Inleiding taaltaak periode 2

Wat kan je schrijven over het thema wonen?
1 / 14
volgende
Slide 1: Woordweb
DuitsVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolhavoLeerroute HLeerroute 2Leerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat kan je schrijven over het thema wonen?

Slide 1 - Woordweb

Jullie gaan eerst luisteren naar een filmpje van Deutschlandlabor (4.52 minuut)


Bekijk de volgende dia's en schrijf de vragen over in jouw schrift.


Slide 2 - Tekstslide

Let op de volgende punten tijdens het luisteren en maak hierbij aantekeningen.

1. In welke stad wordt het fragment opgenomen?
2. Hoeveel mensen wonen er gemiddeld in een huis?
3. Hoeveel procent bezit een eigen woning?
4. Wat vinden Duitsers belangrijk (wichtig) aan een woning?
5. Hoeveel kamers heeft de woning die Nina en David bezoeken?

Slide 3 - Tekstslide

Let ook op de betekenis van een aantal woorden, zoals

woonkamer
keuken
slaapkamer
badkamer
werkkamer

Wat is er in deze ruimtes te vinden?

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel mensen wonen er gemiddeld in een woning?
A
3,1
B
1,5
C
2,2
D
1,8

Slide 5 - Quizvraag

In welke stad zijn Nina en David?

Slide 6 - Woordweb

Hoeveel procent van de Duitsers heeft een eigen woning?
A
Meer dan 50%
B
Minder dan 50%

Slide 7 - Quizvraag

Wat vinden mensen belangrijk aan een woning?

Slide 8 - Open vraag

Tekst
Tekst
Wohnzimmer
Küche
Schlafzimmer
Badezimmer
Arbeitszimmer
Computer
Bett
Fernseher
Kühlschrank
Dusche

Slide 9 - Sleepvraag

"mieten" betekent huren
A
richtig
B
falsch

Slide 10 - Quizvraag

blau ist eine Farbe
A
richtig
B
falsch

Slide 11 - Quizvraag

"gemütlich" betekent
A
gezellig
B
lelijk
C
schoon
D
ouderwets

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel kamers heeft de woning die Nina en David bezoeken?

Slide 13 - Open vraag

Nina is kapster van beroep
A
richtig
B
falsch

Slide 14 - Quizvraag