V2 Oefenen voor TW 4

V2 - Grammatica 
Om te oefenen voor de eindtoets!
Pak je aantekenschrift erbij, bonne chance!
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

V2 - Grammatica 
Om te oefenen voor de eindtoets!
Pak je aantekenschrift erbij, bonne chance!

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoorden 
Je krijgt wat vragen over werkwoorden.
Vul alleen het werkwoord in de goede vorm in!
Let op de tijd waar het werkwoord in moet staan.

Slide 2 - Tekstslide

(partir, présent) Nous ..... content ce soir.

Slide 3 - Open vraag

(pouvoir, pc) Marc et Anne …. partir avant la pluie.

Slide 4 - Open vraag

(mettre, présent) Il ... les bananes dans la cuisine.

Slide 5 - Open vraag

(arriver, imparfait) Avant, j' ..... toujour à l'heure.

Slide 6 - Open vraag

(répondre, présent) Elles …. tous les questions.

Slide 7 - Open vraag

(voir, pc) Jacqueline …… Luc à l'école.

Slide 8 - Open vraag

(grossir, pc) Vous …… ce derniers ans ?

Slide 9 - Open vraag

(être, imparfait) Tu ……………… déjà ici?

Slide 10 - Open vraag

Het bijvoeglijk naamwoord
Kies in de volgende 10 zinnen het juiste bijvoeglijk naamwoord.
Kijk goed waar het woord wat over zegt!

Slide 11 - Tekstslide

Ces jeux vidéo sont très ............
A
intéressante
B
intéressants

Slide 12 - Quizvraag

Voilà deux .......... livres.
A
beau
B
beaux
C
belle

Slide 13 - Quizvraag

Ces garçons sont ..........
A
françaises
B
français

Slide 14 - Quizvraag

J’ai deux ........... soeurs.
A
petite
B
petites
C
petit

Slide 15 - Quizvraag

Monique et Marc sont ..........
A
gentils
B
gentilles
C
gentille

Slide 16 - Quizvraag

C’est une question ..........
A
sérieuse
B
sérieux
C
sérieuses

Slide 17 - Quizvraag

Mes parents sont très ..........
A
moderne
B
modernes

Slide 18 - Quizvraag

Les leçons sont ..........
A
difficile
B
difficiles

Slide 19 - Quizvraag

C’est une .......... réponse.
A
bonne
B
bon
C
bons

Slide 20 - Quizvraag

Aujourd’hui, le cinéma est ..........
A
gratuit
B
gratuite
C
gratuits

Slide 21 - Quizvraag

Bezittelijk voornaamwoord
In de volgende vragen moet je de goede vorm van het bezittelijk voornaamwoord kiezen.
Zorg dat je het schema uit je aantekeningen voor je hebt!

Slide 22 - Tekstslide

haar vader - …………père
A
son
B
sa
C
ses

Slide 23 - Quizvraag

haar oma - …………grand-mère
A
son
B
sa
C
ses

Slide 24 - Quizvraag

haar broers - …………frères
A
son
B
sa
C
ses

Slide 25 - Quizvraag

mijn zus - ………soeur
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 26 - Quizvraag

mijn ouders - ………parents
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 27 - Quizvraag

mijn broer - …………frere
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 28 - Quizvraag

jullie kind - ………enfant
A
votre
B
vos

Slide 29 - Quizvraag

hun auto - ………voiture
A
leur
B
leurs

Slide 30 - Quizvraag

Bijvoeglijk naamwoord
Vul de goede vertaling van het bijvoeglijk naamwoord in.
Je hoeft alleen het bijv.nw. en het zelfst. nw. te noteren.

Slide 31 - Tekstslide

(mooie) C’est une ……… voiture.......

Slide 32 - Open vraag

(sportif) Mon père est un ....... père ......

Slide 33 - Open vraag

(geel) Regarde les .... fleurs ....

Slide 34 - Open vraag

(lievelings) Elle est ma .... prof ....

Slide 35 - Open vraag

(groot) Elle est comment ta ... soeur ....?

Slide 36 - Open vraag

(interessant) Il raconte la …. histoire ....

Slide 37 - Open vraag

De ontkenning
In de volgende opgaves combineer je eerst 5 Franse zinnen met de goede Nederlandse zin. 

Slide 38 - Tekstslide

Je ne parle pas.
Il n’y a pas de pain.
Je ne mange rien.
Ce n’est pas le 29 avril. 
Je ne prends jamais d’eau.
Ik eet niets.
Het is geen 29 april.
Ik neem nooit water.
Er is geen brood.
Ik praat niet.

Slide 39 - Sleepvraag

Aanwijzend voornaamwoord
Kies bij de volgende opgaves het juiste aanwijzend voornaamwoord.

Slide 40 - Tekstslide

.......... parfum sent bon.
A
ce
B
cette

Slide 41 - Quizvraag

.......... jeux vidéo sont supers!
A
ces
B
ce

Slide 42 - Quizvraag

.......... pomme n’est pas bonne.
A
ce
B
cette

Slide 43 - Quizvraag

L’année prochaine je vais de nouveau dans .......... hôtel
A
ce
B
cet

Slide 44 - Quizvraag

.......... livres sont chers.
A
ces
B
ce

Slide 45 - Quizvraag

(deze) Je regarde ……… matchs à la télé.

Slide 46 - Open vraag

(die) ……… fruits sont délicieux.

Slide 47 - Open vraag

(die) ……… guitare est très belle.

Slide 48 - Open vraag

(dit) ……… fille est très gentille.

Slide 49 - Open vraag

(die) ……… repas est mauvais.

Slide 50 - Open vraag

et... bonnes vacances!

Slide 51 - Tekstslide