Jeugdzorg en GGZ les 2,3,4



Gedragsproblemen en gedragsstoornissen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
jeugdzorg en GGZMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les



Gedragsproblemen en gedragsstoornissen

Slide 1 - Tekstslide

Het gedrag is een probleem voor : 
1- de persoon zelf
2-  de ouder / volwassenen / docent/ instructeur
3 - de sociale omgeving , vriendjes /klasgenoten

Slide 2 - Tekstslide

gedragsprobleem
Vorm van gedrag waarbij het afwijkende gedrag gestuurd wordt vanuit de omgeving en kan leiden tot leerproblemen en/of sociaal-emotionele problemen. Je kunt hierbij onder andere denken aan:
angstig gedrag 
faalangst
onverschillig gedrag
teruggetrokken gedrag.

Slide 3 - Tekstslide

Gedragsstoornis 
Ontwikkelingsstoornis bij kinderen waarbij het afwijkende gedrag gestuurd wordt vanuit de aanleg (erfelijkheid of aangeboren afwijking). 
Je kunt hierbij onder andere denken aan
antisociaal gedrag
oppositioneel opstandig gedrag
ADHD
Gilles de la Tourette.

Slide 4 - Tekstslide

Oppositioneel gedrag
Twee soorten gedragsstoornissen
Het diagnostisch handboek voor psychiaters, het Diagnostic and Statistical Manual of mental Disorders (DSM-5, onderscheidt twee groepen gedragsstoornissen:

oppositioneel-opstandige gedragsstoornis (odd, oppositional defiant disorder)
normoverschrijdend-gedragsstoornis (cd, conduct disorder)

Slide 5 - Tekstslide



DSM-V


Handboek voor psychiatrische aandoeningen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Wat is ODD?
ODD is een gedragsstoornis die voornamelijk ontstaat tijdens de kinderjaren of adolescentie. Aanhoudend agressief gedrag en de neiging om anderen opzettelijk lastig te vallen en te irriteren.


Slide 8 - Tekstslide

Kenmerken
  • Anderen opzettelijk irriteren
  • Vaak boos en ontevreden zijn
  • Geregeld ruzie maken met volwassenen/gezagsfiguren
  • Zich verzetten tegen verzoeken en/of regels van gezagsfiguren
  • Anderen de schuld geven van zijn/haar fouten of wangedrag
  • Lichtgeraakt zijn of zich snel ergens aan ergeren
  • Hatelijk en wraakzuchtig zijn

Slide 9 - Tekstslide

Begeleiding
Denk hierbij aan het creëren van structuur, beloningssystemen, het stellen van regels en omgaan met dagelijkse probleemsituaties.

 
Gedragstherapie hierbij gaat een gedragstherapeut aan de slag met het kind om beter passende gedragspatronen aan te leren.
Medicatie

Slide 10 - Tekstslide

Wat is normaal opstandig gedrag voor een basisschool kind.

Slide 11 - Woordweb

Het ontstaan en in stand blijven van de bovenbeschreven gedragsstoornissen bij kinderen is meestal te verklaren vanuit een wisselwerking tussen, enerzijds, de kwetsbaarheid van het kind (risicofactoren bij het kind) en, anderzijds, omgevingsfactoren (risicofactoren bij de ouders en de bredere sociale omgeving).

Slide 12 - Tekstslide

Aanpak
Voor het aanpakken van ODD maken we o.a. gebruik van de volgende soorten behandelingen:

Psychotherapie hierbij leert het kind door middel van gesprekstherapie anders te kijken naar bepaalde situaties en daar anders op te reageren. Het doel hiervan is om inzicht en bewustzijn te creëren bij het kind in zijn of haar doen en laten, denken en voelen.

Slide 13 - Tekstslide

Wat vinden wij van straffen en belonen in de opvoeding?

Slide 14 - Woordweb

Wanneer straffen niet meer helpt , wat zou je dan nog kunnen doen ?

