les 3 grammaire -er et écouter

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Hoe heet deze typisch
Franse pet?

1. un chapeau
2. un hat
3. le béret
4. la casquette

De Franse keuken is erg beroemd, maar ze eten ook 'vreemde dingen' ;) 

Wat zijn les cuisses
de grenouiles ?

1. slakken
2. kikkerbilletjes
3. ganzenlever
4. garnalen

Wat is de Franse
naam voor slakken?

1. ratatouille
2. fromage
3. escargots
4. baguette

Franse specialiteiten 

Typisch Frans eten 

• Herhaling werkwoord avoir
  
• regelmatige werkwoorden -er
• écouter

Le but: à la fin de ce cours:

• kan ik de werkwoorden eindigend op -er gebruiken in het Frans
• heb ik geoefend met luisteren in het Frans

ik
jij
hij
zij
men/we
wij
jullie/u
zij(m)
zij (v)

- persoonlijk voornaamwoorden.

Je

Elles

Nous

il

Tu

Elle

Vous

ils

On

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

avoir (hebben)

Combineer de juiste vorm van avoir met het goede persoonlijk voornaamwoord

ai

as

a

avons

avez

ont

Het regelmatige werkwoord op -er

Stappenplan werkwoorden op -er

Voorbeeldwerkwoord: danser (dansen) 

Stap 1:  Haal -er van het werkwoord af 

Stap 2:  Je hebt nu de stam van het werkwoord: dans

Stap 3:  Plak de juiste uitgang achter het werkwoord:

je -->  e               nous ---> ons

tu --> es             vous ----> ez

il/elle/on ---> e     ils/elles -----> ent

infinitif: parler

radical (stam): parl-

Présent:

je parle

tu parles

il/elle/on parle

nous parlons

vous parlez

ils/elles parlent

Les verbes réguliers en -er

Welke werkwoorden op -er ken je nog meer in het Frans? (Je mag spieken in je boek)

Uitgangen werkwoorden - er

je

tu

il/elle/on

nous

vous

ils/elles

+ent

+ons

+es

+ez

+e

+e

welke vervoeging is goed?

1. je manges
2. tu manges
3. il manget
4. nous mangez

welke vervoeging is goed?

1. vous jouons
2. vous jouent
3. vous jouez
4. vous jouer

Wat is de stam van parler?

Wat is de stam van inviter?

jij danst

1. tu danse
2. tu danses
3. je danses
4. je dansee

Wij geven

1. vous donnez
2. nous donnez
3. vous donnent
4. nous donnons

Zij luistert

1. elle écoute
2. elles écoutent
3. il écoute
4. ils écoutent

Vind de juiste combinaties

kijken

voorstellen

dansen

houden van

uitnodigen

eten

inviter

regarder

manger

aimer

présenter

danser

jij woont (habiter)

wij zoeken (chercher -nous)

wij zoeken (chercher - on)

zij luisteren naar (écouter)

hij geeft (donner)

jullie beginnen (commencer)

eten

beginnen

luisteren naar

zoeken

helpen

praten

kijken

werken

lachen

chercher

écouter

parler

regarder

travailler

aimer

rigoler

manger

aider

Au travail

Maken exercices 16a, 16d, 17 a en b

Klaar? Maak exercice 17c

Deeltoets 2

vocabulaire - apprendre B blz 92

grammaire D blz 95 - regelmatige werkwoorden op -er

Regarder - blz 78

Blooket

Frans getallen 20-70