Lineaire verbanden

Lineaire verbanden
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Lineaire verbanden

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer is er sprake van een lineaire grafiek?
A
Als de grafiek een vloeiende kromme is.
B
Als de grafiek steeds sneller gaat.
C
Als de grafiek een rechte lijn is.
D
Als de grafiek steeds langzamer daalt.

Slide 2 - Quizvraag

Is deze grafiek lineair?
A
Ja
B
Nee
C
Dat kun je niet weten

Slide 3 - Quizvraag

In de formule y=ax+b is a ...
A
het hellingsgetal
B
het startgetal

Slide 4 - Quizvraag

In de formule y=ax+b is b ...
A
het hellingsgetal
B
het startgetal

Slide 5 - Quizvraag

De grafiek bij deze tabel is lineair.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Wat kun je zeggen over
deze lijn?
A
De lijn is dalend
B
Je kunt niet zien of de lijn stijgt of daalt
C
De lijn is stijgend
D
De lijn is schuin

Slide 7 - Quizvraag

Wat kun je zeggen over
het hellingsgetal
van deze lijn?
A
Hellingsgetal is groter dan 0
B
Je weet niks over het hellingsgetal
C
Hellingsgetal is 0
D
Hellingsgetal is kleiner dan 0

Slide 8 - Quizvraag

Wat kun je zeggen over
het hellingsgetal
van deze lijn?
A
Hellingsgetal bestaat niet
B
Hellingsgetal is 3.
C
Hellingsgetal is 0
D
Hellingsgetal is 1

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het startgetal in deze
formule?
A
2
B
-2
C
3
D
0

Slide 10 - Quizvraag

Wat kun je zeggen over de
lijn die bij deze grafiek hoort?
A
De lijn daalt
B
De lijn stijgt
C
De lijn loopt horizontaal
D
De lijn loopt verticaal

Slide 11 - Quizvraag

Wat komt er op de plek van het vraagteken te staan?
A
38
B
35
C
32
D
46

Slide 12 - Quizvraag

Welke formule hoort bij deze tabel?
Let op het startgetal!
A
lengte in cm = 14 + 3t
B
lengte in cm = 11 + 3t
C
lengte in cm = 3 + 14t
D
lengte in cm = 11 - 3t

Slide 13 - Quizvraag

Welke grafiek heeft een
groter hellingsgetal?
A
De rode grafiek
B
De blauwe grafiek
C
Het hellingsgetal is hetzelfde

Slide 14 - Quizvraag

Wat is in de tabel het hellingsgetal?

A
0,2
B
5
C
10
D
-5

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het hellingsgetal in de tabel?

A
1
B
-1
C
4
D
2

Slide 16 - Quizvraag