6.2 oppervlakte vergroten

6.2 Oppervlakte vergroten
herhalen 6.1 vergrotingsfactor
nieuwe paragraaf uitleggen en maken
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

6.2 Oppervlakte vergroten
herhalen 6.1 vergrotingsfactor
nieuwe paragraaf uitleggen en maken

Slide 1 - Tekstslide

Hoe bereken je de vergrotingsfactor? (formule)

Slide 2 - Open vraag

Wat is de vergrotingsfactor? Links is het origineel
A
1, 9 : 2,8 = 0,68
B
2,8 : 1,9 = 1,47

Slide 3 - Quizvraag

Als de vergrotingsfactor kleiner dan 1 is dan..
A
Is het beeld kleiner dan het origineel
B
Is het origineel kleiner dan het beeld

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de
breedte bij het het beeld?

Slide 5 - Open vraag

Wat is de
oppervlakte van het
beeld?

Slide 6 - Open vraag

Vergroten 
Alle zijden worden met hetzelfde getal vermenigvuldigd
De vorm blijft hetzelfde
De grootte van de hoeken blijft hetzelfde

Slide 7 - Tekstslide

Verkleinen
beeld:origineel                          10:15 = 0,67
De factor is 0,7 afgerond

Dat is kleiner dan 1, dus de afbeelding wordt kleiner

Slide 8 - Tekstslide

Kopieerapparaat
100 %   = factor 1        (plaatje blijft gelijk). 
50 %     = factor 0,5   (plaatje wordt 2 keer zo klein). 
200 %  = factor 2       (plaatje wordt 2 keer zo groot). 

Procenten : 100 = factor. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de vergrotingsfactor
A
1
B
2
C
0,5
D
7,5

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de vergrotingsfactor?
A
0,7
B
1,5
C
4,4
D
13,5

Slide 11 - Quizvraag

Leerdoel
Ik kan de oppervlakte berekenen met de vergrotingsfactor

Slide 12 - Tekstslide

6.2 oefenen
  • Oppervlakte vergroting = vergrotingsfactor2 x oppervlakte origineel
  • Vergrotingsfactor 3
  • Oppervlakte vergroting =     32 x 15 = 135 m2 


Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 28 Wat is de oppervlakte van een foto van 3 bij 5 cm?

Slide 14 - Open vraag

Opdracht 28 de vergrotingsfactor is 6. Bereken de oppervlakte van vergroting

Slide 15 - Open vraag

Welke formule hoort bij vergroten van oppervlakte?
A
Vergrotingsfactor* oppervlakte
B
Vergrotingsfactor ^3*oppervlakte origineel
C
Vergrotingsfactor ^2* oppervlakte origineel
D
Vergrotingsfactor^2

Slide 16 - Quizvraag

De oppervlakte van de kleine figuur is 10 cm².
De vergrotingsfactor is 5.
Wat is de grote oppervlakte?

A
10 x 5= 50
B
10 x 5² = 250
C
10:5= 2

Slide 17 - Quizvraag

De vergrotingsfactor is 4. Wat is de oppervlakte van het schilderij in het echt?
oppervlakte = 5 cm2
A
20cm²
B
25cm²
C
80cm²
D
100cm²

Slide 18 - Quizvraag

Huiswerk
Vegrotingsfactor: lengte beeld : lengte origineel 
Oppervlakte vergroting = vergrotingsfactor2 x oppervlakte origineel

Maken 6.2 

Slide 19 - Tekstslide