Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Mens & Maatschappij
Toets hoofdstuk 8
Slide 1 - Tekstslide
Open vragen
Slide 2 - Tekstslide
Vul het juiste begrip in. Rond 1700 had Frankrijk een regeringsvorm waarbij een koning de macht heeft. Dit heet een ______
Slide 3 - Open vraag
Lees bron 1. Maak de zin af en leg uit waarom. Het boek van Sara Burgerhart past goed bij de ideeën van mensen in de tijd van pruiken en revoluties, omdat .....
Slide 4 - Open vraag
Vul het juiste getal en het juiste woord in. In de ________e eeuw ging de economie in Nederland achteruit. Er was een kleine groep van _________ families.
Slide 5 - Open vraag
Over welke historische gebeurtenis gaat bron 2? Leg uit waarom je voor deze gebeurtenis hebt gekozen.
Slide 6 - Open vraag
Lees onderstaande uitspraak. Geef aan wat voor soort straf de persoon gaat krijgen. Dax is door de politie aangehouden omdat hij met alcohol op auto heeft gereden. De rechter heeft Dax veroordeeld tot twee weken vrijwilligerswerk in een bejaardentehuis.
Slide 7 - Open vraag
Lees onderstaande uitspraak. Geef aan wat voor soort straf de persoon gaat krijgen. Chris heeft tot twee keer toe sieraden gestolen bij een drogisterij. Na het betalen van 500 euro worden de strafbare feiten volgens de rechter teniet gedaan.
Slide 8 - Open vraag
Vul de juiste betekenis in. Bestuursrecht is ______
Slide 9 - Open vraag
Meerkeuze vragen
Slide 10 - Tekstslide
Hoe heette het nieuwe bestuur dat in Frankrijk aan de macht kwam nadat de burgers in opstand kwamen tegen koning Lodewijk XVI?
A
Bastille
B
Guillotine
C
Nationale vergadering
D
Staten-Generaal
Slide 11 - Quizvraag
In welk jaar kwam Napoleon Bonaparte aan de macht in Frankrijk?
A
1789
B
1799
C
1804
D
1815
Slide 12 - Quizvraag
Welke ideeën zijn van de patriotten?
A
De burgers moeten meebeslissen bij het bestuur van het land
B
De koning van de Pruisen moet belasting gaan betalen
C
De regenten zijn verantwoordelijk voor armoede en werkloosheid
D
Nederland kan het beste door de stadhouder bestuurd worden
Slide 13 - Quizvraag
Een overeenkomst tussen de Bataafse Revolutie en Franse Revolutie is ......
A
dat beide landen aan het begin van de revolutie een monarchie waren
B
dat beide landen de koning afzetten
C
dat beiden revoluties zich in Frankrijk afspeelden
D
dat beide revoluties democratische revoluties waren
Slide 14 - Quizvraag
Een onafhankelijke instantie die klachten behandelt over overheidsinstanties, is een .....
A
advocaat
B
officier van justitie
C
ombudsman
D
rechter
Slide 15 - Quizvraag
Bij welk persoon is er sprake van strafrecht?
A
Fatima: 'mijn ouders gaan scheiden.'
B
Marry: 'ik wil in Nederland blijven wonen'.
C
Pieter: 'ik word ontslagen'
D
Vera: 'ik heb gespijbeld'.
Slide 16 - Quizvraag
De mate waarin mensen op elkaar letten is .....
A
Emancipatie
B
Individuele vrijheid
C
Participatie
D
Sociale controle
Slide 17 - Quizvraag
Wanneer ben je sociaal? Je hebt net een blikje frisdrank op en er is geen vuilnisbak in de buurt.
A
Je gooit het lege blikje op straat
B
Je houdt het lege blikje bij je en gooit het thuis weg
Slide 18 - Quizvraag
Wanneer ben je sociaal. Je zit in de stiltewagon in de trein en je wordt gebeld op je mobiele telefoon