Introductieles toekomst DISK

Toekomst
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolBasisschoolvmbo lwoo, b, kGroep 7,8Leerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Toekomst

Slide 1 - Tekstslide

Introductie en doel van de les 
Toekomst

Dit hoofdstuk gaat over de toekomst. 
Dit is de tijd die nog komen moet.
Aan het eind van de les ken je de betekenis van nieuwe woorden en kun je zinnen maken met die woorden.

Slide 2 - Tekstslide

timer
2:00
Toekomst

Slide 3 - Woordweb

Wat weet je of hoop je dat er in de toekomst gebeurt?
timer
2:00

Slide 4 - Open vraag

Uitleg van nieuwe woorden 
1.  Lees het woord
2.  Lees de betekenis(sen)
3.  Lees de voorbeeldzin(nen)
4.  Bekijk de plaatjes

Slide 5 - Tekstslide

het contract
Afspraken die zijn opgeschreven.
Ik heb mijn contract bij mijn nieuwe baas getekend.




                                                              Messi tekent een nieuw contract.

Slide 6 - Tekstslide

de bevolking
De mensen die in een land, stad of dorp wonen.
De bevolking van Roermond is trots op de stad.
De bevolking van de wereld groeit snel.

Slide 7 - Tekstslide

het eiland
een stuk land met water eromheen

Australië is een groot eiland.


Op de foto zie je een
onbewoond eiland.   

Slide 8 - Tekstslide

Welk woord hoort NIET bij
"het contract"?
A
de afspraak
B
het akkoord
C
het weer
D
de goedkeuring

Slide 9 - Quizvraag

Vul in:
................. van de wereld groeit hard.
A
het nadeel
B
het klimaat
C
het beroep
D
de bevolking

Slide 10 - Quizvraag

feliciteren
Iemand geluk wensen

Ik feliciteer je met je verjaardag. 

Slide 11 - Tekstslide

oppassen
je aandacht erbij houden                                                 
op iets letten                       

Voetgangers moeten heel goed oppassen als ze oversteken.
                      Opa en oma passen op hun kleinkinderen.
                                  Als het glad is, moet je oppassen dat je niet valt.

Slide 12 - Tekstslide

Welk woord hoort NIET bij
"oppassen
A
uitkijken
B
opletten
C
voorzichtig zijn
D
combineren

Slide 13 - Quizvraag

Welk woord hoort NIET bij
"feliciteren"?
A
de toekomst
B
de verjaardag
C
het huwelijk
D
een nieuwe baan

Slide 14 - Quizvraag

verbaasd
Een gevoel dat je hebt als iets anders is dan je had verwacht.
verrast, verwonderd
De leerling was verbaasd dat hij een goed cijfer had gehaald voor die moeilijke toets.

Slide 15 - Tekstslide

straks
binnen korte tijd (binnenkort), dadelijk, zo meteen, later
Ik ga straks boodschappen doen, maar nu ga ik eerst eten.

                                 
                                  I

Slide 16 - Tekstslide

definitief
voor altijd
iets wat niet meer verandert
Messi blijft definitief bij Barcelona.
Het concert werd al twee keer uitgesteld, maar gaat nu definitief niet door.

Slide 17 - Tekstslide

Wel woord hoort NIET bij "straks"?
A
gisteren
B
binnenkort
C
later
D
zo meteen

Slide 18 - Quizvraag

Als iets niet meer verandert, dan is het ........................
A
onzeker
B
verbaasd
C
definitief
D
straks

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekent "verbaasd"?
A
teleurgesteld
B
blij
C
positief
D
verrast

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent "recent"?

Slide 21 - Open vraag

Noem minstens twee dingen die je hebt geleerd in deze les.
timer
2:30

Slide 22 - Open vraag

De opdracht
Kijk naar alle woorden van het nieuwe thema.
Welke woorden ken je nog niet? Zet daar een kruisje X achter.
Welke woorden weet je niet zeker? Zet daar een ? achter.

Slide 23 - Tekstslide