M2 TrabiTour herhaling Kapitel 1 + 1e helft Kapitel 2

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Willkommen Mavo 2

Woche 44 - Stunde 1

Heute

Aan het eind van de les...

• ...kan ik de Duitse vraagwoorden correct gebruiken
• ...weet ik de getallen 0-100 in het Duits en kan deze voluit schrijven.

PTO 1

Magister - Studiewijzer:

- Samenvatting van de leerstof

Fragewörter

Kenmerkend:

• Vraagwoorden staan aan het begin van de zin.

• Ze beginnen met  de letter W.

Fragewörter, TB S. 8

Wie

Wat

Waar vandaan

Hoe

Waar

Waarom

wer

wo

wie

was

woher

Warum

.......... ist das? Das ist Peter.

1. Wie
2. Wer
3. Wo
4. Woher

Welk vraagwoord hoort bij de zin:
...... heißt dein Lehrer?

1. Wie
2. Wer
3. Wann
4. Wo

(Wanneer)

...... gehst du nach Hause?

1. Wo
2. Wann
3. Wer
4. Wie

(Waar)

...... liegt Hamburg? Im Norden.

1. Wann
2. Wer
3. Wie
4. Wo

die Zahlen 1-100

Zahlen 0-21, TB p. 17

Zahlen 21-100, TB p. 17

Schrijf de getal voluit:
13

Schrijf de getal voluit:
1

Schrijf de getal voluit:
6

Sleep de juiste getallen bij elkaar

dreißig

tausend

neunundvierzig

fünfundvierzig

dreiundsiebzig

achtundachzig

einundfünfzig

sechzig

30

1000

49

88

45

73

51

60

Plauderecke

Wie alt  bist du?

Guten Tag

Woher kommst du?

Wie heißt du?

Auf Wiedersehen!

Ich bin 13 Jahre alt.

Hallo!

Ich komme aus Holland.

Ich heiße.....

Tschüss

Hausaufgaben

Voor PTO 1 leren!

Willkommen Mavo 2

Woche 44 - Stunde 2

Heute

Aan het eind van de les...

• ...kan ik haben en sein correct vervoegen en deze ook correct gebruiken.
• ...weet ik weer wanneer ik hoofdletters in het Duits moet gebruiken.

Zoek de kloppende persoonlijke voornaamwoorden.

ich

du

er

sie

es

wir

ihr

sie

Ik

Jij

Hij

Zij

Het

Wij

Jullie

Zij (mv)

Het werkwoord haben

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

habe

hast

hat

haben

habt

haben

Het werkwoord sein

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

bin

bist

ist

sind

seid

sind

............... du Zeit für mich? (haben)

.................. du müde? (sein)

Wir ............... unseren Eltern eine Karte geschrieben. (haben)

.............. Sie schon wieder krank? (sind)

Ich ........ jetzt vierzehn Jahre alt. (sein)

.............. ihr froh, dass der Urlaub beginnt? (sein)

Es hat geregnet. Die Straße ........ nass. (sein)

Hoofdletters in het Duits

Net als in het Nederlands maar dan met een extraatje:

• begin van de zin
  
• namen
  
• plaatsen en landen
  
• zelfstandig naamwoorden (woorden waar je 'de', 'het' of 'een' voor kunt zetten)

mein name ist katharina. ich bin 13 jahre alt und wohne in amsterdam. was ist dein name? auf wiedersehen!

Schrijf ALLEEN de woorden van de zinnen met hoofdletter op. Houd de volgorde van de zin aan.

Hausaufgaben

Grammatica

- Fragwörter (vraagworden)

- Zahlen 0-100 (getallen)

- Werkwoorden haben + sein

- Hoofdletters

Woorden

- Wörterliste A+B (H1)

- Plauderecke A+B (H1)

- Wörterliste A (H2)

- Plauderecke A (H2)

PTO 1 leren: