Drugs voorlichting

Strakke uitleg
Drugs voorlichting
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 3-6

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Strakke uitleg
Drugs voorlichting

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van vorige week?

van de voorlichting over alcohol?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drugs

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn drugs?
Drugs is een verzamelnaam voor middelen die de hersenen beïnvloeden en daardoor effect op lichaam en geest hebben. Dit wordt ook wel de psychoactieve werking genoemd.

Slide 4 - Tekstslide

Drugs is een verzamelnaam voor middelen die de hersenen beïnvloeden en daardoor effect op lichaam en geest hebben. Dit wordt ook wel de psychoactieve werking genoemd.
Effecten
Stimuleren

Verdoven

Bewustzijnsveranderend

Slide 5 - Tekstslide

Stimulerend
Bij deze middelen krijgt de gebruiker het gevoel meer energie te hebben en alerter te zijn. De ademhaling en hartslag verhogen, de bloeddruk stijgt en de spieren spannen zich aan. Voorbeelden: cocaïne en speed maar ook tabak en koffie. Stimulerende middelen worden soms ook wel ‘uppers’ genoemd.
Verdovend
Hierbij komt de gebruiker in een slaperige roes. Verdovende middelen hebben een kalmerende en ontspannende werking. De gebruiker kan in een slaperige roes komen. De ademhaling en hartslag worden langzamer en spieren ontspannen. Voorbeelden: heroïne en andere opiaten (bijvoorbeeld oxycodon), ghb, maar ook alcohol en slaapmiddelen. Verdovende middelen worden soms ook wel ‘downers’ genoemd.
Bewustzijnsveranderend
De gebruiker van deze middelen gaat de wereld (heel) anders zien en beleven doordat deze middelen het bewustzijn tijdelijk veranderen. Voorbeelden: LSD, hasj en wiet en paddo’s. Bewustzijnsveranderende middelen worden soms ook wel ‘trippers’ of ‘tripmiddelen’ genoemd.
Effecten
Drugs:
Soort, hoeveelheid, manier.
Set:
Kenmerken gebruiker, hoe je je voelt, gezondheid, verwachtingen, vermoeidheid.
Setting (omgeving):
Temperatuur, drukte, mensen, muziek.

Slide 6 - Tekstslide

In het algemeen zijn er drie factoren van invloed op het effect van een bepaalde drug:
De drug zelf: het soort drug, hoeveel je er van neemt, de manier van inname.
De set: kenmerken van de gebruiker zelf, zoals hoe je je voelt (blij, gestrest, verdrietig), de gezondheid, verwachtingen, vermoeidheid, etc.
De setting: kenmerken van de omgeving, zoals de temperatuur, vertrouwde of onveilige omgeving, druk of rustig, de mensen die aanwezig zijn, de muziek die opstaat.
Alcohol

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lachgas

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lachgas
Effecten:
- Duizeligheid
- Kortdurend gevoel van euforie
- Hoofdpijn na gebruik
- Dromerige roes


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cannabis

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cannabis
Effecten:
- Sloom/traag gevoel
- Vreetkick
- Verhoogd risico psychose
- Rode ogen en droge mond

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Roken

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Roken
Effecten:
- Schade aan de longen
- Rust bij stress
- Afname eetlust
- Hoesten
- Schade aan stembanden

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

XTC

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

XTC
Effecten:
- Verhoging bloedruk en hartslag
- Moeilijkheden met plassen
- Bij uitwerking zware negatieve gevoelens
- Op tong bijten

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychische effecten
  1. De gebruiker voelt zich vrolijk en alert.
  2. Vermoeidheid zakt weg, de gebruiker voelt zich vol energie.
  3. De gebruiker heeft het gevoel snel en helder te kunnen denken.
  4. Het zelfvertrouwen van de gebruiker neemt toe.
  5. De gebruiker gaat veel praten.
Honger verdwijnt.
Lichamelijke effecten
  1. Versnelling hartslag en ademhaling.
  2. Verhoging bloeddruk.
  3. Vernauwing bloedvaten.
  4. Verdoving neus, gehemelte, tandvlees.
  5. Stimulering van de blaas waardoor men vaker moet urineren.
Verminderde eetlust.
Toename uithoudingsvermogen.
Soms grote pupillen.
Toename lichaamstemperatuur (bij hoge dosis)
Cocaïne

