8.2 Je ademt (2 lesuren)

Welkom!
8.2. Je ademt
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
8.2. Je ademt

Slide 1 - Tekstslide

Planning lesuur
- Vragen stellen?
- Opfrissen
- Uitleg 8.2 Je ademt
- Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Hoe zou je de verbranding van glucose kunnen opschrijven?
->
Glucose
Zuurstof
Energie
Koolstofdioxide
Water

Slide 3 - Sleepvraag

Welke cel zal de meeste mitochondriën hebben?
A
Een huidcel
B
Een wangslijmvlies cel
C
Een spiercel

Slide 4 - Quizvraag

Leerdoelen
- Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen met hun kenmerken en functies.
- Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing (zowel buik als borst) tot stand komt.
- Je kunt uitleggen wat gaswisseling is en hoe de gaswisseling plaatsvindt.
- Je kunt uitleggen op welke 4 manieren de gaswisseling snel verloopt.
- Je kunt beschrijven hoe de ademhaling geregeld wordt.

Slide 5 - Tekstslide

- Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen met hun kenmerken en functies.

Slide 6 - Tekstslide

- Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing (zowel buik als borst) tot stand komt.
- Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing (zowel buik als borst) tot stand komt.
- Je kunt uitleggen wat gaswisseling is en hoe de gaswisseling plaatsvindt.
- Je kunt uitleggen op welke 4 manieren de gaswisseling snel verloopt.

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag... 
Kijk in de planner op IT'L. 

Slide 8 - Tekstslide

Planning lesuur
- Vragen stellen?
- Korte uitleg 8.2
- Practicum en opdrachten maken

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen

- Je kunt beschrijven hoe de ademhaling geregeld wordt.
- Je kunt uitleggen waarom je door je neus moet ademen

- Je kunt aan de hand van het longvolume en het ademvolume uitleggen hoeveel lucht men in en uit ademt.

Slide 10 - Tekstslide

- Je kunt beschrijven hoe de ademhaling geregeld wordt.
Regeling ademhaling:
Koolstofdioxide-zintuigcellen in de bloedvaten meten hoeveelheid CO2 in bloed. 
-->
Zintuigcellen sturen impulsen naar ademcentrum.
-->
Vanuit ademcentrum impulsen naar de ademhalingsspieren. 

Ademfrequentie omhoog of omlaag n.a.v. hoge of lage CO2 gehalte in bloed.


Slide 11 - Tekstslide

Regeling ademhaling sporten
Méér CO2 in bloed dan tijdens rust. 
Méér impulsen naar ademcentrum.
Ademcentrum méér impulsen naar
tussenribspieren en middenrifspieren. 

--> sneller ademhalen (ademfrequentie
omhoog)


Slide 12 - Tekstslide

Zelf goed bestuderen...
Waarom moet je door je neus ademhalen?

Hoeveel lucht adem je in en uit?


- Je kunt uitleggen waarom je door je neus moet ademen
- Je kunt aan de hand van het longvolume en het ademvolume uitleggen hoeveel lucht men in en uit ademt.

Slide 13 - Tekstslide

Hypothese opstellen!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Antwoorden
- Er zit meer CO2 in uitgeademde lucht dan in ingeademde lucht.
- Het kalkwater werd troebel toen er uitgeademde lucht door stroomde.
Kalkwater is een indicator voor CO2. Als er ergens voldoende koolstofdioxide in aanwezig is, dan kunnen we dat aantonen doordat het kalkwater troebelwit wordt.
- Doordat je lichaam koolstofdioxide maakt tijdens de verbranding. Via de lucht die je uitademt wordt deze CO2 afgevoerd

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag...
Zie planner IT'L
--> 8.2 moet de volgende les af zijn... 

Slide 17 - Tekstslide