luisteren en lezen klas 2 vmbo kader

Toets Duits
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Toets Duits

Slide 1 - Tekstslide

Luistervaardigheid
Je gaat beginnen met luisterfragmenten. Op de volgende dia's vind je korte luisterfragmenten. Beluister het fragment goed en beantwoord de vraag. 

Slide 2 - Tekstslide

Wie neemt de Gemüsesuppe?
A
Andreas
B
Anja
C
Beate

Slide 3 - Quizvraag

Wie is er ouder? De vader of moeder van Johanna?
A
Vater
B
Mutter

Slide 4 - Quizvraag

Hoe oud is Johanna?
Schrijf het getal op.

Slide 5 - Open vraag

Wat is de hobby van Aaron?
Antwoord in het Nederlands.

Slide 6 - Open vraag

Noem 4 van de 6 ingrediënten waaruit
Spätzle gemaakt?
Antwoord in het Nederlands.

Slide 7 - Open vraag

Hoe oud is de broer van Sonja?
Schrijf het getal in het Duits voluit.

Slide 8 - Open vraag


Dit waren de losse luisterfragmenten.
  

Je gaat nu door naar een aantal vragen die gaan over Marie. Op elke dia staat het luisterfragment. 

Slide 9 - Tekstslide

Heeft Marie broers en zussen?
Marie stellt sich vor
A
Ja, 3 zussen
B
Ja, 3 broers en zussen
C
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Wat doet Marie niet zo graag?
Marie stellt sich vor

Slide 11 - Open vraag

Wat zijn haar hobby's?
Marie stellt sich vor
A
paardrijden, met de hond wandelen, bakken
B
paardrijden, vrienden ontmoeten,sporten.
C
bakken, vrienden ontmoeten, lezen

Slide 12 - Quizvraag

Dit waren de fragmenten over Marie.

Je gaat nu luisteren naar fragmenten over Maite.

Slide 13 - Tekstslide

Heeft Maite broers en/of zussen?
Maite stellt sich vor
A
nee
B
ja, een oudere broer
C
ja, een jongere zus
D
ja, een oudere zus

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn haar hobby's?
Maite stellt sich vor
A
muziek , dansen en met vrienden iets doen
B
muziek , dansen, paardrijden
C
muziek maken, dansen ,dieren

Slide 15 - Quizvraag

Dit waren de fragmenten over Maite. Dit is ook het einde van luistervaardigheid.

Je gaat nu door naar leesvaardigheid. Als je op de tekst klikt wordt de tekst groter. Je gaat beginnen met een gesprek tussen een ober en een gast.
Einde luistervaardigheid - begin leesvaardigheid

Slide 16 - Tekstslide

Welke gerechten en drankjes zie je in het gesprek?
Schrijf minimaal 6 Duitse woorden op.
Tip: het zijn er 12 in totaal.

Slide 17 - Open vraag

Wat was er met de salade?
Leg je antwoord uit.

Slide 18 - Open vraag

Wat betekent het woord tussen haakjes?

Ja, (einen Tisch) für zwei auf den Namen Müller.
A
een tafel
B
een rekening

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekent het woord tussen haakjes?

Zum Essen haben Sie (schon gewählt)?
A
al gegeten
B
al gekozen

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent het woord tussen haakjes?

Sehr gern. Möchten Sie Kartoffelsalat (oder) grünen Salat?
A
en
B
of

Slide 21 - Quizvraag

Wat betekent het woord tussen haakjes?

Selbstverständlich. Kommt (sofort).
A
straks
B
meteen

Slide 22 - Quizvraag

Wat betekent het woord tussen haakjes?

Die Suppe ist köstlich, aber (leider) kalt.
A
helaas
B
lekker

Slide 23 - Quizvraag

Dit was het gedeelte over het gesprek tussen ober en gast.

Nu krijg je een tekst over het eten in de schoolkantine. Beantwoord de vragen die daarbij horen. 

Slide 24 - Tekstslide

Das Essen in der Schulkantine

Welke leerling vindt er niets lekker uit de schoolkantine?


Slide 25 - Open vraag


Dit waren de leesteksten

Je gaat nu door naar opdrachten over woordenschat. Bekijk per vraag goed wat er van je verwacht wordt.  
Einde leesvaardigheid - begin woordenschat

Slide 26 - Tekstslide

Sleep de blauwe vakken naar de juiste rode vakken
das Gemüse
die Suppe
das Brötchen
das Frühstück
der Orangensaft
der Kaffee

Slide 27 - Sleepvraag

Sleep de blauwe vakken naar de juiste rode vakken
der Kuchen
die Butter
das Obst
der Käse
die Milch
der Tee

Slide 28 - Sleepvraag

Getallen t/m 100: schrijf het getal hieronder voluit in het Duits.
38

Slide 29 - Open vraag

Getallen t/m 100: schrijf het getal hieronder voluit in het Duits.
46

Slide 30 - Open vraag




Dit waren de vragen over de vraagwoorden en getallen t/m 100. 

We gaan nu door naar het laatste onderdeel: lidwoorden en bezittelijk voornaamwoord. 

Slide 31 - Tekstslide

Lidwoorden: Welk lidwoord hoort bij welk geslacht? 
Sleep de blauwe woorden naar de rode
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
die
die
das
der

Slide 32 - Sleepvraag

Lidwoorden: Kies het juiste lidwoord.

... Tante
A
der
B
die
C
das

Slide 33 - Quizvraag

Lidwoorden: Vul het juiste lidwoord in.

... Bruder

Slide 34 - Open vraag

Lidwoorden: Vul het juiste lidwoord in.

... Buch

Slide 35 - Open vraag

Bezittelijk voornaamwoord: Kies de juiste vorm van het bez. voornaamwoord tussen haakjes. Kijk goed naar het zelfstandig naamwoord.
(jouw) ... Schwester
A
dein
B
deine

Slide 36 - Quizvraag

Bezittelijk voornaamwoord: Vulde juiste vorm van het bez. voornaamwoord tussen haakjes in. Kijk goed naar het zelfstandig naamwoord.
(zijn) ... Vater

Slide 37 - Open vraag

Bezittelijk voornaamwoord: Vulde juiste vorm van het bez. voornaamwoord tussen haakjes in. Kijk goed naar het zelfstandig naamwoord.
(jullie) ... Kind

Slide 38 - Open vraag

Dit was het laatste onderdeel van de toets. Je krijgt nog 1 vraag! 

Slide 39 - Tekstslide

Hoe ging de toets bij jou?
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll

Dit is het einde van de toets!
Je mag de toets nu inleveren. Je gaat verder werken in je boekje, maar je mag de les nog niet verlaten. 

Slide 41 - Tekstslide