les 1 PSV

Psychosociale vraagstellingen
les 1
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Jeugd- en GehandicaptenzorgSecundair onderwijs

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Psychosociale vraagstellingen
les 1

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • welkom en aanwezigheden
  • kennismaking
  • intro in de module
  • afspraken
  • disclaimer
  • les 1

Slide 2 - Tekstslide

kennismaking
  • Jullie kennen elkaar al een beetje?
  • Deel iets over jezelf, waardoor ik morgen je naam kan koppelen ;)
  • Iets dat ik als leerkracht over jou moet weten? Dat mag je meteen klassikaal of straks na de les met mij delen


Slide 3 - Tekstslide

Deel iets over jezelf, waardoor ik morgen je naam kan koppelen ;)
(een kernwoord of afbeelding - je kan meteen er iets bij vertellen)

Iets dat ik als leerkracht over jou moet weten?
Dat mag je meteen klassikaal of straks na de les met mij delen

Slide 4 - Open vraag

Intro in de module
een 'vraagstellingenvak': zelfde leerdoelen, andere doelgroepen
doelgroepen PSV: personen met psychosociale problemen...
  • VOS (= verontrustende opvoedingssituaties),
  • kindermishandeling,
  • kansarmoede,
  • verslavingsproblematieken

Slide 5 - Tekstslide

leerplandoelen (LPD), voor elke doelgroep:
  1. typisch gedrag bij de kernproblematiek beschrijven (rood = kerndoel)
  2. mogelijkheden en beperkingen aangeven
  3. vraagstelling benoemen (bv behoeften tov de begeleiding)
  4. gedrag bij basiskenmerken en kernproblematiek verklaren (oorzaken)
  5. kernelementen uit de vraagstelling verklaren
  6. begeleidingsstijl en handelen op de vraagstelling afstemmen (vanuit theoretische kennis en kaders)
  7. het begeleidend handelen verantwoorden (vanuit de theorie)

Slide 6 - Tekstslide

Afspraken

  • afwezigheid,
  • contact leerkracht,
  • gsm, laptop, …
  • pauze rond 15u
  • ...

Slide 7 - Tekstslide

En jullie afspraken tijdens mijn lessen?
  • Wat hebben jullie al afgesproken met andere leerkrachten?


Slide 8 - Tekstslide

Wat heb jij nodig om goed de les te kunnen volgen?

1 Van je leerkracht?
2 Van je medecursisten?

Slide 9 - Open vraag

disclaimer

Je kiest zelf wat je wel of niet inbrengt qua eigen ervaringen.

De inhouden kunnen soms confronterend zijn.
Als je het moeilijk hebt: zorg voor jezelf.

Slide 10 - Tekstslide

Les 1 een sterke basis
We focussen vandaag op een sterke basis.

De volgende lessen kijken we wat mis kan gaan in de opvoeding...

Slide 11 - Tekstslide

Welke elementen geven
een sterke basis in de opvoeding?






tip: noteer kernwoorden + je kan meerdere antwoorden indienen

Slide 12 - Woordweb

1 een goede opvoeding
Vertrekt vanuit de vraag: wat heeft een kind nodig om zich goed te voelen, te ontwikkelen en te ontplooiien?

1) de Abraham Maslow en zijn motivatietheorie




Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

behoeften
behoeften = wat we nodig hebben
3 kenmerken:
  1. iedere mens heeft behoeften
  2. iedere mens doet zijn best om behoeften te realiseren
  3. hiërarchie: sommige behoeften eerst realiseren om tot andere te komen
  • (kritiek: behoeften kunnen naast elkaar bestaan, hiërarchie is mogelijk minder relevant)

Slide 15 - Tekstslide

welke voorbeelden ken jij bij deze behoeften?

Slide 16 - Tekstslide

2 functies van ouders
  • Volwassenen kunnen zelf instaan voor het vervullen van behoeftes
  • Ouders zijn verantwoordelijk om kinderen te bieden wat ze nodig hebben

materiële functie
affectieve functie
pedagogische functie


Slide 17 - Tekstslide

Welke behoeften
zijn materiële behoeften?




kernwoorden

Slide 18 - Woordweb

En wat zijn
affectieve behoeften?

Slide 19 - Woordweb

pedagogische functie
  • dat is.. opvoeding
  • Bij de vraag rond 'een sterke basis': welke elementen hadden te maken met opvoeding?

  • waarden en normen, regels, grenzen, beleefdheid, ...
  • bij kleine kinderen: voorleven
  • grotere kinderen maken eigen keuzes, internaliseren

Slide 20 - Tekstslide

Welke waarden en normen zijn UNIVERSEEL?

