4H thema 7 BS 7

Voedselproductie
4 havo
Thema 7
Basisstof 7
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voedselproductie
4 havo
Thema 7
Basisstof 7

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Programma:
  1. Herhalen 
  2. Leerdoelen
  3. Uitleg: voedselproductie & bestrijding 
  4. Zelf werken
  5. Uitleg: eutrofiëring & veredelen /fokken 
  6. Zelf werken 
  7. Afsluiten  

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen biotische en abiotische factoren?

Slide 3 - Open vraag

Wat neemt de plant op van de stikstofkringloop?
A
Nitriet
B
Water
C
Glucose
D
Nitraat

Slide 4 - Quizvraag

Hoort het proces waarbij brooddeeg rijst door gist bij de C-kringloop, de N-kringloop of beide?
A
Bij de koolstofkringloop
B
Bij de stikstofkringloop
C
Bij beide kringlopen

Slide 5 - Quizvraag

Is klimaatverandering voordelig of nadelig voor de landbouw?
A
Voordelig
B
Nadelig
C
Ligt eraan waar op de wereld je kijkt
D
Geen van beide

Slide 6 - Quizvraag

Noem drie factoren waardoor trofische niveaus steeds kleiner worden in een piramide van biomassa. tip: binas 93A2

Slide 7 - Open vraag

Waarom moet je altijd een antibiotica kuur helemaal afmaken?

Slide 8 - Open vraag

Leerdoelen:
  • Je kunt methodes beschrijven om een optimale voedselproductie te krijgen
  • Je kunt uitleggen hoe insecten resistent worden tegen insecticide
  • Je kunt beschrijven wat accumulatie van gifstoffen in een voedselketen is
  • Je kent oorzaken en gevolgen van eutrofiering van water en mogelijke oplossingen daarvoor

Slide 9 - Tekstslide

Voedselproductie
  • Om de bevolking van genoeg eten te voorzien moet de  manier van voedselproductie enorm efficiënt zijn
  • Grote akkers met monoculturen en grote bedrijven met intensieve veehouderijen zorgen voor een enorme voedselproductie.

Slide 10 - Tekstslide

Voedselproductie
Om de voedselproductie zo efficiënt mogelijk te maken proberen boeren invloed te hebben op de abiotische en biotische factoren

Abiotische factoren:
  • Mest (voedingszouten) 
  • Extra CO2
  • Kassen

Biotische factoren:
  • Bestrijding van ongediert

Slide 11 - Tekstslide

Bescherming
Één van de grootste uitdagingen voor boeren: beschermen van hun gewassen en vee tegen ziekten en plagen (insecten, bacteriën en schimmels)

Om gewassen en vee te beschermen maken boeren gebruik van bestrijdingsmiddelen:
  • Chemische bestrijdingsmiddelen
  • Biologische bestrijdingsmiddelen

Slide 12 - Tekstslide

Chemische bestrijdingsmiddellen
Boeren maken vaak gebruik van pesticiden om hun gewassen te beschermen tegen insecten

Er zijn 2 verschillende soorten insecticiden:
  • Niet-soort specifiek (dood alle insecten)
  • Soortspecifiek (dood één specifieke soort)


Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn de voor- en nadelen van soort-specifieke en soort-aspecifieke insecticiden?

Slide 14 - Open vraag

Probleem insecticiden: resistentie

Slide 15 - Tekstslide

Probleem pesticiden: Accumulatie
Sommige pesticiden zijn persistent: kan niet of zeer langzaam natuurlijk worden afgebroken
De pesticiden hopen op door de voedselketen heen: Accumulatie
De biomassa neemt af in ieder trofisch niveau, maar de hoeveelheid pesticide blijft gelijk.
Toppredator krijgt hierdoor teveel pesticide binnen en kan hiervan ziek worden.

Slide 16 - Tekstslide

Biologische bestrijding
Gebruik maken van natuurlijke vijanden.

Voorbeeld: bladluizen zuigen sappen uit het floeem, door een gaatje in het blad te maken stromen de sappen uit floeem. 
Mieren komen op de honingdouw (zoete uitscheiding van de bladluis) af. 
  • Lieveheersbeestjes eten bladluizen  

Slide 17 - Tekstslide

Zelf werken
Lezen
BS 7 t/m 'Biologische bestrijding' (blz. 162 t/m 164)

Maken
BS 7 opdr. 53 t/m 56


Slide 18 - Tekstslide

Verder met 
Leerdoelen:
  • Je kunt methodes beschrijven om een optimale voedselproductie te krijgen
  • Je kunt de oorzaken, gevolgen van en enkele oplossingen voor eutrofiëring benoemen


Slide 19 - Tekstslide

Bemesting
Planten hebben mineralen nodig:
  • nitraat
  • fosfaat
  • sulfaat
  • natrium
  • kalium
  • calcium

Mineralen verdwijnen uit de grond door uitspoeling, waarbij mineralen wegzakken met regenwater naar diepere lagen in de bodem.

Om de grond weer van genoeg mineralen te voorzien gebruiken boeren kunstmest of stalmest. Bij meer mest dan de planten op kunnen nemen is er sprake van overbemesting.

Slide 20 - Tekstslide

Eutrofiëring
Overbemesting kan leiden tot eutrofiëring van oppervlaktewater. 

Een deel van de mest spoelt met regen van het land af en komt terecht in oppervlaktewater.

De hoeveelheid mineralen in het oppervlaktewater neemt sterk toe






Slide 21 - Tekstslide

Opdracht eutrofiëring
Teken in een groepje van 2-3 de gevolgen van eutroficatie:
  • minstens 4 stappen van begin van eutroficatie tot aan de totale omslag in het ecosysteem
  • Schrijf erbij wat er in elke stap gebeurt
  • Denk daarbij ook aan de voedselketen/het voedselweb in het ecosysteem
  • Als je klaar bent met tekenen, bedenk dan ook enkele oplossingen

Slide 22 - Tekstslide

Stappenplan eutrofiëring
1. Er is eutrofiëring: teveel mineralen in het water
2. Door deze mineralen kunnen algen snel vermenigvuldigen: waterbloei
3. De laag algen blokkeert de doorgang van zonlicht naar planten op de bodem, waardoor de bodemplanten niet aan fotosynthese kunnen doen. 
4. De bodemplanten gaan dood en worden afgebroken door reducenten, die hierbij zuurstof verbruiken
5. Zonder zuurstof gaan de vissen ook dood. 

Slide 23 - Tekstslide

Veredelen 
Om voedselproductie te verhogen selecteren boeren de planten met de hoogste productie en planten die onderling verder voort. Dit noemen we veredelen (bij planten) 

Veredelen en fokken worden ook gebruikt om genetische eigenschappen van organismen te veranderen. 


Slide 24 - Tekstslide

Fokken
Om voedselproductie te verhogen selecteren boeren de planten met de hoogste productie en planten die onderling verder voort. Dit noemen fokken (bij dieren).

Veredelen en fokken worden ook gebruikt om genetische eigenschappen van organismen te veranderen. 


Slide 25 - Tekstslide

Zelf werken
Lezen
BS 7 (blz. 162 t/m 168)

Maken
BS 7 opdr. 57 t/m 62

Kun je:
  • methodes beschrijven om een optimale voedselproductie te krijgen?
  • de oorzaken, gevolgen van en enkele oplossingen voor eutrofiëring benoemen?

Slide 26 - Tekstslide

Afsluiten

Slide 27 - Tekstslide

Sterke toename van mineralen in het water
Een sterke algengroei in het water
Het selecteren op gunstige eigenschappen en onderling voortplanten van planten
Het ophopen van gifstoffen door de voedselketen
Vorm van bestrijding waarbij gebruik wordt gemaakt van natuurlijke vijanden
Zet de begrippen op de juiste plaats in de tabel.
Veredelen
Eutrofiëring
Waterbloei
Biologische bestrijding
Accumulatie

Slide 28 - Sleepvraag

Autotroof
Heterotroof
Fotosynthese
Afhankelijk van andere organismen voor voedsel
Producenten
Consumenten
Bloedgroenkorrels
Omnivoor, carnivoor, herbivoor
Zelfvoedend; maken energie/voedsel voor hele voedselketen

Slide 29 - Sleepvraag

Leerdoelen gehaald?
Je kunt methodes beschrijven om een optimale voedselproductie te krijgen
Je kunt uitleggen hoe insecten resistent worden tegen insecticide
Je kunt beschrijven wat accumulatie van gifstoffen in een voedselketen is
Je kent oorzaken en gevolgen van eutrofiering van water en mogelijke oplossingen daarvoor
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll