Thema 6, basisstof 4, 5 en 6

Thema 6, basisstof 4, 5 en 6
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Thema 6, basisstof 4, 5 en 6

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen basisstof 4
  • Ik weet welke 4 stappen er optreden na het bevruchten van een eicel in de plant
  • Ik kan uitleggen hoe vruchtvlees ontstaat en waar het voor dient

Slide 2 - Tekstslide

Vrucht
  • Na de bevruchting veranderen er wat dingen:
  • In het vruchtbeginsel gaan zaadbeginsels groeien
  • De bevruchte groeien uit tot zaden
  • Vruchtbeginsel groeit uit tot vrucht

Slide 3 - Tekstslide

Vruchtvlees
  • Het zachte, soms eetbare gedeelte van de vrucht
  • Wij eten vruchten (appels) en we eten zaden (Bonen)

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen basisstof 5
  • Ik kan het verschil tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting uitleggen
  • Ik kan aan de hand van een afbeelding de volgende onderdelen aanwijzen in een cel: Celkern, Chromosoom, DNA
  • Ik kan de voortplanting van knollen, bollen en uitlopersuitleggen en weet of het geslachtelijk of ongeslachtelijk is
  • Ik kan uitleggen hoe een weefselkweek wordt uitgevoerd
  • Ik kan twee voorbeelden noemen van organismen (anders dan planten) die ongeslachtelijk voortplanten

Slide 5 - Tekstslide

Geslachtelijk
  • Als bij voortplanting bevruchting plaatsvind, is het geslachtelijk
  • Sommige planten kunnen zich zonder bevructing voortplanten, ongeslachtelijk dus
  • Voorbeeld:

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Ongeslachtelijk
  • Knollen gebruiken knoppen
  • Bollen gebruiken knoppen (in de rok)
  • Sommige planten gebruiken uitlopers/wortelsokken
  • Ongeslachtelijke voortplanting kan gebruikt worden door weefselkweek:

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen basisstof 6
  • Ik kan de geslachtscellen van planten benoemen
  • Ik weet het verschil in chromosomen bij lichaamscellen en geslachtscellen en kan uitleggen waarom het verschilt
  • Ik weet het verschil tussen inwendige en uitwendige bevruchting

Slide 10 - Tekstslide

Geslachtscellen
  • Bij geslachtelijke voortplanting vindt er bevruchting plaats
  • Altijd door twee geslachtscellen
  • Één vrouwelijk, en één mannelijk

Slide 11 - Tekstslide

Mitose en Meiose
  • Chromosomen zitten in celkernen (DNA)
  • Bij ongeslachtelijke voortplanting blijven deze gelijk -->
  • Bij geslachtelijke komen er twee cellen samen: 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Mitose en Meiose
  • Omdat er twee cellen samen komen (geslachtcellen)
  • Is er bij geslachtelijke voortplanting altijd verschil in erfelijke eigenschappen

Slide 14 - Tekstslide

Bevruchting
  • Bevruchting kan inwendig of uitwendig plaatsvinden

Slide 15 - Tekstslide