Dat/als-constructie en foutieve samentrekking

1 / 23
volgende
Slide 1: Link
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Link

Tagliafico (speler van Ajax):
"Maar we hebben afgesproken dat als de situatie zo blijft, wij als spelers een bepaald percentage afstaan als dat nodig is."
A
Ik vind deze zin goed geformuleerd.
B
Ik vind deze zin niet goed geformuleerd.

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Dat/als-constructie 
en 
foutieve samentrekking
Dat/als-constructie
en
foutieve samentrekking

Slide 4 - Tekstslide

Dat/als-constructie
Na woorden als indien, wanneer en als kan een bijzin met een voorwaarde of tijd volgen. Voor een lezer wordt zo'n zin moeilijker te begrijpen als die direct na een voegwoord als dat, omdat of zodat staat.

Vb. 1: De jongens willen de camping niet reserveren, omdat als het in Frankrijk regent, ze in Spanje gaan kamperen.

Slide 5 - Tekstslide

Dat/als-constructie
Hoe verbeter je een dat/als-constructie?
  • Je kijkt waar de constructie begint. Dat is makkelijk te herkennen aan de combinatie (om/zo)dat als, (om/zo)dat wanneer of (om/zo)dat indien.
  • Je verplaatst het eerste deel van de constructie (vanaf als, wanneer of indien) naar het einde van de zin.

Slide 6 - Tekstslide

Dat/als-constructie
Als je het lastig vindt om te herkennen waar het eerste deel eindigt, kun je op de volgende aanwijzingen letten:
  • welk deel is de voorwaarde en welk deel is het gevolg?
  • gebruikt de schrijver een komma om de delen te scheiden?

Slide 7 - Tekstslide

Dat/als-constructie
De jongens willen de camping niet reserveren, omdat als het in Frankrijk regent, ze in Spanje gaan kamperen.

De jongens willen de camping niet reserveren, omdat ze in Spanje gaan kamperen als het in Frankrijk regent.
Noteren als verbetering:
... omdat ze in Spanje gaan kamperen als het in Frankrijk regent.



Slide 8 - Tekstslide

Verbeter de zin:
Veel gebruikers van Whatsapp lijken verontwaardigd omdat wanneer ze een bericht lezen en niet (direct) reageren, dit altijd zichtbaar is voor de afzender.

Slide 9 - Open vraag

Foutieve samentrekking
Als in een samengestelde zin dezelfde woorden twee keer voorkomen, kun je die woorden meestal de tweede keer weglaten. 

 Vb. 1: Jan at een appel en Piet een peer. 
Eigenlijk: Jan at een appel en Piet at een peer.

Slide 10 - Tekstslide

Welk(e) woord(en) zijn weggelaten?
Carol heeft gisteren deze berg beklommen en Wietze die berg.

Slide 11 - Open vraag

Welk(e) woord(en) zijn weggelaten?
Leontine heeft meer boeken gekocht dan Patty cd's

Slide 12 - Open vraag

Voorwaarden samentrekking
  • De woorden hebben dezelfde betekenis.
  • De woorden hebben hetzelfde getal (enkelvoud, meervoud).
  • De woorden hebben dezelfde functie (zinsdeel, woordsoort).

Slide 13 - Tekstslide

Samentrekking controleren
  1. Noteer de weggelaten woorden.
  2. Bepaal de functie, betekenis en getal van de samengetrokken woorden in het eerste deel.
  3. Bepaal de functie, betekenis en getal van de weggelaten woorden in het tweede deel. 
  4. Controleer of ze in beide gevallen hetzelfde zijn: functie, betekenis en getal

Slide 14 - Tekstslide

Jerry keek naar een hond en daardoor niet uit bij het oversteken.
A
Goede samentrekking
B
Foutieve samentrekking

Slide 15 - Quizvraag

De ambulance bracht het slachtoffer naar het ziekenhuis en de agenten de dader naar het politiebureau.
A
Foutieve samentrekking (betekenis)
B
Foutieve samentrekking (getal)

Slide 16 - Quizvraag

Functie
  • Zinsdeel: De inbreker heeft de man een klap gegeven en daarna beroofd. 
Weggelaten woorden: De inbreker | heeft | de man
                                                       ow                  pv        mv/lv

Slide 17 - Tekstslide

Marcel heeft zijn vriendin gefeliciteerd en een cadeau gegeven.
A
Goede samentrekking
B
Foutieve samentrekking

Slide 18 - Quizvraag

Functie
  • Woordsoort: Tabitha heeft hoge cijfers, maar er ook hard voor gewerkt.
Weggelaten woorden: Tabitha  | heeft
                                                    zn         zww/hww

Slide 19 - Tekstslide

Paul is ziek en naar huis gegaan.
A
Goede samentrekking
B
Foutieve samentrekking

Slide 20 - Quizvraag

Aan welke 3 voorwaarden moet een samentrekking voldoen?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Verbeter de zin:
Bij diefstal word je bandje ingenomen door de beveiliging en verwijderd van het terrein!

Slide 23 - Open vraag