Slide 15 - Woordweb

Pubers en jongvolwassenen die beginnen met stelen en of agressie hebben een slecht toekomstperspectief
A
Dat hoeft niet
B
meestal wel
C
zijn vaak goed te behandelen
D
kansloos

Slide 16 - Quizvraag

vroege starters

Slide 17 - Tekstslide

Vroege starters
 zijn jongeren die op jonge leeftijd, vóór de leeftijd van 12 of 13 jaar, ernstige normovertredingen pleegden en eventueel in contact kwamen met gerechtelijke instanties. De prognose voor hen is tamelijk slecht. Op latere leeftijd leidt dit vaak tot chronische delinquentie, waarbij agressieve persoonsgerichte delicten veel voorkomen.

Slide 18 - Tekstslide

Late starters

Slide 19 - Tekstslide

De late starters
 zijn sociaal vaardiger. Maar onder invloed van antisociale leeftijdsgenoten (de vroege starters) gaan zij gedragsstoornissen vertonen. Ze lijken het afwijkende gedrag van de vroege starters wel cool te vinden en imiteren gedragingen als het provoceren van gezagsdragers, roken, tatoeages en het dragen van alternatieve kleding. De behandelvooruitzichten zijn bij deze groep veel gunstiger. Het zal duidelijk zijn dat bij de late starters omgevingsfactoren de grootste rol spelen.

Slide 20 - Tekstslide

Bij ADHD denk ik aan:

A
aandachtsproblemen
B
impulsiviteit
C
hyperactief
D
snel afgeleid

Slide 21 - Quizvraag

Is ADHD erfelijk??

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Video

ADHD PPT

Slide 24 - Tekstslide

ADHD is een voorbeeld van een neurobiologische ontwikkelingsstoornis:
oorzaak ligt in de hersenen.
Erkende stoornissen zijn vastgesteld door een psychiater/ medisch specialist
er is sprake van een diagnose.
De stoornis is dan gediagnosticeerd


Slide 25 - Tekstslide

Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen
In de DSM-5  (handboek van de psychiater) staan o.a. de volgende neurobiologische ontwikkelingsstoornissen:

1. Aandachtsdeficiëntie- / hyperactiviteitsstoornis (ADHD)
2. Autisme spectrumstoornissen
3. Verstandelijke beperkingen
4. Communicatiestoornissen
- Taalstoornis
5. Motorische stoornissen
- Coördinatieontwikkelingsstoornis 
6. Ticstoornissen
- Stoornis van Gilles de la Tourette


Slide 26 - Tekstslide

succes ervaren.
je houden aan afgesproken regels.

om leren gaan met winst en verlies
energie kwijtraken
leren onderhandelen: geven en nemen
teambuilding, samenwerking verbeteren
zelfvertrouwen ontwikkelen
incasseren
doorzetten
hulp accepteren
plezier maken.

Slide 27 - Tekstslide

De bewegingsagogische doelstellingen zijn in de meeste gevallen afgeleid van het (be)handelingsplan of ondersteuningsplan

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Kinderen met gedragsproblemen participeren minder in sportactiviteiten. Slechts 43% van deze groep is lid van een sportvereniging (landelijk 65%). Van de kinderen die wel lid zijn, beoefent twee derde een individuele sport (68%) Hoe komt dit?

Slide 30 - Woordweb

Slide 31 - Video

Hoe kun je kinderen met gedragsproblemen toch meer laten sporten en bewegen? 
Vaak is het goed om de beweegsituaties in een aangepaste vorm aan te bieden. Belangrijk in het beweegaanbod zijn de volgende aspecten:

Slide 32 - Tekstslide

 Tips:
maak de opdracht klein;
corrigeer van dichtbij, complimenteer van veraf;
zeg wat je wilt in plaats van wat je niet wilt;
relatie herstellen & de structuur na een conflict;
ga naast het kind staan;
humor;
stel realistische doelen;
stuur op gewenst gedrag;
de-escaleer vroegtijdig.

Slide 33 - Tekstslide