§2.3 Rusland tijdens het interbellum

Hierna: woordweb wat weet jij van Stalin?
In deze les kun je 17 punten verdienen!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Hierna: woordweb wat weet jij van Stalin?
In deze les kun je 17 punten verdienen!

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet jij van Jozef Stalin?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Hallo, mag ik mij tenslotte ook even voorstellen....

Ik heet Jozef Stalin en ben in 1924 tot 1953 de opvolger van Lenin.  Lenin vond mij eigenlijk te grof en ongeschikt als nieuwe dictator (= alleenheerser). Tijdens mijn dictactuur win ik met andere geallieerde landen de Tweede Wereldoorlog tegen Nazi-Duitsland.
Ik sta vaak in het lijstje van top 10-grootste moordenaars ooit bestaan. En dat is geheel terecht. Ik heb namelijk tijdens mijn regeerperiode van de Sovjet-Unie een grote wereldmacht gemaakt door veel te investeren in de (zware) industrie in plaats van in de landbouw. Deze ingrijpende verandering voer ik uit met vijfjarenplannen, waarin de staat (ikzelf dus) bepaalt wat bedrijven per 5 jaar moeten uitvoeren en produceren. In deze planeconomie zijn er 3 vijfjarenplannen geweest, waarin de Sovjet-Unie veranderde in een sterk industrieland. 

Verder moeten boeren hun eigen kleine boerderij afstaam aam de regering en met meerdere boeren op één grote boerderij (kolchoz) van de staat samenwerken (= collectivisatie) De opbrengst van de boerderij is van de staat. Ben je het als boer hiermee oneens? Dan kom je als dwangarbeider in Siberie terecht en moet je onder erbarmelijke omstandigheden werken in goelags (= strafkampen). Twaalf miljoen mensen sterven hier! 

Ook voer ik een extreem onderdrukkend systeem in: het stalinisme. Welke kenmerken?
- Persoonsverheerlijking                    - Showprocessen                      - Zuiveringen
- Terreur                                                  - Censuur                                    - Propaganda
- Indoctrinatie (via onderwijs)           - Geheime politie
Hierna: plaatjes van kenmerken van stalinisme. 

Slide 4 - Tekstslide

Hierna: Jort Geschiedenis - Stalinisme in de Sovjet-unie (+ 4 min)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Een Russische boer schrijft een brief aan de communistische partij (1929):
"Ik wil mijn boerderij niet verlaten. Het is dan wel een simpele kleine hut, maar hij is van mij. Ik heb een mager paard, maar het is van mij. Wie hard werkt, heeft iets te eten. Wij boeren zijn niet gewend in loondienst te werken; wij werken voor onszelf."
"In bovenstaande bron protesteert een boer tegen een besluit van de Communistische Partij onder leiding van Stalin. Dat besluit had te maken met een nieuwe landbouwpolitiek in de Sovjet-Unie.
Welk begrip past bij de nieuwe landbouwpolitiek waartegen de boer protesteert?

Slide 7 - Open vraag


Klik op de afbeelding om in te zoomen. 
Bekijk hiernaast een print screen van 2:00.

Welke begrippen horen bij de cijfers 1, 2 en 3 te staan?
Hierna: sleepvraag
A
1: vijfjarenplannen, 2: een planeconomie, 3: collectivisatie
B
1: een planeconomie, 2: vijfjarenplannen, 3: collectivisatie
C
1: vijfjarenplannen, 2: collectivisatie, 3: planeconomie
D
1: collectivisatie, 2: vijfjarenplannen, 3: een planeconomie

Slide 8 - Quizvraag

Hierna: sleepvraag
Bekijk hieronder 2 printscreens. Sleep de begrippen naar de juiste plek:
Persoonsverheerlijking
Geheime politie
Stalinisme
Showprocessen
Censuur
Strafkampen
Terreur
Zuiveringen
Propaganda

Slide 9 - Sleepvraag

Hierna: enkele quizvragen.
Sleep de begrippen die passen bij de ontwikkeling die in de bron is te herkennen: 
vrijemarkt-economie
vraag en aanbod
planeconomie
collectivisatie
aandelenbeurs

Slide 10 - Sleepvraag

Wie was in Rusland de leider van de communisten tijdens de Russische Revolutie?
A
Chroesjtsjov
B
Nicolaas II
C
Lenin
D
Stalin

Slide 11 - Quizvraag

Het communisme in de Sovjetunie had gevolgen voor de arbeiders.

Welk gevolg voor de arbeiders is juist?
A
De arbeiders merkten niet veel van het communisme, omdat het communisme zich vooral bezighield met politiek.
B
De arbeiders moesten door middel van communistische vijfjarenplannen eigen bedrijven beginnen.
C
De arbeiders moesten werken aan de door de communistische partij opgelegde productieplannen.
D
De arbeiders werden massaal van de stad naar het platteland gestuurd om daar verplicht samen te werken in de landbouw.

Slide 12 - Quizvraag

Hiernaast zie je een spotprent uit 1928.
Stalin zegt: “Voor mij is er geen honger in de Sovjetunie.”

Op welk onderdeel van de politiek van Stalin heeft de tekenaar kritiek?
A
op de indoctrinatie van de Russische bevolking
B
op de persoonsverheerlijking van Stalin
C
op de propaganda in de Sovjetunie
D
op de vervolging van politieke tegenstanders

Slide 13 - Quizvraag

Hieronder staan enkele beweringen over het communisme in de Sovjetunie.

