P.1 Communicatie & Massamedia

Massamedia
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Massamedia

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Hoofdvragen 1.1:
  • Wat is communicatie en in welke vormen komt het voor?
Begrippen:
  • Communicatie
  • Medium
  • Feedback
  • Massamedia
  • Interactie
  • Sociale media
  • Netwerk

Slide 4 - Tekstslide

Communicatie

Slide 5 - Woordweb

Communicatie:
Bij communicatie is er een zender en een ontvanger.
De informatie wordt verstuurd door een medium
We spreken van feedback of terugkoppeling als de ontvanger reageert op de boodschap van de zender.

Slide 6 - Tekstslide

De docent legt iets uit. De docent:
A
Is zender
B
Is ontvanger
C
Geeft feedback

Slide 7 - Quizvraag

De leerlingen luisteren. De leerlingen:
A
Zijn zender
B
Zijn ontvanger
C
Geven feedback

Slide 8 - Quizvraag

Een leerling geeft aan dat ze het niet snapt. De leerling:
A
Zij communiceert
B
Zij zendt
C
Zij geeft feedback
D
Zij is het medium

Slide 9 - Quizvraag

Communicatie vormen:
  • Directe communicatie: face to face
  • Indirecte communicatie: je bent niet in dezelfde ruimte
  • Verbale communicatie: gesproken en geschreven woorden
  • Non-verbale communicatie: alle andere vormen van communicatie
  • Eenzijdige communicatie: er is sprake van eenrichtingsverkeer
  • Meerzijdige communicatie: deelnemers zijn zender en ontvanger

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wat zien we hier?
A
Directe communicatie
B
Indirecte communicatie
C
Verbale communicatie
D
Non-verbale communicatie

Slide 12 - Quizvraag

Wat zien we hier?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
C
Eenzijdige communicatie
D
Meerzijdige communicatie

Slide 13 - Quizvraag

Wat zien je hier?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
C
Directe communicatie
D
Eenzijdige communicatie

Slide 14 - Quizvraag

Wat zie je hier!?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
C
Directe communicatie
D
Eenzijdige communicatie

Slide 15 - Quizvraag

Wat zie je hier?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
C
Indirecte communicatie
D
Eenzijdige communicatie

Slide 16 - Quizvraag

Wat zien je hier?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
C
Eenzijdige communicatie
D
Meerzijdige communicatie

Slide 17 - Quizvraag

Opdrachten:
Lezen 1.1 
Vragen bij 1.1
Opd. 9 / 10 / 11 / 12
Begrippen: communicatie t/m feedback 

Slide 18 - Tekstslide

Hoofdvragen 1.2:
  • Wat zijn massamedia en in welke vormen komt het voor?
Begrippen:
  • Communicatie
  • Medium
  • Feedback
  • Massamedia
  • Interactie
  • Sociale media
  • Netwerk

Slide 19 - Tekstslide

Massamedia:
Media die zich met hun communicatieboodschap tot grote groepen mensen tegelijk richten.

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeelden:
Radio, televisie, internet, kranten, tijdschriften, flyers, films, strips, theatervoorstellingen, kunst, posters, billboards & verkeersborden.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Wat is de boodschap van dit bord?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Wat is de boodschap van dit billboard?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Wat is de boodschap van dit kunstwerk?

Slide 27 - Open vraag

Kenmerken massamedia:
  • De informatie is openbaar 
  • Werkt indirect (pas achteraf reageren, de meeste reageren nooit)
  • De communicatie is eenzijdig (eenrichtingsverkeer)
  • Geen persoonlijk contact tussen zender en ontvanger
  • Geen directe feedback (niet controleren of de boodschap overkomt) 

Slide 28 - Tekstslide

Checken:
  • Is het openbaar? 
  • Is het indirect?
  • Is het eenzijdig?
  • Hebben zender en ontvanger persoonlijk contact?
  • Is er directe feedback?

Slide 29 - Tekstslide

Checken:
  • Is het openbaar?
  • Is het indirect?
  • Is het eenzijdig?
  • Hebben zender en ontvanger persoonlijk contact?
  • Is er directe feedback?

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

'Nieuwe' media
Internet is een interactief medium. Interactie betekend wisselwerking. Op het net kan iedereen zender/ontvanger zijn. 

Slide 32 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit waarom internet een massamedium is:

Slide 33 - Open vraag

Waarom is internet wel een interactief massamedium en een tv-uitzending niet?

Slide 34 - Open vraag

Opdrachten:
Lezen 1.2 
Vragen bij 1.2
Opd. 13 / 14 / 15 / 16 / 17 / 18
Begrippen: massamedia t/m netwerk

Slide 35 - Tekstslide