Sterke ww "Perfekt" aanvullend!

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Havo 3

Was machen wir heute?

- Allgemeine Sachen besprechen (Prüfungen etc)

- Grammatik starke Verben wiederholen 

Te

Zwakke WW voltooid deelwoord

???

zwakke WW voltooid deelwoord

hulpwerkwoord: haben

                                   ge+ stam+ t

bij ww met d/t in de stam: ge+stam + et

sterke WW voltooid deelwoord

???

sterke WW voltooid deelwoord

hulpwerkwoord: haben of sein

regel: ge+ stam+ en (lesen -> gelesen)

LET OP:

Soms klinkerverandering: trinken: Er hat getrunken

extra letters: essen : er hat gegessen

Oefening 1

sterk of zwak werkwoord? (4)

Ich habe auf dem Markt eine Wassermelone gekauft.

1. zwak werkwoord
2. sterk werkwoord

Wer hat euch denn diese Geschichte erzählt.

1. zwak werkwoord
2. sterk werkwoord

Hast du deine Eltern um mehr Taschengeld gebeten?

1. zwak werkwoord
2. sterk werkwoord

Wir sind bis Mitternacht auf der Party geblieben.

1. zwak werkwoord
2. sterk werkwoord

Oefening 2

voltooid deelwoord van het sterke werkwoord? (9)

1.Wir haben in einem Café noch etwas (trinken) .........

2.Seid ihr alleine in die Stadt (gehen).......

3.Was hast du alles in diesem teurem Restaurant (essen) .......?

4. Wir haben das Buch(lesen) .......

5. Wir sind im See (schwimmen).............

8. Das Kind ist von der Schaukel (fallen) .........

9. Wir sind nach Hause (laufen) .......

11. Hast du ihm eine E-Mail (schreiben) ............ ?

12. Wir sind nach Hamburg (fahren) ............... .

Wann haben/ wann sein?

Sein gebruik je vaak bij een bewegingsrichting 

schwimmen, laufen, gehen, klettern, fahren

Verschil NL-D

NL	D
beginnen (ik ben begonnen) bevallen (het is bevallen) vergeten (ik ben het vergeten(	anfangen (ich habe angefangen) gefallen (es hat mir gefallen) vergessen Ich habe es vergessen)

Verschil NL-D

NL	D
ontmoeten (ik heb ontmoet) lopen (ik heb gelopen) volgen (ik heb gevolgd) rijden (ich heb gereden)	begegnen (ich bin begegnet) laufen (ich bin gelaufen) folgen (ich bin gefolgt) fahren (ich bin gefahren)