Welke bewering is juist?
A
Arbeiders werden gestimuleerd om binnen vijf jaar zoveel mogelijk eigen bedrijven te beginnen
B
Arbeiders werkten op basis van een planeconomie die precies voorschreef hoeveel er geproduceerd moest worden.
C
Boeren werden verplicht om elke vijf jaar grond te kopen van de overheid.
D
Boeren werkten op basis van een planeconomie die gebaseerd was op vraag en aanbod.

Slide 14 - Quizvraag

Een fragment uit een dagboek van iemand uit de Sovjet-Unie (1937):

"Wat hier gebeurt, kun je alleen maar verraad noemen. De belangrijkste dingen worden tijdens rechtszaken niet gezegd. Het pijnlijkst is het gedrag van vroegere partijleiders. Eigenlijk zouden ze zich moeten verdedigen, maar ze zeggen ‘het spijt me’. Ze vertellen de rechter alles wat die wil horen.
Daarna worden ze naar een strafkamp gestuurd."

Welke begrippen passen bij het dagboekfragment?
A
censuur en persoonsverheerlijking
B
censuur en zuiveringen
C
showprocessen en persoonsverheerlijking
D
showprocessen en zuiveringen

Slide 15 - Quizvraag

Hiernaast zie je een schilderij uit 1937 waarop Stalin in gesprek is met afgevaardigden op een
Volkscongres. Op de achtergrond staat een standbeeld van Lenin.

Welk bijschrift past bij de propagandaboodschap van de bron?
A
Onze leider geeft aan dat Lenin hem moet opvolgen als staatshoofd.
B
Onze leider is een minder belangrijke leider dan Lenin.
C
Onze leider vindt dat we het communisme van Lenin niet meer moeten volgen.
D
Onze leider volgt het voorbeeld van Lenin.

Slide 16 - Quizvraag

Hiernaast zie je een poster uit de Sovjet-Unie (1932).

Welke kenmerken van stalinisme zijn te herkennen in de bron?
A
censuur en collectivisatie
B
collectivisatie en persoonsverheerlijking
C
persoonsverheerlijking en terreur
D
terreur en censuur

Slide 17 - Quizvraag


Klik op de afbeelding om in te zoomen.

Welke begrippen passen bij de bron? 
A
persoonsverheerlijking + propaganda
B
persoonsverheerlijking + terreur
C
planeconomie + propaganda
D
planeconomie + terreur

Slide 18 - Quizvraag


Een Russische man vertelt over de tijd van het stalinisme:
"Ik weet niet waarom, maar ik voel dat die vent mij constant in de gaten
houdt. Hij gedraagt zich erg vreemd. Hij is misschien een spion. Ik moet
voorzichtig blijven".

Welk begrip hoort bij bovenstaande tekstbron? 

Hierna: sleepvraag.
A
censuur
B
geheime politie
C
showproces
D
zuiveringen

Slide 19 - Quizvraag

Sleep de begrippen van het Stalinisme naar de bron die je echt herkent in de bron:
Hierna: sleepvraag
showprocessen
zuiveringen
strafkampen
collectivisatie
planeconomie

Slide 20 - Sleepvraag

Welke uitspraken horen bij de economie van de Sovjet-Unie in de periode 1930-1940? 
Sleep deze uitspraken naar de groene kolom:
De juiste zinnen:
De productie wordt vastgesteld door een plan van de regering.
De regering bepaalt de prijs van een aantal belangrijke producten. 
Het aanbod van goederen wordt bepaald door de vraag van de
consument. 
Het doel van productie is het maken van winst. 
Natuurlijke hulpbronnen, zoals olie, zijn in handen van privébedrijven.

Slide 21 - Sleepvraag

Na deze quizvraag nog een filmpje over de Russische leider Poetin met daarna de laatste 2 quizvragen en een sleepvraag.

Kies de juiste tijdsvolgorde:
Hierna: sleepvraag
A
Lenin, Stalin, Nicolaas II
B
Nicolaas II, Lenin, Stalin
C
Stalin, Lenin, Nicolaas II
D
Nicolaas II, Stalin, Lenin

Slide 22 - Quizvraag

Sleep de onderstaande vier gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde:
Hierna: evaluatie-opdracht
Rusland doet mee met de Eerste Wereldoorlog.
De communisten bestormen het Winterpaleis in Sint-Petersburg.
Tsaar Nicolaas II en zijn familie worden op brute wijze vermoord.
De Russische leider Poetin houdt de tsarenverering in leven.

Slide 23 - Sleepvraag


Evaluatie-opdracht: In deze opdracht oefen je historisch inleven in een  persoon. Het is 1934 en je zit in een goelag (werkkamp) in het koude Siberië.
Schrijf  een brief naar je broer/zus die in Moskou woont. Er zijn 2 eisen:
1. De brief is minimaal 8 zinnen lang;
2. De volgende woorden gebruik  je dusdanig dat duidelijk is dat je weet wat de woorden betekenen: Stalin, showproces, zuiveringen, propaganda, persoonsverheerlijking, planeconomie en goelag


Slide 24 - Open vraag