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1: De Expert
Wat: Je maakt een korte presentatie (max 3 min) over één drugssoort.
Hoe: In groepjes van 3
Hoelang: Je hebt hiervoor 20 minuten de tijd, daarna inleveren classroom.
Hulp: Internet bronnen (check betrouwbaarheid), Docent 
Resultaat: Een korte pp presentatie in googlepresentaties over de effecte, gevolgen en kenmerken van één bepaalde drugs. 
Klaar: Lever de presentatie in op classroom, oefen het presenteren in je groepje. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stellingen

Slide 19 - Tekstslide

Natuurlijk adviseren we pas drugs gebruik vanaf een leeftijd van 18 jaar. Maar omdat kinderen voor het grootste deel eerder gaan experimenteren dan deze leeftijd gaan wij jullie informeren over de effecten van drugs
Je bent op een feestje. De ouders van je vriend of vriendin zijn niet thuis en er
Worden meerdere flessen sterke alcohol op tafel gezet. Jullie zijn allemaal minderjarig, jij voelt je hier niet prettig bij. Wat doe je?

Slide 20 - Tekstslide

Natuurlijk adviseren we pas drugs gebruik vanaf een leeftijd van 18 jaar. Maar omdat kinderen voor het grootste deel eerder gaan experimenteren dan deze leeftijd gaan wij jullie informeren over de effecten van drugs
Je vriend of vriendin voelt zich na een paar hijsjes ineens niet lekker na het roken van wiet. Je wilt zijn of haar ouders niet bellen want je weet dat ze heel erg tegen het roken van wiet zijn, wat doe je?

Slide 21 - Tekstslide

Natuurlijk adviseren we pas drugs gebruik vanaf een leeftijd van 18 jaar. Maar omdat kinderen voor het grootste deel eerder gaan experimenteren dan deze leeftijd gaan wij jullie informeren over de effecten van drugs
Het jongere broertje van je vriend of vriendin die 12 is wil graag roken maar kan zelf geen pakje kopen. Hij vraagt aan jou en je vriend of vriendin om dit te kopen, wat doe je?

Slide 22 - Tekstslide

Natuurlijk adviseren we pas drugs gebruik vanaf een leeftijd van 18 jaar. Maar omdat kinderen voor het grootste deel eerder gaan experimenteren dan deze leeftijd gaan wij jullie informeren over de effecten van drugs
Wat is verslaving?

Slide 23 - Tekstslide

Niet iedereen die regelmatig gokt of alcohol of drugs gebruikt, is direct verslaafd. Je spreekt pas van verslaving als er zich een toestand voordoet waarin je fysiek en/of mentaal afhankelijk bent van een middel of van een gewoonte. Je verliest als gebruiker de controle over het gebruik en dat gaat ten koste van je normale dagelijkse activiteiten.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

gevoel van waardeloosheid
inactief zijn door effect van alcohol en drugs
inactief zijn door veel tijd kwijt te zijn aan het gebruiken van alcohol of drugs
somber zijn
schuldgevoel hebben
moeilijker concentreren
onrustig zijn
huishouden en sociale contacten verwaarlozen
Verslaving
Fases:
1. Experimenteren
2. Sociaal/Recreatief gebruik
3. Overmatig of Problematisch gebruik
4. Afhankelijkheid en verslaving
5. Chronische verslaving

Slide 26 - Tekstslide

Experimenteren.

Sociaal/ Recreatief (de momenten waar het voor bedoeld zijn om bijvoorbeeld te drinken (feestjes etc.)

Overmatig (meer over je grenzen heen, ongewone momenten, voor ontspanning en gezelligheid)

Afhankelijk (Slecht voelen bij het niet gebruiken, omgeving begint er onder te lijden)

Chronische verslaving (Het enige dat telt, lichamelijke en geestelijke klachten te dempen met nog een nieuwe dosis)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hulp bij verslaving
- Novadic
- Solutions
- NA Meetings (drugs) 
- AA Meetings (alcohol)
- Yes we can


https://www.youtube.com/watch?v=yOL1XL4M

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er nog vragen?
Zijn er nog vragen?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies