Les 10 e-mail schrijven

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Publiek
Als je gaat schrijven is het belangrijk om goed te weten voor welk publiek je dat doet. 



Slide 5 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk om te weten voor welk publiek je schrijft?

Slide 6 - Open vraag

Formeel en informeel taalgebruik

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer gebruik je
informeel taalgebruik?

Slide 8 - Woordweb

Wat is informeel taalgebruik?
- Taal wanneer je tegen iemand 'je' zegt 
   of bij de voornaam noemt.
- Informeel taalgebruik is wat losser. 


Slide 9 - Tekstslide

Wanneer gebruik je informeel taalgebruik?
  • Als je tegen iemand praat of naar iemand  schrijft en je tekst over alledaagse dingen gaat.
  • Bij vrienden, bekenden en leeftijdsgenoten.

Slide 10 - Tekstslide

Wanneer gebruik je formeel taalgebruik?
  • Als je tegen iemand praat of naar schrijft die ouder is dan jij is of die jij niet goed kent.
  • Bij een tekst over zakelijke dingen.
  • Bij een volwassene, een vreemde of de koning. 
  • Je spreekt deze persoon aan met u, of meneer of mevrouw.

Slide 11 - Tekstslide

Hoi!
A
Formeel
B
Informeel

Slide 12 - Quizvraag

Hoogachtend,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 13 - Quizvraag

Doei!
A
formeel
B
informeel

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide