Literatuur in de renaissance

Welkom in de renaissance!
Bekijk het filmpje in de volgende slide en denk na bij volgende vragen: 
  • Wanneer situeer je de renaissance? 
  • Wat betekent het begrip? 
  • Op welke levensingesteldheid heeft de renaissance 'kritiek'?
  • Som een aantal bekende personen uit de renaissance op. 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom in de renaissance!
Bekijk het filmpje in de volgende slide en denk na bij volgende vragen: 
  • Wanneer situeer je de renaissance? 
  • Wat betekent het begrip? 
  • Op welke levensingesteldheid heeft de renaissance 'kritiek'?
  • Som een aantal bekende personen uit de renaissance op. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Welkom in de renaissance!

  • Wanneer situeer je de renaissance? 
  • Wat betekent het begrip? 
  • Op welke levensingesteldheid heeft de renaissance 'kritiek'?
  • Som een aantal bekende personen uit de renaissance op. 

Slide 3 - Tekstslide

Antwoorden
  • Situering: na de middeleeuwen, 14e eeuw in Italië, 1500-1700 in de rest van Europa
  • 'Renaissance' betekent 'wedergeboorte' --> de wedergeboorte van de klassieke oudheid
  • 'Memento mori' wordt vervangen door 'carpe diem'
  • Enkele bekende namen zijn Rafaël, Leonardo Da Vinci, Michelangelo, Francesco Petrarca

Slide 4 - Tekstslide

Daarnet goed opgelet? Wanneer situeren we de renaissance in de Nederlanden?
A
1000-1300
B
1300-1500
C
1500-1700
D
1700-1800

Slide 5 - Quizvraag

Vaak had kunst in de middeleeuwen de volgende boodschap: 'memento mori'. Maar wat betekent dat nu weer?
A
Aangezien je zal sterven, vergeet niet plezier te maken nu het nog kan!
B
Vergeet niet dat je zal sterven en dus een goed leven moet leiden tot dat moment.

Slide 6 - Quizvraag

In de renaissance ontstond echter nieuwe levensvreugde, ook wel 'carpe diem' genoemd. Wat is een goede vertaling voor die uitdrukking?
A
Pluk de dag
B
De ochtendstond heeft goud in de mond

Slide 7 - Quizvraag

In de renaissance kwam de mens centraal te staan, met focus op de emoties van de mens. Welke term drukt dit uit?
A
theocentrisme
B
antropocentrisme

Slide 8 - Quizvraag

De kunstenaar veranderde ook helemaal in de renaissance. Welke verandering toont de afbeelding?
A
De kunstenaar werkte in groep samen voor de gemeenschap (= gemeenschapskunst).
B
De kunstenaar treedt niet meer anoniem op: hij gebruikt zijn naam (= individuele kunst).

Slide 9 - Quizvraag

Dit schilderij heet 'allegorie van de lente' en werd gemaakt door de renaissanceschilder Botticelli. Welk kenmerk van de renaissance zie je?
A
Individuele kunst
B
Carpe diem
C
Classicisme: de kunst is geïnspireerd op de cultuur van de klassieke oudheid.

Slide 10 - Quizvraag

Waarom is dit kunstwerk een voorbeeld van classicisme? Welke elementen zijn met andere woorden een verwijzing naar de klassieke oudheid?
A
In het midden staat Venus, een godin uit de klassieke oudheid.
B
De donkere kleuren zijn een kenmerk van de renaissance.
C
Er staan geen christelijke elementen op het schilderij.

Slide 11 - Quizvraag

In de renaissance kwam ook de geleerdheid en creativiteit van de mens centraal te staan. Hoe noemt men een kunstenaar die begaafd is op meerdere terreinen?
A
genie
B
Vitruviusman
C
humanist
D
homo universalis

Slide 12 - Quizvraag

In de renaissance primeert ten slotte het didactisch-moraliserende aspect van kunst niet meer. Kunstenaars hangen nu het estheticisme aan. Wat betekent dit?
A
De inhoud van kunst is belangrijk
B
Kunst moet moreel verantwoord zijn
C
Kunst moet iets leren
D
Men streeft naar schoonheid in kunst

Slide 13 - Quizvraag

Plaats de begrippen bij de juiste periode.
Hoge middeleeuwen
Rederijkerstijd 
(late middeleeuwen)
Renaissance
theocentrisme
antropocentrisme
vorm versterkt de inhoud
focus op inhoud (didactisch doel)
focus op vorm
carpe diem
memento mori
dichtersverenigingen
gemeenschapskunst
individuele kunst
classicisme
homo universalis

Slide 14 - Sleepvraag

Deel 2: historische context

Slide 15 - Tekstslide

Verbind de historische gebeurtenis met de juiste datum. 
Val van Antwerpen + scheiding Nederlanden
+/- 1450
1517
1568
1585
1648
Einde Tachtigjarige Oorlog met vrede van Münster
Maarten Luther en de Reformatie
Uitvinding boekdrukkunst
Begin Tachtigjarige Oorlog: opstand tegen Filips II

Slide 16 - Sleepvraag

De Tachtigjarige Oorlog was een strijd in de 16e en 17e eeuw tussen de Nederlanden en het Spaanse rijk onder Filips II.
A
Juist
B
Fout

Slide 17 - Quizvraag

Door de Reformatie groeiden de Nederlanden uiteen in een katholiek Noorden en een protestants Zuiden.
A
Juist
B
Fout

Slide 18 - Quizvraag

Fout
Door de Reformatie groeiden de Nederlanden uiteen in een katholiek Noorden en een protestants Zuiden.

Door de Reformatie groeiden de Nederlanden uiteen in een protestants Noorden en een katholiek Zuiden.

Slide 19 - Tekstslide

De opstandelingen tijdens de Tachtigjarige Oorlog werden 'geuzen' genoemd, wat letterlijk 'moedigen' betekent. Ze zetten hun strijd bij met geuzenliederen.
A
Juist
B
Fout

Slide 20 - Quizvraag

Fout
De opstandelingen tijdens de Tachtigjarige Oorlog werden 'geuzen' genoemd, wat letterlijk 'moedigen' betekent. Ze zetten hun strijd bij met geuzenliederen. 
De opstandelingen tijdens de Tachtigjarige Oorlog werden 'geuzen' genoemd, wat letterlijk 'schooiers' betekent. Ze zetten hun strijd bij met geuzenliederen. 

Slide 21 - Tekstslide

Door 'De Val van Antwerpen' bleef Vlaanderen in Spaanse handen en had het Nederlands er als cultuurtaal geen betekenis meer.
A
Juist
B
Fout

Slide 22 - Quizvraag

Nederland kende in de 17e eeuw een Gouden Eeuw met economische en culturele bloei.
A
Juist
B
Fout

Slide 23 - Quizvraag