interbellum - het nationaalsocialisme

2.3 Duitsland van democratie naar dictatuur
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

2.3 Duitsland van democratie naar dictatuur

Slide 1 - Tekstslide

Lees eerst LD 1 en 2

Slide 2 - Tekstslide

Republiek van Weimar
Ontstaan
  • Opgericht in 1918 na het aftreden (is gevlucht naar Nederland) van keizer Wilhelm II.
  • Parlementaire democratie met een president als staatshoofd.
  • Nieuwe parlement komt voor de eerste keer bij elkaar in Weimar -> Weimarrepubliek

Slide 3 - Tekstslide

Republiek van Weimar
Problemen
Economische onrust door herstelbetalingen WO I

Politiek onrust:
  • Pogingen tot staatsgrepen van communisten, nationalisten, separatisten, ...
  • Bierkellerputsch in Munchen (1923): poging tot staatsgreep door NSDAP

Slide 4 - Tekstslide

Je kan nu leerdoel 1 en 2 bereiken. Lees dan LD 3 en 4.

Slide 5 - Tekstslide

Bezetting van het 
Ruhrgebied 1923-1924
  • Duitsland kan de herstelbetalingen niet meer opbrengen 
  • Franse troepen bezetten het Ruhrgebied om Duitsland te dwingen
  • De Duitse arbeiders leggen er hun werk neer
  • maar de overheid betaalt door (lieten geld bijdrukken) => hyperinflatie

Slide 6 - Tekstslide

Je kan nu leerdoel 3 en 4 bereiken. Lees dan LD 5.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

HYPERFLATIE
je geld is niets meer waard

Slide 9 - Tekstslide

Hitlers mislukte staatsgreep
Bierkellerputsch (1923)
Wat?
  • NSDAP pleegt in München een staatsgreep onder leiding van Hitler. Aanleiding: bezetting Ruhr gebied.
  • Leger steunt de staatsgreep niet en neemt Hitler gevangen.
  • Hitler wordt veroordeeld voor 5 jaar... maar komt na 1 jaar vrij.
Gevolgen?
  • Het proces geeft Hitler nationale bekendheid.
  • Hitler schrijft Mein Kampf (mijn strijd).

    Slide 10 - Tekstslide

    Je kan nu leerdoel 5 bereiken. Lees daarna LD 6
    Wie weet dit?

    Slide 11 - Tekstslide

    Dawesplan
    Economische Problemen
    Problemen voor Duitsland
    • Duitsland kent economische crisis
    • Duitsland kan zijn herstelbetalingen niet doen wegens te lage belastingopbrengsten.

    Problemen voor VS
    • Frankrijk en Groot-Brittannië hebben oorlogsschulden bij de VS.
    • Weinig handel (export) tussen Europa en VS.


      Slide 12 - Tekstslide

      Dawesplan
      Schema

      DUITSLAND
      FRANKRIJK
      VS
      herstelbetalingen uit belastingsgeld
      oorlogsschulden
      + handel met VS
      leningen voor opbouw economie

      Slide 13 - Tekstslide

      MAAR:
      • 1929 = Beurskrach

      Slide 14 - Tekstslide

      Hitlers mislukte staatsgreep
      Dolkstootlegende
      In Duitsland ontstaat de dolkstootlegende:
      Het Duitse leger had de oorlog kunnen winnen maar werd verraden door zijn eigen regering. Die regering sloot, tegen een hoge prijs, vrede met de Geallieerden.

      • Dit is een legende. Het Duitse leger was uitgeput en er heerste hongersnood.
      • Wantrouwen tegenover democratische regering.
      • Hitler gelooft heel sterk in deze legende.

      Slide 15 - Tekstslide

      Een sterke leider
      Onvrede bevolking
      In Duitsland verlengt men opnieuw naar een sterke leider in plaats van naar democratie:
      • Economische crisis VS (1929) treft ook de rest van de wereld.
      • Gekrenkte trots door Vrede van Versailles.

      Slide 16 - Tekstslide

      Slide 17 - Video

      Kern video
      • Hitler democratisch verkozen
      • aan de macht in 1933
      • Ook in 1933: machtigingswet -> Rijksdag zet zichzelf buiten spel
      • Duitsland is niet langer een democratie
      • Gelijkschakeling 

      Slide 18 - Tekstslide

      Slide 19 - Video

      Je kan nu leerdoel 6 bereiken. Lees daarna LD 7.

      Slide 20 - Tekstslide

      Nationaalsocialisme
      Nationaalscocialisme

      NSDAP = Nationaal Socialistische Duitse ArbeidersPartij

      Slide 21 - Tekstslide

      Partijpunten van de NSDAP 
      • Leiderbeginsel: 1 sterke leider (geen democratie meer)
      • Geweld tegen tegenstanders wordt aangemoedigd
      • Nationalisme (Wij Duitsers zijn geweldig)
      • Militarisme (Heropbouwen van een sterk leger)
      • Antisemitisme (Haat tegen Joden) en rassenleer
      • Lebensraum (Duitsers moet de ruimte krijgen om te groeien) 

      Slide 22 - Tekstslide

      Verdieping rassenleer
      • Onderscheid tussen Arische en niet-Arische mensen
      • Arische mensen waren übermenschen, niet-Ariërs waren üntermenschen
      • Übermenschen: mensen die afstammen van de Germanen
      • Üntermenschen: Oost-Europeanen, Russen, Joden, mensen met handicaps, psychiatrische patiënten, homoseksuelen,....
      • Er werden wetten gemaakt om het Duitse bloed zuiver te houden (Neurenbergwetten)

      Slide 23 - Tekstslide

      Arische mensen <> Niet-Arische mensen

      Slide 24 - Tekstslide

      Arische mensen <> Niet-Arische mensen
      Übermenschen                                        Üntermenschen

      Slide 25 - Tekstslide

      Arische mensen <> Niet-Arische mensen
      Übermenschen                                        Üntermenschen

      Slide 26 - Tekstslide

      Arische mensen  <> Niet-Arische mensen
      Übermenschen                                        Üntermenschen
      Mensen die afstammen van Germanen
      Oost-Europeanen, Russen, Joden, Zigeuners, mensen met een handicap, psychiatrische patiënten, mensen met een erfelijke ziekte, homoseksuelen,...

      Slide 27 - Tekstslide

      Nu kan je leerdoel 7 bereiken. Lees dan LD 8.

      Slide 28 - Tekstslide

      Slide 29 - Video

      Hoe terroriseert Hitler zijn tegenstanders?
      • Richt al in 1933 de eerste concentratiekampen op. 
      • Discriminerende maatregelen tegen Joden. (oa. rassenwetten)
      • Kristallnacht

      Slide 30 - Tekstslide

      Slide 31 - Video

      Appeasementpolitiek
      • De toegeeflijke politiek die vooral gevoerd werd door de Engelse premier Chamberlain noemen we ook wel appeasementpolitiek
      • Toegeven aan Hitler om oorlog te voorkomen
      • Toegevingen op: aansluiting van Oostenrijk bij Duitsland (1936), overnemen van Sudetenland, .....

      Slide 32 - Tekstslide

      Nu kan je leerdoel 8 bereiken. Lees dan LD 9 en los die samen op met mij.

      Slide 33 - Tekstslide