Past continuous vs past simple

Which action was in progress? Which one interrupted it?

"Yesterday, I was walking to the store when I saw a cat riding a skateboard!"


"She was cooking dinner when the lights went out."

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

Which action was in progress? Which one interrupted it?

"Yesterday, I was walking to the store when I saw a cat riding a skateboard!"


"She was cooking dinner when the lights went out."

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van deze les kan ik:
  • de past simple correct gebruiken en vervoegen
  • de past continuous correct gebruiken en vervoegen
  • het verschil tussen de twee tijden uitleggen

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de past continuous? 

Je gebruikt de past continuous als iemand in het verleden een tijdje iets aan het doen was

De past continuous is het rode
boogje  -->

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de past continuous? 

Je gebruikt de past continuous om een situatie te schetsen in het verleden of om aan te geven
dat iets een tijdje aan de gang was

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de past continuous? 
"Vaak" gebeurd er dan iets anders in die periode:

I was reading a book when he arrived.

Slide 5 - Tekstslide

Past continuous
Positive
Negative
Questions
Short answer
I
was working
wasn't working
was I working?
Yes, I was
No, I wasn't
You
were working
weren't working
were you working?
Yes, you were
No, you weren't
he/she/it
was working
wasn't working
was he working?
Yes, he was
No, he wasn't
we/you/they
were working
weren't working
Were we working?
Yes, we were
No, we weren't

Slide 6 - Tekstslide

Past Continuous VS Past Simple
What
Past continuous VS Past simple
When
Past continuous: Een langere actviteit in het verleden die uiteindelijk stopte.
Past simple: Om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd (kortere activiteit).
How
Past continuous: Was/Were+ Werkwoord+ing
Past simple: Werkwoord+ed/2de rij 
Signal words
WHEN, WHILE
Examples
He was swimming in the ocean WHEN he saw a dolphin.
They were listening to spotify WHEN Jimmy's phone broke.
 I was screaming, WHILE we hit the road sign.

Slide 7 - Tekstslide

Past Simple & Past Continuous in één zin

Past Simple = korte gebeurtenis in het verleden
Past Continuous = langere gebeurtenis in het verleden

Slide 8 - Tekstslide

Past Simple & Past Continuous in één zin

Voorbeeld zin:
''We were dancing until the music suddenly stopped.''

Were dancing = langere gebeurtenis = past continuous
Stopped = korte gebeurtenis = past simple


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Past continuous vs past simple
While I ... (to wash) the dishes, I suddenly ... (to have) a brilliant idea.

Slide 11 - Open vraag

Past simple vs Past continuous
(+) We ____ (have) dinner when the doorbell ________(ring).

Slide 12 - Open vraag

PAST SIMPLE VS PAST CONTINUOUS

In 2020, I _________ (break) my leg while I was ________(play) football.

Slide 13 - Open vraag

Past simple vs past continuous

Susie was ... (watch) a film when she ... (hear) the noise.

Slide 14 - Open vraag

Past simple vs Past continuous
We ... (have) dinner when the doorbell ... (ring).

Slide 15 - Open vraag

Past simple vs Past continuous
Ariana Grande ... (sing) her song, when suddenly her microphone ... (stop) working.

Slide 16 - Open vraag

Past simple vs Past continuous
While Steven ... (run) the marathon, he ... (break) his foot.

Slide 17 - Open vraag

Past simple vs past continuous
We .... (play) a game when she .... (arrive) unexpectedly.

Slide 18 - Open vraag

Past simple vs past continuous
Tim______(smoke) an e-cigarette when the teacher ______(see) him.

Slide 19 - Open vraag

Evaluatie:
  1. Wat hebben wij geleerd en gedaan?
  2. Ging het toepassen goed?
  3. Hoe zorg je ervoor dat je herinnert wat er vandaag geleerd is? 

Slide 21 - Tekstslide

Evaluatie:
  1. Elke leerling bedenkt nu een zin.
  2. Gebruik de past simple en past continuous om een verhaal te vertellen. 

Slide 22 - Tekstslide

Reflectie
  • Hoe is het leergedrag geweest? 
  • Wat ging goed? 
  • Wat kunnen wij de volgende keer verbeteren? 

Slide 23 - Tekstslide