V4 - Lección 9: Imperativo afirmativo

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Registro de asistencia

Slide 3 - Tekstslide

Objetivos de la clase
Después de la clase...
  • R: Ken je hoe de imperativo wordt gevormd in het Spaans.
  • T1: Kan je zinnen identificeren die in de imperativo zijn geschreven.
  • T2: Kan je de werkwoorden correct kunnen vervoegen in het imperativo voor verschillende personen.

Slide 4 - Tekstslide

Lesprogramma
¿Qué vamos a hacer hoy?
A. Opstarten: huiswerk nakijken
B. Oefenen: el imperativo
C. Doornemen: vocabulario



Slide 5 - Tekstslide

Ejercicio 27c
  1. Mañana, los libros estarán de oferta.
  2. Pronto empezarán las rebajas.
  3. El fin de semana habrá mucha gente en las tiendas.
  4. Luego, yo iré de compras con mi hermano.
  5. El año que viene, las empresas desarrollarán nuevas tecnologías.
  6. Nosotros volveremos el año que viene.
  7. Ustedes tendrán que trabajar mucho más.
  8. Pablo, no se lo (tú, decir) → dirás a nadie, ¿verdad?
  9. La semana que viene yo no podré ir a la ciudad.
  10. Mañana yo compraré las entradas.

Slide 6 - Tekstslide

Ejercicio 27d
  1. Mañana este reloj costará 10 euros.
  2. La semana que viene estaré de vacaciones con mi familia.
  3. El mes que viene compraremos la ropa en las rebajas.
  4. ¿Mañana vendrán conmigo a ver tocar a mi primo?
  5. ¿El año que viene compraréis entradas para el festival de música?
  6. Esta tarde, la dependienta me devolverá el dinero.



Slide 7 - Tekstslide

Ejercicio 20 pág. 26
A. 1. reclametekst / advertentiepagina
2. Een duikcomputer (Mares M1),
     Relief Band (polsband tegen reisziekte/misselijkheid),
     CommuniCam (camera voor een Ericsson-mobiel).

Slide 8 - Tekstslide

Ejercicio 20 pág. 27
B. Ja. Relief Band.

C. A – Para saber los datos necesarios durante la inmersión.
     A – Los estímulos eléctricos del reloj evitan/eliminan el mareo.
    A – Sacar/enviar fotos por teléfono.


Slide 9 - Tekstslide

De gebiende wijs

Slide 10 - Tekstslide

De gebiedende wijs
Imperativo
Wat is de gebiedende wijs (imperativo)?
Wanneer wordt de gebiende wijs (imperativo) gebruikt?
Wat is de vorm van de gebiedende wijs (imperativo)?

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de gebiedende wijs?
De gebiedende wijs (imperativo) gebruik wanneer je wilt dat iemand iets doet (opdracht) of om advies te geven/ is used to give commands, instructions, or advice.

Bijvoorbeeld:

Ga zitten!
Doe de deur dicht!
Loop mee!

Slide 12 - Tekstslide

Wanneer wordt de imperativo gebruikt?

Slide 13 - Open vraag

Vorm van gebiedende wijs
Bij de gebiedende wijs (imperativo) gebruiken we maar 4 vormen:                              

               2. tú (jij)                                                 
               3. usted (u enkelvoud)
             
 5. vosotros (jullie)
               6. ustedes (u meervoud)


                                          


Slide 14 - Tekstslide

De vorm van de gebiedende wijs

Slide 15 - Tekstslide

De gebiedende wijs
Imperativo

Slide 16 - Tekstslide

Maak een zin met tú of vosotros vorm
gebruik: imperativo afirmativo

Slide 17 - Open vraag

De gebiedende wijs
Imperativo

Slide 18 - Tekstslide

Maak een zin met usted of ustedes vorm
gebruik: imperativo afirmativo

Slide 19 - Open vraag

De gebiedende wijs
Imperativo afirmativo
Persoon 
ar
er
ir
tú            
usted      
vosotros
ustedes
a
e
ad
en
e
a
ed
an
e
a
id
an

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Hable mucho español
A
usted
B

Slide 22 - Quizvraag

Lee muchos libros sobre España.
A
usted
B

Slide 23 - Quizvraag

Escribe muchos mensajes a tus amigos españoles.
A
usted
B

Slide 24 - Quizvraag

Beba mucha agua.
A
usted
B

Slide 25 - Quizvraag

Compre unas zapatillas buenas.
A
usted
B

Slide 26 - Quizvraag

Descansa después de hacer deporte.
A
usted
B

Slide 27 - Quizvraag

Estudia mucho para el examen.
A
usted
B

Slide 28 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van de imperativo afirmativo van het werkwoord tussen haakjes in. Let op wie er aangesproken wordt (tú, usted, vosotros, ustedes).
1. (tú) _________ (preparar) la cena para tu familia esta noche.
2. (usted) _________ (escuchar) bien las instrucciones antes de empezar el examen.
3. (vosotros) _________ (viajar) a España este verano y practicad el español.
4. (ustedes) _________ (abrir) los libros en la página 45, por favor.
5. (tú) No tengo tiempo, así que _________ (escribir) el correo electrónico ahora.
6. (vosotros) _________ (limpiar) la clase después de la actividad.
7. (usted) _________ (visitar) al paciente todos los días a la misma hora.
8. (ustedes) _________ (estudiar) más si quieren aprobar el examen final.

Slide 29 - Tekstslide

Vocabulario Unidad 1 : ¡Vamos de rebajas!

Slide 30 - Tekstslide



Wat: Betekenissen zoeken van 12 woorden uit het woordenlijst. 
Hoe: In groepjes van twee of individueel 
Waar: In je schrift
Hulpmiddel: Paso adelante

Klaar?
Kies 2 woorden en maak 2 zinnen.
Gebruik: mijnwoordenboek.nl 
¡A practicar! 
  1. la novedad
  2. obvio
  3. ofrecer
  4. peligroso
  5. la pieza
  6. prepararse
  7. la profundidad
  8. reservar
  9. la sección
  10. sencillo
  11. la sensación
  12. la solución














esto
dit

Slide 31 - Tekstslide

BRON C: Lista de palabras
la novedad - het nieuwtje
obvio - duidelijk
ofrecer - aanbieden
peligroso - gevaarlijk
la pieza - het stuk
prepararse - zich voorbereiden
la profundidad - de diepte
reservar - reserveren
la sección - de afdeling
sencillo - eenvoudig
la sensación - het gevoel
la solución - de oplossing

Slide 32 - Tekstslide


Escribe tu frase

Slide 33 - Open vraag

Los deberes
Leer: Texto 5 pág. 38
Hacer: Ejercicio 34 & 35 pág. 38
Apoyo: Diccionario (woordenboek)

Slide 34 - Tekstslide

Objetivos de la clase
Después de la clase...
  • R: Ken je hoe de imperativo wordt gevormd in het Spaans (regular y irregular).
  • T1: Kan je zinnen identificeren die in de imperativo zijn geschreven.
  • T2: Kan je de werkwoorden correct kunnen vervoegen in het imperativo voor verschillende personen.

Slide 35 - Tekstslide


Wat heb je van 
deze les geleerd?

Slide 36 - Open vraag

¡Nos vemos la próxima clase!
¡Nos vemos la próxima clase!

Slide 37 - Tekstslide