Hartfalen en Epilepsie

epilepsie en hartfalen





Epilepsie en Hartfalen


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AFPMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

epilepsie en hartfalen





Epilepsie en Hartfalen


Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
De studenten kennen/weten:
  • De oorzaken en verschijnselen van hartfalen
  • Het verschil te benoemen tussen de verschillende aanvallen van epilepsie






Slide 2 - Tekstslide

Statistieken
  • In Nederland: 1 op de 150 mensen een vorm van epilepsie 
  • Kleine kinderen met aanleg voor epilepsie 
  • Verstandelijk beperkten: 1 op de 3 mensen heeft epilepsie. (hoe ernstiger de beperking, hoe meer kans op epilepsie).


Slide 3 - Tekstslide

Epilepsie
  • Verstoringen van het elektrisch evenwicht in de hersenen
  • Insulten (aanvallen)
Oorzaken:
  • Trauma
  • Zuurstofgebrek tijdens de geboorte
  • Aanleg
  • Hersentumor
  • Drugs
  • Hersenvliesontsteking (meningitis)

Slide 4 - Tekstslide

Partiele aanvallen
Een deel van de hersenen is betrokken

Eenvoudig partiële aanval:
  • Lichtflitsen zien, vreemde geluiden, proeven en voelen
  • Bij bewustzijn

Complex partiële aanval:

  • Vreemde bewegingen
  • Verlaagd bewustzijn
  • Staren


Slide 5 - Tekstslide

Gegeneraliseerde aanvallen

Meerdere hersengebieden zijn betrokken
Kleine aanval
  • Absences (korte aanval)
  • Tonisch (verstijving spieren)
  • Clonisch (spierschokken)
Grote aanval
  • Tonisch-clonische (verkrampen, schokken en bewusteloos)
  • Myoclonische (bewustzijn en spierschokken)
  • Atone aanval (spierverslapping, neervallen)


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Bij een partiele aanval is een persoon nog bij bewustzijn
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Bij een gegeneraliseerde epilepsie aanval zijn meerdere delen van de hersenen betrokken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Wat houdt een tonisch-clonische aanval in?

Slide 12 - Open vraag

Bij welke aanval is er een verlaagd bewustzijn i.c.m. vreemde bewegingen?
A
Tonisch-clonische aanval
B
Eenvoudig partiele aanval
C
Complex partiele aanval
D
Atone aanval

Slide 13 - Quizvraag

Hartfalen
  • Onvoldoende pompwerking van het hart​
  • Meestal door het langzaam dichtslibben van de kransslagaders​
  • Gevolg: O2 tekort organen ​
  • Symptomen: vocht vasthouden, kortademig bij geringe inspanning, concentratieproblemen, vermoeidheid



Slide 14 - Tekstslide

Welke omgevingsfactoren kunnen het risico op hart- en vaatziekten vergroten? Denk aan leefstijl, geslacht, leeftijd etc.

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Welke activiteit is minder effectief bij hartfalen?
A
Wandelen
B
Fietsen
C
Lezen
D
Sporten

Slide 17 - Quizvraag

Na een hartinfarct moet een persoon revalideren (herstellen). Op welk gebied kan een persoon revalideren na een hartinfarct?
A
Lichamelijk
B
Emotioneel
C
Medisch
D
Leefstijl

Slide 18 - Quizvraag