Europa

Europa
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Europa

Slide 1 - Tekstslide

Spoorboekje
- Representatie en representativiteit
- De Europese Unie
- VN en de NAVO

Slide 2 - Tekstslide

Rutte die de aanhangers van de VVD vertegenwoordigd is een
voorbeeld van
A
Representatie
B
Representativiteit

Slide 3 - Quizvraag

Premier Rutte die dividend belasting op wil heffen, maar de meeste Nederlanders willen dat niet, dan is een te kort aan:
A
Representatie
B
Representativiteit

Slide 4 - Quizvraag

Representatie en representativiteit
Representatie = de vertegenwoordiging van een groep in (politieke) organisaties door een of enkele betrokkenen die namens de groep optreed

Representativiteit = de mate waarin besluiten, standpunten of achtergrondkenmerken overeenkomen met die van de groep die ze vertegenwoordigen

Slide 5 - Tekstslide

Welke van deze landen is wel lid van de EU?
A
Bosnie
B
Zwitserland
C
Noorwegen
D
Bulgarije

Slide 6 - Quizvraag

Wie is dit en wat doet ze?
A
De nieuwe rector van het Corderius
B
Voorzitter van Europese commissie
C
Voorzitter van het Europese parlement
D
Voorzitter van Europese Raad

Slide 7 - Quizvraag

Wie is dit en wat doet hij?
A
Partijdleider van het U-buntu Connected Front
B
Voorzitter van de Europese Commissie
C
Voorzitter van het Europese Parlement
D
Voorzitter van de Europese Raad

Slide 8 - Quizvraag

Wie is dit en wat doet hij?
A
De vader van meneer Hexspoor
B
Voorzitter van de Europese Commissie
C
Voorzitter van het Europese Parlement
D
Voorzitter van de Europese Raad

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

De Raad van de Europese Unie
bestaat uit:
A
Alle regeringsleiders van de lidstaten
B
Het dagelijkse bestuur van de Europese Unie
C
Alle parlementsleden van de Europese Unie
D
Alle vakministers van de lidstaten

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel zetels heeft het Europese parlement?
A
257
B
550
C
752
D
800

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

1. Welke twee opvattingen hoor je in het filmpje over of je een Europees burger kunt zijn?
2. Met welke van de twee opvattingen zou Aristoteles het eens zijn. Gebruik in je antwoord Aristoteles zijn opvatting van wat een burger is (pag. 115)
3. Wat vindt je zelf: Is een Nexit een goed idee? Geef tenminste twee argumenten

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

A. Welke kenmerken heeft een populist volgens Muller?
B. Welke politici zijn in Nederland populisten? Leg je antwoord uit aan de hand van de kenmerken die je onder A. hebt genoemd.
C. Is populisme volgens jou gevaarlijk? Waarom wel of waarom niet?

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Link