Slide 21 - Woordweb

Kan jij een voorbeeld geven van een echt typische afspraak/norm/regel uit jouw gezin familie?

Slide 22 - Open vraag

3 hechting, vertrouwen, zelfvertrouwen
In deel 1 van de les hadden we het over de basis behoeften, lichamelijke behoeften en affectie. De ouderfuncties volgen daar rechtstreeks uit. 

Nu gaan we weer inzoomen op de affectieve functie, en wat die betekent voor het kind.

Slide 23 - Tekstslide

basis hechting
  • Hechting ontstaat wanneer het kind een affectieve band kan ontwikkelen met de verzorgers. Deze band geeft basisvertrouwen en veiligheid. Behoeften worden vervuld. Er ontstaat een basis vertrouwen.
  • Veilige hechting -> wereld ontdekken, exploreren, dankzij basisvertrouwen dat verzorgers er zijn als hij verdrietig of bang is.
  • Baby’s vertonen hechtingsgedrag om ervoor te zorgen dat opvoeders voor hen zorgen en de affectieve band tot stand komt

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Mogelijke gevolgen van een onveilige hechting
Een kind dat weinig ervaring heeft met veilige, vertrouwde relaties en zich vaak onveilig voelt, kan onveilig gehecht raken.

Hierdoor kan het zijn dat een kind later bijvoorbeeld:
  • moeite heeft met anderen vertrouwen;
  • minder neiging heeft tot exploratie;
  • een laag zelfbeeld ontwikkelt;
  • moeite heeft met interpretatie en het overzien van situaties;
  • minder goed begrijpt hoe de wereld werkt;
  • het gevoel heeft er alleen voor te staan en zich eenzaam voelt.


Slide 28 - Tekstslide

2 basis vertrouwen
  • = vertrouwen dat de opvoeder beschikbaar is in nood
  • volgt uit veilige hechting
  • zet aan tot experiment en ontdekking

Slide 29 - Tekstslide

3 zelfvertrouwen
  • gevolg van basisvertrouwen en het experimenteren en ontdekken
  • ook ontdekking van eigen vaardigheden 'kijk wat ik kan'
  • succeservaringen geven zelfvertrouwen

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

oefeningen pg 11
Maak de oefeningen: antwoord met een argument uit de theorie (cursus).

1.    Waarom gebeuren eetmomenten en slapengaan best dagelijks op hetzelfde moment?
2.    Waarom is heel veel verhuizen moeilijk voor een kind? Welke tips geef je ouders om het toch niet te erg te maken voor een kind?
3.    Straf geven door een kind in het donker op te sluiten in een kamer of kast.. dat is niet zo’n goed idee. Waarom niet? Verklaar vanuit de theorie.

Slide 32 - Tekstslide

1 Waarom gebeuren eetmomenten en slapengaan best dagelijks op hetzelfde moment?
  • structuur nodig = voorspelbaarheid
  • bioritme ontwikkelt beter bij structuur
  • basisvertrouwen ontwikkelt door voorspelbaarheid

Slide 33 - Tekstslide

2 Waarom is heel veel verhuizen moeilijk voor een kind?
Welke tips geef je ouders om het toch niet te erg te maken voor een kind?
  • 1 huis  = herkenbaar, veiligheid, zekerheid,...
  • veel verhuizen = minder veiligheid, onzekerheid, steeds opnieuw vrienden moeten maken (sociaal contact)
  • tips bv de eigen kamer zo goed mogelijk opnieuw inrichten zoals ervoor (bed & meubels op dezelfde plaats, posters, knuffels, ...)

Slide 34 - Tekstslide

3 Straf geven door een kind in het donker op te sluiten in een kamer of kast.. dat is niet zo’n goed idee. Waarom niet? Verklaar vanuit de theorie.
  • tast basisvertrouwen in opvoeder aan
  • ontwikkelt angst voor donker, kasten of bepaalde plaatsen
  • ...

Slide 35 - Tekstslide

(extra) hechtingsstoornis
  • niet vanuit basishechting
  • aangeleerd door ervaringen
  • zelfde symptomen


Slide 36 - Tekstslide

Volgende week
kleine evaluatie
  • basishechting, basisvertrouwen en zelfvertrouwen (kunnen uitleggen + hoe verhouden ze zich tot elkaar)
  • materiële, affectieve en materiële functie van ouders (kunnen toelichten met een voorbeeld)

Slide 37 - Tekstslide

Wat vond je van de les vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll

tot morgen
:)

Slide 39 - Tekstslide