Inburgeringsexamen
1 / 31
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is inburgering?
A
Pannenkoek
B
Een hamburger maken
C
Lange tijd met vergunning in NL wonen
D
Meer leren in school over anime
Slide 2 - Quizvraag
Wat betekent Nederland
A
Laagland
B
Zandland
C
Berggebied
D
Waterland
Slide 3 - Quizvraag
In welke stad zit de regering van Nederland
A
Urk
B
Amsterdam
C
Den haag
D
Rotterdam
Slide 4 - Quizvraag
Wie zie je op het plaatje
A
Willem Alexander
B
Mark Rutte
C
Justin Bieber
D
Koning van Spanje
Slide 5 - Quizvraag
Wat is stereotypisch Nederlandse Cultuur
A
Kaas en Klompen
B
Palmbomen en coktails
C
Rijst en sushi
D
Piramide en zand
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de hoofdstad van Nederland
A
Amsterdam
B
Urk
C
Utrecht
D
Groningen
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de taal in Nederland
A
Vlaams
B
Nederlands
C
Pools
D
Spaans
Slide 8 - Quizvraag
wat voor geld hebben we nu in Nederland?
A
Gulden
B
Euro's
C
Dollars
D
Ponden
Slide 9 - Quizvraag
Hoeveel provincies zijn er in Nederland
A
9
B
1
C
11
D
12
Slide 10 - Quizvraag
Hoe ziet de Nederlandse vlag eruit
A
Rood, wit, blauw
B
Blauw, rood, wit
C
Blauw, wit, rood
D
Wit, rood, blauw
Slide 11 - Quizvraag
Wanneer is het pasen
A
12 april
B
6 augustus
C
9 april
D
5 december
Slide 12 - Quizvraag
Met wat kan je laten zien dat je legaal bent
A
Identiteitskaart
B
Kaas
C
Papiertje
D
Gemeente
Slide 13 - Quizvraag
hoeveel mensen wonen er in Nederland?
A
10
B
7 miljoen
C
17 miljoen
D
50 miljoen
Slide 14 - Quizvraag
Hoeveel dagen in de week moet je werken of naar school
A
6
B
3
C
1
D
5
Slide 15 - Quizvraag
Is de politiek eerlijk
A
Ja
B
Nee
C
Maakt niet uit
D
Ehh
Slide 16 - Quizvraag
Wat zijn de Nederlandse buurlanden?
A
Luxemburg
B
België
C
Frankrijk
D
Duitisland
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de grootste reden van inflatie?
A
Oorlog
B
EHBO
C
Griekse goden
D
Spons
Slide 18 - Quizvraag
Wie is de troon opvolgster
A
Marie
B
Alexa
C
Amalia
D
Ariane
Slide 19 - Quizvraag
Hoe lang bestaat de Nederlandse staat
A
3 jaar
B
400 jaar
C
500 jaar
D
10 dagen
Slide 20 - Quizvraag
Om de hoeveel jaar zijn er verkiezingen
A
4 jaar
B
3 dagen
C
1 jaar
D
20 jaar
Slide 21 - Quizvraag
Waar komen de meeste vluchtelingen vandaan
A
Syrië
B
Iran
C
Afghanistan
D
Turkije
Slide 22 - Quizvraag
Hoeveel procent werkloosheid is er in Nederland
A
5 %
B
13 %
C
10,5 %
D
3,6 %
Slide 23 - Quizvraag
Wie bepaald waar vluchtelingen gehuisvest worden
A
Het Rijk
B
Gemeente
C
Bevolking
D
Elmo
Slide 24 - Quizvraag
Wat is de taaleis
A
B1
B
A2
C
A1
D
C1
Slide 25 - Quizvraag
hoe heet het plan van de gemeente voor iedere inburgeraar?
A
POP
B
PIP
C
PAP
D
PEP
Slide 26 - Quizvraag
Werkt de gezinsaanpak laaggeletterden ook voor vluchtelingen
A
Ja
B
Nee
Slide 27 - Quizvraag
Wat is de minimale leeftijd om te stemmen
A
18
B
10
C
22
D
5
Slide 28 - Quizvraag
Vanaf welke leeftijd mag je werken?
A
10
B
20
C
14
D
15
Slide 29 - Quizvraag
Vanaf welke leeftijd mag je op jezelf gaan wonen?
A
30
B
18
C
40
D
15
Slide 30 - Quizvraag
Hoe kan je verlof krijgen
A
Zwangerschap
B
Ziekte
C
Bananen sap
D
Ananas
