Week 4 Periode 3


Week 4
Periode 3
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


Week 4
Periode 3

Slide 1 - Tekstslide

Read your book
In silence!
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Planning les 1
Lesdoelen: snappen some/any, snappen Past Simple vs Past Continuous
1) Boek lezen
2) Overhoren some/any
3) Uitleg Past Simple vs Past Continuous
4) Overhoren/Oefenen Past Simple vs Past Continuous
5) Maken opdr 2 t/m 10 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Past Simple
+) ww+ed of 2e vorm
-) didn't + infinitief
?) Did + onderwerp + infinitief

*om te praten over dingen die afgelopen zijn

Signaalwoorden: Yesterday, Last week, ____ ago, last ______ , in [jaartal]

Slide 5 - Tekstslide

Past Continuous
+) was/were + ww+ ing
-) wasn't/weren't + ww+ ing
?) was/were + onderwerp + ww+ ing

* om aan te geven dat iets een langere tijd bezig was
*om aan te geven dat een actie bezig was en werd onderbroken (onderbreking = Past Simple)

Signaalwoorden: When, While, [specifieke tijd in het verleden]

Slide 6 - Tekstslide

The man (to win) the game yesterday.
A
win
B
was winning
C
won
D
winned

Slide 7 - Quizvraag

(your sister / to have) a party last night?
A
Did your sister have?
B
Did your sister had?
C
Had your sister?
D
Have your sister?

Slide 8 - Quizvraag

We (not / to go) away on holiday last year.
A
didn't went
B
weren't going
C
wasn't going
D
didn't go

Slide 9 - Quizvraag

She (to act) in a play at 3 p.m. yesterday.
A
acted
B
was acting
C
were acting
D
did act

Slide 10 - Quizvraag

I (to read) a book when the doorbel (to ring).
A
read - rang
B
was reading - was ringing
C
was reading - rang
D
read - was ringing

Slide 11 - Quizvraag

He (to cycle) while his sister (to run)
A
cycled - ran
B
was cycling - ran
C
cycled - was running
D
was cycling - was running

Slide 12 - Quizvraag

We (to have) a lot of fun when the party suddenly (to end).
A
was having - ended
B
had - was ending
C
were having - ended
D
were having - was ending

Slide 13 - Quizvraag

What (you / to do) at five o'clock?
A
did you do
B
did you
C
were you doing
D
was you doing

Slide 14 - Quizvraag

Exercise 1
Finish the sentences by putting the verbs in the past simple and/or past continuous

Type the whole sentence!

Slide 15 - Tekstslide

(She / to read) a book when the phone (to ring)?

Slide 16 - Open vraag

My son (to find) a coin while he (to walk).

Slide 17 - Open vraag

She (not / to do) her hair when the postman (to come).

Slide 18 - Open vraag

When they (to arrive) we (to wait) for the bus.

Slide 19 - Open vraag

The mixer (to break) down when I (to cook) dinner.

Slide 20 - Open vraag

They (to talk) to each other while we (to watch) a film.

Slide 21 - Open vraag

They (not / to notice) that we (to watch) them.

Slide 22 - Open vraag

The boys (not / to play) because it (to rain).

Slide 23 - Open vraag

(you / to see) him when he (to eat) those cakes?

Slide 24 - Open vraag

When the light (to go) out, I (to have) a bath.

Slide 25 - Open vraag

Zelfstandig
1) Maken Past Simple vs Past Continuous opdrachten op LessonUp Week 4 Periode 3

2) Maken opdracht 2 t/m 10 (p.166 - 170)

Slide 26 - Tekstslide

Homework
Huiswerk volgende les:

1) Leren studybox p.182 + 183

Slide 27 - Tekstslide

Read your book
In silence!
timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

Planning les 2
1) Boek lezen
2) Overhoren Past Simple vs Past Continuous
3) Zelfstandig werken
4) Overhoren woorden §4.2 t/m §4.4

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Link

Zelfstandig
1) Maken werkblad Past Simple vs Past Continuous
2) Maken opdracht 2 t/m 10 (p.166 - 170)
3) Afmaken LessonUp opdrachten Week 4 Periode 3
4) Oefenen met woorden (Quizlet, Cram.com, Schrijven)
timer
5:00

Slide 31 - Tekstslide

Antwoorden werkblad
  •  a. was preparing - came
  • b. rained
  • c. were talking - walked
  • d. fell - broke
  • e. entered - was having
  • f. drove
  • g. was shining - got up
  • h. told

Slide 32 - Tekstslide

Antwoorden werkblad
  • a. was walking - met
  • b. did father arrive - arrived - was 
  • c. were you speaking - came
  • d. was reading - heard
  • e. left - was shining - was raining
  • f. arrived - wasn't - was studying
  • g. rescued - was
  • h. did you do 
  • i. fell - hurt - was riding
  • j. was Peter doing - knocked
  • k. wore 

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Link

Homework
Huiswerk volgende les:
1) Maken opdracht 2 t/m 10 (p.166 - 170)
2) Afmaken LessonUp opdrachten Week 4 Periode 3
3) Oefenen met woorden (Quizlet, Cram.com, Schrijven)

Slide 35 - Tekstslide