Van alles, hele getallen en getallen achter de komma

hulp van de juf  
oefening 4: 
eerste sprong = + 0,1 = + 1 tiende = + 1t
duid de tiende aan bij het eerste getal
3,7 + 1t          => 7t + 1t =  8t         => volgende getal = 3,8


tweede sprong = + 0,01 = + 1 honderdste = + 1h
duid de honderste aan bij het eerste getal
4,56 + 1h       => 6h + 1h = 7h       => volgende getal = 4,57


derde sprong = + 0,001 = + 1 duizendste = +1d
duid de duizendste aan bij het eerste getal
6,788 + 1d     => 8d + 1d = 9d     => volgende getal = 6,789





1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

hulp van de juf  
oefening 4: 
eerste sprong = + 0,1 = + 1 tiende = + 1t
duid de tiende aan bij het eerste getal
3,7 + 1t          => 7t + 1t =  8t         => volgende getal = 3,8


tweede sprong = + 0,01 = + 1 honderdste = + 1h
duid de honderste aan bij het eerste getal
4,56 + 1h       => 6h + 1h = 7h       => volgende getal = 4,57


derde sprong = + 0,001 = + 1 duizendste = +1d
duid de duizendste aan bij het eerste getal
6,788 + 1d     => 8d + 1d = 9d     => volgende getal = 6,789





Slide 1 - Tekstslide

hulp van de meester
oefening 6:
vergelijk eerst de eenheden met elkaar
bv: 3,640 < 6,640  eenheden vergelijken
als de eenheden gelijk zijn, vergelijk dan de tiende met elkaar
bv: 4,380 > 4,180  tiende vergelijken
als de tiende gelijk zijn, vergelijk dan de honderdste met elkaar
bv: 9,040 > 9,025 honderdste vergelijken
als de honderdste gelijk zijn, vergelijk dan de duizendste met elkaar
bv: 2,658 < 2,659 duizendste vergelijken

Slide 2 - Tekstslide







145, 297

de waarde van de 9 is:

A
9 tiende
B
9 honderdste
C
9 duizendste
D
9

Slide 3 - Quizvraag

de 7 in het getal 725,49 heeft de waarde van:
A
7 duizendste
B
700
C
7 honderdste
D
7000

Slide 4 - Quizvraag

In het getal 23,18759 is de 5 een
A
tienduizendtal
B
tienduizendste
C
duizendtal
D
duizendste

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de waarde van het cijfer 7 in het getal 5,07
A
zeven
B
zeven tiende
C
zeven honderdste
D
zeven duizendste

Slide 6 - Quizvraag

120,015

de 5 een
A
eenheid
B
tiende
C
honderdste
D
duizendste

Slide 7 - Quizvraag

A-4b
een duizendste

A
0,1
B
0,01
C
0,001

Slide 8 - Quizvraag

In welk getal is de 5
een duizendste
A
120,35
B
784,015
C
331,509

Slide 9 - Quizvraag

145, 297

de waarde van de 9 is:

A
9 tiende
B
9 honderdste
C
9 duizendste
D
9

Slide 10 - Quizvraag

10 302 450, 020
De 0 die in het positieschema op de plaats van ........ staat kun je weglaten.
A
Miljoen
B
duizendste
C
Tienduizend
D
tiende

Slide 11 - Quizvraag


900 000 + 1,2 miljoen =
A
1,9 miljoen
B
2 miljoen
C
1,29 miljoen
D
2,1 miljoen

Slide 12 - Quizvraag


0,8 miljoen - 25 000 =
A
775 000
B
1 miljoen
C
1,5 miljoen
D
2,1 miljoen

Slide 13 - Quizvraag

Wat is goed?

1 010 000
A
1,1 miljoen
B
1,01 miljoen
C
1,001 miljoen
D
1,001 miljoen

Slide 14 - Quizvraag

Rond 2.395.00 af op een honderdduizendtal.
A
2.4 miljoen
B
2.3 miljoen
C
2 miljoen
D
3 miljoen

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen 800.000 en 3 miljoen?
A
2,2 miljoen
B
2,3 miljoen
C
2,8 miljoen
D
2,1 miljoen

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen 3,2 en 6,8 miljoen?
A
3,6 miljoen
B
3,5 miljoen
C
3,8 miljoen
D
4,1 miljoen

Slide 17 - Quizvraag

Welke getallen horen bij elkaar?
A
een kwart miljoen - 1500.000 - 500.000
B
25.000 - een kwart miljoen - 0,25 miljoen
C
een kwart miljoen - 0,25 miljoen - 250.000

Slide 18 - Quizvraag

Wat is goed?
In Amsterdam wonen ongeveer
900 000 mensen.
A
9 miljoen
B
0,9 miljoen

Slide 19 - Quizvraag

wat is het grootste getal
timer
1:00
A
6 miljoen
B
7.000.000.000

Slide 20 - Quizvraag