H11 elektriciteit en magnetisme

Elektriciteit en Magnetisme
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Elektriciteit en Magnetisme

Slide 1 - Tekstslide

Magnetisme

Slide 2 - Tekstslide

Hoe werkt een magneet?
Permanente magneet: Altijd magnetisch

Noordpool + Zuidpool

3 soorten metaal zijn magnetisch:
  • IJzer
  • Nikkel
  • Kobalt

Slide 3 - Tekstslide

Type magneten

Permanente magneet => Is altijd magnetisch


Elektromagneet => Wordt magnetisch wanneer er stroom door de spoel loopt





Slide 4 - Tekstslide

Elektromagneet
Een elektromagneet werkt is een spoel gewikkeld om een ijzeren kern. Deze spoel 

Slide 5 - Tekstslide

Voordelen elektromagneet
  • Een elektromagneet kan je aan en uit schakelen
  • De sterkte van de magneet is instelbaar
  • Een elektromagneet kan sterker zijn dan permanente magneet
  • Je kan de polen van de magneet verwisselen

Slide 6 - Tekstslide

Elektromagneet
Twee manieren om een elektromagneet sterker te maken:
- Meer windingen in de spoel.
- Grotere stroom.

Slide 7 - Tekstslide

Het relais
Het relais is een schakelaar die wordt bediend door een elektromagneet. 
Een elektromagneet bestaat uit een spoel en een ijzeren kern.

Slide 8 - Tekstslide

Inductie
Als de magnetische veld in een spoel verandert, 
onstaat er dus een spanning tussen de uiteinde 
van de spoel. Dit heet inductie.

De opgewekte spanning heet inductiespanning.

Slide 9 - Tekstslide

Elektriciteit door inductie


  • Elektromagnetische inductie
  • Inductiespanning 
  • Spoel
  • Magneet

Slide 10 - Tekstslide

Inductie
  • Generator wekt stroom op door Inductie
  • Spoel & magneet
  • Magneet beweegt  → spanning verandert →
  • = wisselspanning, ook wel inductiespanning

Slide 11 - Tekstslide

11.4 typen spanningsbronnen
gelijkspanning vs wisselspanning 

Slide 12 - Tekstslide

EXTRA: Gelijkspanning en wisselspanning
Batterij (+/-) = gelijkspanning, 
de stroom loopt van de plus (+) naar de min (-)
Dynamo = wisselspanning,
de stroom wisselt van richting, door de beweging van de magneet

Slide 13 - Tekstslide

Condensator

Slide 14 - Tekstslide

Uitleg stroom beïnvloeden

Diode => Laat de stroom maar in één richting door

LED => Diode die licht uitzendt

Transistor => Elektrische schakelaar, waarbij stroom door de basis zorgt voor een stroom van de collector naar emitter

Condensator => Tijdelijke opslag van elektrische energie

Slide 15 - Tekstslide

Condensator
Kleine accu
Geeft stroom als schakeling uitvalt.

Energie die opgeslagen word gemeten in Farad, meestal mF

Slide 16 - Tekstslide

Condensator
Een condensator kan voor korte tijd elektrische energie opslaan.



Een condensator wordt veel gebruikt in:
- Auto's
- Computers
- Televisie

Slide 17 - Tekstslide

De transformator
De transformator!

Transformator veranderd de stroom naar de juiste spanning (voltage)


Slide 18 - Tekstslide

Elektriciteitcentrale

Transformators



380kV
10kV
230 V

Slide 19 - Tekstslide

Transformatorhuisje

Slide 20 - Tekstslide

Hoe werkt een transformator?
Secundaire spoel:
Deze ontvangt een steeds wisselend magnetisch veld.
Hierdoor ontstaat er een inductiespanning

Slide 21 - Tekstslide

Transformator

Slide 22 - Tekstslide

Waarvoor gebruiken we een transformator?
  • Een transformator verandert (transformeert) een  hoge spanning naar een lage spanning of andersom.
  • Een transformator is een primaire spoel    (1e deel) en een secundaire spoel (2e deel) om een weekijzeren kern.
  • Ideale transformator: Pp = Ps

Hoge spanning => weinig energieverlies
Lage spanning => Veiligheid


Slide 23 - Tekstslide

Hoe heet een magneet die je aan/uit kan zetten?
A
Staafmagneet
B
Elektromagneet
C
Hoefijzermagneet
D
Permanente magneet

Slide 24 - Quizvraag

De noordpool van de magneet wordt afgestoten door de zuidpool van een andere magneet.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

6a. Is altijd magneet
A
elektromagneet
B
permanente magneet

Slide 26 - Quizvraag

De sterkte van een elektromagneet hangt af van:
1. het materiaal van de spoel
2. de sterkte van de stroom
3. het aantal windingen
4. het materiaal van de kern
A
1, 2, 3 en 4
B
1, 2 en 3
C
1, 3 en 4
D
2, 3 en 4

Slide 27 - Quizvraag

Wat heb je nodig voor een elektromagneet?
A
een spoel
B
een magneet
C
een verwarmingselement
D
een transistor

Slide 28 - Quizvraag

Wat zijn de belangrijkste onderdelen van een dynamo?
A
Magneet en Spoel
B
Fiets en spoel
C
Fiets en Magneet

Slide 29 - Quizvraag

Een transformator heeft twee spoelen.
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quizvraag

wat kan een transformator
A
Lampen schakelen
B
De frequentie wijzigen
C
Elektrische spanning transformeren
D
Kortsluiting voorkomen

Slide 31 - Quizvraag

Wat veranderd een transformator?
A
De spanning
B
De stroomrichting
C
De stroomsterkte
D
Het vermogen

Slide 32 - Quizvraag

(1pt) In de computer zit elektronica die van de gelijkspanning een wisselspanning maakt. Een transformator breng de spanning van 7,2V omhoog naar 135V. Wat is de verhouding tussen het aantal windingen in de primaire spoel en de secundaire spoel?
A
np : ns = 1 : 19
B
np : ns = 19 : 1
C
np : ns = 1 : 972
D
np : ns = 972 : 1

Slide 33 - Quizvraag

Een simpele transformator:

Als je een spanning van 5 volt door een spoel met 600 windingen heen stuurt, krijg je uit de andere spoel een spanning van 10 volt. hoeveel windingen heeft de andere spoel?
A
600 windingen
B
1200 windingen
C
300 windingen
D
100 windingen

Slide 34 - Quizvraag

Waar wordt de stroom opgewekt?
A
Centrale
B
Transformatorstation

Slide 35 - Quizvraag

Waar kunnen we het magnetisme mee vergroten?
* meerdere antwoorden goed
A
Stroom verhogen
B
Meer windingen
C
Zacht staal
D
Permanent magneet

Slide 36 - Quizvraag

Je ziet hier een voorbeeld van magnetisme.
Wat voor grijze stof kan dit zijn?
A
Puntenslijpsel
B
Zand
C
Stof
D
Ijzervijlsel

Slide 37 - Quizvraag

wat voor soort spanning levert een dynamo?
A
wisselspanning
B
gelijkspanning
C
gelijkstroom
D
wisselstroom

Slide 38 - Quizvraag