7.4

7.4 Spieren
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

7.4 Spieren

Slide 1 - Tekstslide

Planning
1. Magister
2. Terugblik
3. Leerdoelen
4. Uitleg 
5. Maakwerk
6. Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

7.2 kraakbeenweefsel en beenweefsel
Kraakbeenweefsel is stevig en goed buigzaam
Beenweefsel is heel stevig en een beetje buigzaam

Er zijn een aantal overeenkomsten en verschillen tussen beide weefsels.

Slide 3 - Tekstslide

7.2 kraakbeenweefsel en beenweefsel
Kraakbeenweefsel:
- bevat tussencelstof
- kraakbeencellen liggen in groepjes bij elkaar in de tussencelstof
- in neus en oorschelpen

Slide 4 - Tekstslide

7.2 Kraakbeenweefsel en beenweefsel
Beenweefsel
- bevat ook tussencelstof
- tussencelstof bestaat uit kalkzouten en lijmstof
- kalkzouten zorgen voor stevigheid
- lijmstof maakt het beenweefsel een beetje buigzaam
- beencellen liggen in kring rond kleine kanaaltjes

Slide 5 - Tekstslide

7.2 Kraakbeenweefsel en beenweefsel
Veranderingen in het skelet
- bij baby's bestaat het skelet voornamelijk uit kraakbeenweefsel
- tijdens de groei wordt het kraakbeenweefsel voor een deel vervangen door beenweefsel
- bij minderen bevat de tussencelstof van beenweefsel nog veel lijmstof
- bij ouderen bevat het beenweefsel weinig lijmstof: de botten zijn minder buigzaam en kunnen sneller breken

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

7.3 Beenverbindingen
Er zijn 4 manieren waarop beenderen met elkaar verbonden zijn:
- vergroeid (heiligbeen)
- door een naad (schedel)
- door kraakbeen (wervels)
- door gewrichten

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

7.3 Beenverbindingen
De bouw van een gewricht:
- gewrichtskogel
- gewrichtskom
- kraakbeenlaagje tussen beide botten


Slide 10 - Tekstslide

7.3 Beenverbindingen
Bouw van een gewricht:
- gewrichtskapsel: zorgt ervoor dat de botten bij elkaar blijven
- gewrichtssmeer wordt gemaakt door gewrichtskapsel: houdt het gewricht soepel

Slide 11 - Tekstslide

7.3 Beenverbindingen
Bij veel gewrichten zitten stevige kapselbanden om het gewricht heen.
Deze helpen mee om de botten op hun plaats te houden.

Slide 12 - Tekstslide

7.3 Beenverbindingen
Er zijn verschillende typen (soorten) gewrichten:
- kogelgewricht
- rolgewricht
- scharniergewricht

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen vandaag
- kan je vertellen waaruit spieren zijn opgebouwd
- kan je vertellen hoe de werking van een spier verloopt
- kan je vertellen wat antagonisten zijn en kan je een voorbeeld hiervan geven

Slide 15 - Tekstslide

7.4 Spieren
Spieren zorgen ervoor dat je kan bewegen

Spierstelsel = alle spieren bij elkaar

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

7.4 Spieren
Bouw van een spier:
- spier zit met een pees vast aan het bot
- om de spier heen ligt een laag bindweefsel: de spierschede
- het bindweefsel zorgt voor stevigheid van de spier


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

7.4 Spieren
Een spier bestaat uit een aantal spierbundels

Een spierbundel bestaat uit een aantal spiervezels

Een spiervezel is ontstaan door de samensmelting van een heleboel spiercellen.

Slide 20 - Tekstslide

7.4 Spieren
Werking van een spier:
- Onder invloed van een elektrische impuls kunnen de spiervezels zich samentrekken: een spier wordt dan korter en dikker.
- Omdat de spier vast zit met een pees aan verschillende botten, worden deze botten naar elkaar toe getrokken als een spier zich samentrekt: de botten bewegen.

Slide 21 - Tekstslide

7.4 Spieren
Antagonisten:
- spieren kunnen zich alleen samentrekken; ze kunnen een bot niet terugduwen
- daarom moeten spieren samenwerken

Antagonisten = spieren waarvan het samentrekken een tegengesteld effect heeft

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Zelf aan de slag
opdracht 21 en 22 maken

Slide 24 - Tekstslide