romeinse cijfers

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is hetzelfde op deze foto's?
Alle plaatjes hebben romeinse cijfers.
Vroeger kende de romeinen niet de cijfers die wij nu kennen. Ze gebruikten eigen cijfers die nu nog op oude romeinse gebouwen te zien zijn.

Slide 2 - Tekstslide

lesdoel
Ik kan Romeinse jaartallen omzetten naar  jaartal.
Zoals

DCCCL = 850
D (500) + C (100) + C (100) +
C (100) + L (50) = 850

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Romeinse cijfers
Om andere getallen te maken, zetten ze meerdere cijfers achter elkaar. 

 1 = I 
 2 = II
3 = III

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Staat het grootste getal altijd?


A
links
B
rechts

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel Romeinse cijfers mogen er altijd naast elkaar staan?


A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quizvraag

Waar staat het getal 4 goed geschreven?


A
IIII
B
IV
C
VI
D
4

Slide 10 - Quizvraag

Welk getal staat hier?

CCC
A
3
B
30
C
300
D
3000

Slide 11 - Quizvraag

Oefenen!
Het is moeilijk om romeinse cijfers op te schrijven.

We gaan samen oefenen.

Pak allemaal je wisbordje!

Slide 12 - Tekstslide

Romeinse cijfers
Alle losse cijfers worden bij elkaar opgeteld. 

 1 = I 
5 = V 
6 = VI (5+1)
7 = VII (5+1+1)

Slide 13 - Tekstslide

Romeinse cijfers
1 = I
5 = V
10 = X
1000 = M
2000 = M M
2016 = M M X V I (2000+10+5+1)

Slide 14 - Tekstslide

Welk getal staat hier?
A
3
B
30
C
33
D
333

Slide 15 - Quizvraag

Welk getal staat hier?
A
4
B
5
C
40
D
50

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het Romeinse cijfer DC
A
500
B
400
C
600
D
450

Slide 17 - Quizvraag

Romeinse cijfers
Als er een hoger cijfer voor een lager cijfer staat, moest deze min het hogere cijfer
 1 = I 
5 = V 
4 = IV (5-1)
6 = VI (5+1)

Slide 18 - Tekstslide

Welk getal staat hier?

XC
A
100
B
110
C
90
D
900

Slide 19 - Quizvraag

Welk getal staat hier?
A
14
B
15
C
16
D
25

Slide 20 - Quizvraag

Romeinse cijfers
Voorbeeld:
1 = I
10 = X
X I = 11 (10+1)
I X = 9 (10-1)

Slide 21 - Tekstslide

Romeinse cijfers
Voorbeeld:
1 = I
100 =  C
C X = 110 (100+10)
X C = 90 (100-10)

Slide 22 - Tekstslide

Romeinse cijfers
Voorbeeld:
4 = I V (5-1)
9 =  I X (10-1)
40 = X L (50-10)
90 = X C (100-10)

Slide 23 - Tekstslide

Romeinse cijfers
Voorbeeld:
400 = C D (500-100)
900 =C M (1000-100)
104 = C I V (100+5-1)


Slide 24 - Tekstslide

Romeinse cijfers
Fout voorbeeld:
1 = I
100 =  C
C I = 101 (100+1)
I C = 99 (100-1)

Slide 25 - Tekstslide

Romeinse cijfers
Voorbeeld
1 = I
9 (10-1) = I X
90 (100-10) =  X C
X C I X99 (90+9)

Slide 26 - Tekstslide

Romeinse cijfers?!
D
V
C
X
M
L
5
10
50
100
500
1000

Slide 27 - Sleepvraag

Schrijf je geboortedatum op in Romeinse cijfers

Slide 28 - Open vraag

Wat is het Romeinse cijfer CD
A
500
B
400
C
600
D
450

Slide 29 - Quizvraag

Wat is het Romeinse cijfer IV
A
5
B
3
C
2
D
4

Slide 30 - Quizvraag

Welk getal staat hier?

MCX
A
110
B
1110
C
1010
D
1090

Slide 31 - Quizvraag

Welk getal staat hier?

MCD
A
1400
B
1500
C
11500
D
1200

Slide 32 - Quizvraag

Welk getal staat hier?

MDCL
A
650
B
1540
C
1550
D
1650

Slide 33 - Quizvraag

Romeinse Cijfers
MMXCIV
A
266
B
2904
C
2064
D
2094

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Uit welk jaar komt dit gebouw? MDCLXX

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Tekstslide

Uit welk jaar komt dit gebouw?
MDCCLXXX

Slide 38 - Open vraag

Slide 39 - Tekstslide

Welke getallen staan hier?
V IX XII LV XIII LXXXIV CM

Slide 40 - Open vraag

Welk jaartal staat hier?

Slide 41 - Tekstslide

Maak de getallen
7 11 14 50 46 330 490 900

Slide 42 - Open vraag

Maak het jaartal .....1450

Slide 43 - Open vraag

Slide 44 - Tekstslide

Chronogrammen

Slide 45 - Tekstslide

Chronogrammen
Gloriose vicit draconem

Gloriose vicit draconem


Slide 46 - Tekstslide

Chronogrammen
Gloriose vicit draconem

Gloriose vicit draconem
L + I + V + I + C + I + D + C + M =
50 + 1 + 5 + 1 + 100 + 1 + 500 + 100 + 1000 = 1758

Slide 47 - Tekstslide

Maak opdracht 13 & 14 op p. 22-23

Slide 48 - Tekstslide












aantal
240









aantal







timer
3:30

Slide 49 - Tekstslide

Schrijf het getal 1999 in Romeinse cijfers

Slide 50 - Open vraag