
C
afkomst, geslacht en leeftijd
D
afkomst, leeftijd en opleiding

Slide 8 - Quizvraag

De media mag niet álles! Welke beperkingen zijn er voor de media?
A
Onzedelijke berichten
B
Discriminatie
C
Onwaarheden
D
Oproepen tot geweld

Slide 9 - Quizvraag

Wat is media wijsheid
A
Als ik goede punten krijgt op school
B
Als ik goed kan omgaan met media
C
Als ik met slimme mensen omgaat

Slide 10 - Quizvraag

Wat voor de ene zender nieuws is, hoeft nog geen nieuws te zijn voor een andere zender.
Hoe komt dat?
A
Journalisten vragen zich altijd af of het nieuws actueel is.
B
Zenders hebben verschillende doelgroepen.
C
Nieuws moet altijd gecontroleerd worden.
D
Nieuws moet interessant zijn.

Slide 11 - Quizvraag

Populaire kranten zijn kranten die ...
A
zich richten op sensationeel nieuws
B
geven uitgebreide achtergrond info
C
verschijnen een paar keer per maand
D
hebben dezelfde kenmerken

Slide 12 - Quizvraag

Er zijn publieke media en commerciële media. De commerciële media verdienen hun geld met reclame.
A
Dat is niet waar
B
Dat is waar

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de goede betekenis van media?
A
Bedrijven die zich alleen maar bezig houden met het overbrengen van informatie.
B
Bedrijven die zich bezig houden met reclame.
C
Bedrijven die zich bezig houden met films maken.
D
Bedrijven die zich bezig houden met grote groepen mensen.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van media met een amusementsfunctie?
A
Het journaal
B
Een talkshow
C
Een reclameblok
D
Een soapserie

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een commerciële zender
A
KRO
B
De Tros
C
RTL
D
EO

Slide 16 - Quizvraag

Commerciële zenders:
A
hebben als doel geld verdienen door reclame
B
krijgen geld van de overheid
C
zenden geen reclame uit

Slide 17 - Quizvraag

Bij zwart werk betaal je geen belasting en premies
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van Media?
A
Je stripboek
B
Je oma
C
Televisie
D
Je weektaak

Slide 19 - Quizvraag

Wat is pluriformiteit in de media?
A
Er is één krant.
B
Mensen mogen hun mening geven op TV.
C
Er zijn veel soorten media.
D
Er zijn kranten met linkse en rechtse meningen.

Slide 20 - Quizvraag

Wat is geen media?
A
B
C
D

Slide 21 - Quizvraag

Wat is geen functie van media?
A
informatie
B
educatie
C
meningsvorming
D
discussies oplaaien

Slide 22 - Quizvraag

Als je geen werk hebt moet je je inschrijven bij het UWV
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Als je vast werk hebt krijg je loon. Welk loon krijg je op je bankrekening gestort?
A
Netto loon
B
Bruto loon

Slide 24 - Quizvraag

Je kunt op staande voet ontslagen worden als:
A
het bedrijf wordt overgenomen door een ander bedrijf.
B
je solliciteert naar een andere baan.
C
je meer loon wilt hebben.
D
je spullen gestolen hebt op je werk.

Slide 25 - Quizvraag

Wat is een juiste volledige omschrijving van het UWV Werkbedrijf?
A
Het UWV werkbedrijf adviseert bedrijven.
B
Het UWV Werkbedrijf verstrekt uitkeringen.
C
Het UWV Werkbedrijf helpt mensen bij het vinden van een baan. Als het niet lukt om een baan te vinden kan men een uitkering aanvragen .
D
Het UWV werkbedrijf neemt mensen in dienst die zelf geen werk kunnen vinden.

Slide 26 - Quizvraag

Welke zinnen zijn juist?
1. Iemand met werk heeft een plaats op de maatschappelijke ladder.
2. Iemand die de Staatsloterij wint, stijgt meteen op de maatschappelijke ladder.
3. Iedereen kan een stapje klimmen op de maatschappelijke ladder.
A
1 en 2 zijn juist
B
2 en 3 zijn juist
C
1 en 3 zijn juist
D
1, 2 en 3 zijn juist

Slide 27 - Quizvraag

Welk beroep in dit rijtje staat bovenaan de maatschappelijke ladder?
A
schoonmaker
B
administratief medewerker
C
manager
D
directeur

Slide 28 - Quizvraag

De plaats die je in de samenleving inneemt =
A
positie-ladder
B
doorzettingsvermogen
C
maatschappelijke positie
D
afkomst

Slide 29 - Quizvraag

Welk beroep staat het laagst op de maatschappelijke ladder?
A
Vuilnisman
B
Schoonmaker van WC's
C
Arts
D
Docent

Slide 30 - Quizvraag

Wat is een vacature?
A
Een vacature is een manier om te solliciteren
B
Een vacature is een baan die niet meer beschikbaar is
C
Een vacature is een baan die vrij is

Slide 31 - Quizvraag

Welke manier van solliciteren hoort hierbij:

"Je vraagt mensen die jij kent om werk of tips om aan werk te komen".
A
Netwerken
B
UWV
C
Open sollicitatie
D
Uitzendbureau

Slide 32 - Quizvraag

Een land met een overheid die veel geld uitgeeft aan onderwijs, gezondheidszorg en uitkeringen is:
A
Een luilekkerland
B
Een verzorgingsstaat
C
Een verzorgend land
D
Een bijstandsland

Slide 33 - Quizvraag

Ouderen die niet meer hoeven te werken, krijgen ...
A
Bijstand
B
AOW
C
WW
D
helemaal niets

Slide 34 - Quizvraag

Welke zin is juist?
Zin 1: Als je wordt ontslagen, krijg je een bijstandsuitkering.
Zin 2: Als je op staande voet wordt ontslagen, krijg je WW.
A
Zin 1 is juist
B
Zin 2 is juist
C
Beide zinnen zijn juist
D
Beide zinnen zijn onjuist

Slide 35 - Quizvraag

Wat bepaalt jouw maatschappelijke positie niet?
A
geld
B
macht
C
spieren
D
kennis

Slide 36 - Quizvraag


Publieke zenders hebben als doel om te informeren. Een voorbeeld van een publieke zender is;
A
BNN
B
NET5
C
RTL5
D
SBS

Slide 37 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen "media" en "social media"?
A
gebruikers maken zelf de inhoud bij media
B
gebruikers maken zelf de inhoud bij social media

Slide 38 - Quizvraag